Leed
De coronapandemie stortte zich op alle mensen in de wereld, wat niet betekent dat iedereen ze op eenzelfde en gelijke wijze beleefde. Het lot bepaalde de graad van het slachtofferschap.
Elke mens werd anders getroffen. Er circuleren massa’s verhalen over pijn, verlies, wanhoop, depressie en zo meer.
De ‘inequity aversion’, de afkeer van onbillijke ongelijkheid zit in onze natuur ingebakken. Niemand vindt het rechtvaardig als andere mensen meer hebben of – in het geval van de pandemie - minder lijden zonder dat daarvoor een verklaarbare reden bestaat.
Niettegenstaande zijn veel mensen er zich doorgaans van bewust dat hun persoonlijk verhaal niets meer is dan een flard van een alles en iedereen overstijgend groter verhaal. Vaak kon men tijdens de pandemie dan ook horen: ‘Ik heb het lastig, maar ik mag niet klagen want anderen hebben het nog lastiger.’ Dat psychologische mechanisme heet leedhiërarchie. Het wikken en wegen van leed zit ingebakken in ons denken.
Leedhiërarchie of ‘victim hierarchy’ raakt bovendien aan schuld en onschuld. Als onschuldige mensen zelf moeten lijden in de plaats van iemand die blijkbaar schuld treft en het beter heeft, dan rest weinig ruimte voor mildheid en begrip. Leedhiërarchie wordt daarenboven vrij vlug een manier om te bepalen wie welke hulp krijgt en wie ervan verstoken blijft. Het schalen of taxeren van leed wordt daardoor een amorele bezigheid, want pijn en verdriet kunnen niet gelenigd worden met behulp van een weegschaal.
Bron: De Standaard – 29 en 30 mei 2021 – Waarom mijn en uw pijn nooit dezelfde zullen zijn. Door Sarah Vankersschaever.
|