Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Categorieën
Natuurvereniging DEN BUNT vzw
Welkom op de blog van Natuurvereniging DEN BUNT. Onze vereniging is gestart in 1981 en bestaat nu dus meer dan 40 jaar en telt ruim 200 leden in de Kempense regio. Alles wat te maken heeft met milieu, natuur en natuurfotografie, activiteiten van onze vereniging...enz. vind je terug op deze blog. En deze blog is er voor en door de leden. Wil je een bericht plaatsen, dan kan dat door mij een mailtje te sturen met de te plaatsen tekst en foto's. Volg ons ook op onze Facebookpagina.
15-05-2025
GESPOT - BRANDVOS
Brandvos
Een vos die meer donker is gekleurd, een melanistisch exemplaar, wordt ook wel eens brandvos genoemd. Bij deze is de onderzijde donkergrijs tot bijna zwart en heeft geen witte punt aan de pluimstaart.
Slanke, sierlijke roofvogel met lange, geknikte vleugels en lange, diep gevorkte staart. Oranjebruin lichaam met lichte kop grote witte vleugelvelden. Hij is 60-70 cm groot en heeft een spanwijdte van 140 tot 170 cm. Meestal te zien in halfopen, laag gelegen of heuvelachtige bosrijke gebieden, liefst in combinatie met landbouwgebieden met extensieve beweiding met vee, of met heide. In ons land vrij zeldzaam!
Terwijl Roger hem fotografeerde werd de rode wouw gepest door een kraai die hem wou wegjagen…. maar dat lukte niet want de rode wouw was al druk bezig met het bouwen van zijn nest in een hoge boom (laatste foto: twijgjes tussen zijn klauwen)
Kom dit zeldzame tafereel zeker eens bewonderen…..
( Nieuwsbrief Gemeente Mol - Vrijdag 9 mei 2025 )
De bomen en struiken langs de 12-urendreef in natuurreservaat De Maat lijken compleet ingepakt in spinnenwebben. Wie hier de voorbije weken langs wandelde, heeft het zeker al gezien. Maar er is geen reden tot paniek, het fenomeen hoort bij de natuur. Het gaat hier niet om spinnen of processierupsen, wél om de rupsen van de spinselmot, een onschuldige nachtvlinder. Nadat de rupsen zich verpoppen, herstellen de bomen zich vanzelf. Kom dit zeldzame tafereel zeker eens bewonderen. Het levert een mysterieus en bijna sprookjesachtig beeld op.
De spinselmot of stippelmot is een onschuldige nachtvlinder met witte vleugels en zwarte stippen. In haar rupsenstadium maakt ze opvallende, zijdeachtige webben rond bomen en struiken. Die dienen als bescherming terwijl ze de bladeren opeten. Hoewel de rupsen het verse lentegroen verorberen, raken bomen en struiken niet blijvend beschadigd. Na 4 tot 6 weken verpoppen de rupsen zich tot nachtvlinders en verdwijnen de webben vanzelf. Daarna groeien de bladeren opnieuw aan en herstelt de natuur zich volledig.
De rupsenmassa vormt een feestmaal voor vogels. Ze dienen als voedsel voor jonge mezen en zangvogels. De jonge vogels zijn momenteel talrijk aanwezig. De rupsen zijn dan ook een zegen voor de vogelpopulatie.
Spinselmot of stippelmot (Alle foto's: Karel VERBRUGGEN)
Natuurpunt Kempen zet huiszwaluw in de kijker als soort van het jaar (Uit: Het Nieuwsblad - Donderdag 8 mei 2025)
In de maanden mei en juni vestigt Natuurpunt Kempen de aandacht op de huiszwaluw, een prachtige vogel die na zijn overwintering in Afrika sinds begin april weer in de Kempen te bewonderen is.
Klik op onderstaande afbeelding om het volledige krantenbericht te lezen (WordDoc)
Roger DAMEN, onze voorzitter was onlangs op bezoek in "Ouden Doel" en bezocht onder meer hetPolderMAS, een charmant museum vol archeologische vondsten, kunst en lokale geschiedenis.
PS: Roger had mij gevraagd om nog wat foto's toe te voegen van een bezoek met Den Bunt aan diezelfde zaak. Blijkbaar heb ik verkeerde foto's toegevoegd nl. foto's van café "Het Verdronken Land" gelegen aan de Scheldedijk in Het Verdronken Land van Saeftinge in Nieuw Namen (NL)..... waarvoor mijn excuses!
Klik op onderstaande foto om zijn verslag te lezen (WordDoc)
Klik op de "play-knop" om een kort filmverslag te bekijken (Geluid aan) MP4 Klik daarna rechts onder op het vierkantje om "volledig scherm" in te schakelen.
Roodborsttapuit - Saxicola rubicola - European stonechat
De roodborsttapuit is teruggekeerd uit het zuiden. Je kan ze herkennen aan hun roep, een opgewekt, scherp, ‘wie-tak’ of een fluitende ‘wiet’-roep vanuit de top van een struik. Dat eerste klinkt als of er twee kiezelsteentjes tegen elkaar worden getikt. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een oranje borst, maar bij de mannetjes valt hij het meest op. De meeste kans om ze te zien maak je op de heide, in de duinen, in ruige, open moerasgebieden en in halfopen boerenland.
Vraag aan ChatGPT: De den op bijgaande foto heeft enkele ringen met opstaande schors. Wat is hier de oorzaak van?
De opstaande ringen op de boomschors op de foto zijn zeer waarschijnlijk het gevolg van boombooractiviteiten met tappen voor het oogsten van hars of oud onderzoek waarbij inkepingen of ringen zijn gemaakt. Er zijn een paar mogelijke verklaringen:
1. Harswinning (oud gebruik)
De regelmatige, horizontale ringen met opstaande schors wijzen erop dat iemand opzettelijk inkepingen heeft gemaakt in de bast. Dit werd vroeger gedaan om hars uit naaldbomen te winnen (voor gebruik in o.a. vernis, lijm en medicijnen). De bast werd opengesneden in horizontale ringen, zodat de hars eruit kon stromen en opgevangen worden.
2. Inoculatie of enting
In sommige gevallen wordt een boom opzettelijk geïnfecteerd of geënt met schimmels of bacteriën, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek. Dit kan resulteren in afwijkende groeivormen of wondreacties.
3. Insecten of schimmel (minder waarschijnlijk)
Sommige insecten of schimmels veroorzaken schade die ringvormig lijkt, maar de regelmaat en symmetrie in dit geval wijzen eerder op menselijke activiteit.
Conclusie: De structuur op de foto is het meest waarschijnlijk het gevolg van menselijke ingrepen, vermoedelijk voor harswinning of experimenteel gebruik. De typische horizontale ringen duiden niet op natuurlijke oorzaken zoals ziekte of wildvraat.
Het gewei van reebokken is een fascinerend onderwerp…..!
Groei en ontwikkeling: Alleen mannelijke reeën (reebokken) dragen een gewei. Het gewei begint te groeien in hun eerste levensjaar. Na het afwerpen van hun eerste kleine gewei in januari of februari, begint de groei van hun eerste "echte" gewei.
Bast en vegen: Tijdens de groei is het gewei bedekt met een fluweelachtige huid, de bast, die rijk is aan bloedvaten en zenuwen. Zodra het gewei volledig volgroeid is (tussen maart en juni), stopt de bloedtoevoer en begint de reebok de bast af te schuren door tegen boomstammen te wrijven. Dit proces heet "vegen".
Functie: Het gewei wordt voornamelijk gebruikt om indruk te maken op rivalen en om hun territorium af te bakenen. Hoewel reebokken soms vechten met hun gewei, zijn deze gevechten meestal niet gewelddadig.
Afwerpen: Na de paartijd (bronsttijd), die van half juli tot half augustus loopt, neemt het testosterongehalte van de reebok af. Hierdoor lost het benige materiaal aan de basis van het gewei op, en valt het gewei vanzelf af. Oudere bokken werpen hun gewei meestal eerder af dan jongere.
Deze meikever had zijn kalender niet goed in de gaten gehouden. Hij kwam reeds te voorschijn op 30 april..... en Leo PEETERS maakte er een foto van. Het is één van onze bekendste en grootste inheemse kevers. Meikevers vind je vooral op eiken en beuken. De mannetjes zijn gemakkelijk te herkennen aan de antennes op hun hoofd, want die bestaan uit zeven lange lamellen.... terwijl de vrouwtjes er maar zes hebben die bovendien veel korter zijn.
We gingen onlangs op verkenning naar het grensgebied tussen Nederland en Duitsland, reisdoel van onze vijfdaagse in september. Daar gingen we ondermeer eens kijken naar de oude steengroeve van Sibelco in Winterswijk. Deze oude groeve is al lang bekend omwille van de nestplaats van een stel oehoe's. En we hebben ze uitgebreid kunnen bekijken. En tijdens diezelfde uitstap hebben we ook heel wat fouragerende en baltsende ooievaars gespot.
Roger DAMEN.
Klik op onderstaande afbeelding om Power Point te downloaden. Daarna klikken op download om PPS te openen en dan op eigen tempo om de voorstelling te bekijken.
Kleine parelmoervlinder - Issoria lathonia - Queen of Spain fritillary
Ook de kleine parelmoervlinder is een trekvlinder. Deze soort staat bekend om zijn vermogen om grote afstanden af te leggen. In de zomer migreert hij vanuit Zuid-Europa naar noordelijkere gebieden, zoals Nederland en België, waar hij zich voortplant.
De kleine parelmoervlinder is een prachtige vlinder en herkenbaar aan de opvallende zilverkleurige vlekken op de onderkant van zijn vleugels, die lijken op kleine parels. De bovenkant van de vleugels is oranje met zwarte stippen, wat hem een opvallend uiterlijk geeft. Deze soort komt voor in droge, bloemrijke graslanden en duinen, waar viooltjes groeien. De rupsen voeden zich namelijk met verschillende soorten viooltjes, zoals het duinviooltje en het driekleurig viooltje. In Vlaanderen is de kleine parelmoervlinder vooral te vinden aan de kust en in de Kempen.
Kleine parelmoervlinder (Foto's: Karel VERBRUGGEN)
De oranje luzernevlinder is een prachtige dagvlinder uit de familie van de witjes. Deze vlinder heeft een opvallende oranjegele kleur met donkere banden langs de vleugelranden. Ook dit is een trekvlinder die elk voorjaar vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika naar het noorden vliegt. De vlinder leeft voornamelijk op klaver- en luzernevelden, en de rupsen voeden zich met verschillende soorten vlinderbloemigen. In ons land varieert de aanwezigheid van deze vlinder sterk per jaar, afhankelijk van de weersomstandigheden en migratiepatronen
Oranje luzernevlinder (Alle foto's: Karel VERBRUGGEN)
Ook de distelvlinder is een trekvlinder die vaak in België wordt waargenomen. Deze vlinder heeft oranje vleugels met zwarte en witte vlekken, en een spanwijdte van ongeveer 5 tot 6 centimeter. De distelvlinder migreert jaarlijks en is vooral actief in de Benelux van april tot oktober. Ze leggen hun eitjes op waardplanten zoals distels, klit en brandnetels. In het najaar trekken ze terug naar warmere gebieden.
Dat vogels trekken, wist je misschien al. Maar wist je dat ook vlinders echte globetrotters kunnen zijn? De Atalanta is er daar eentje van. In het voorjaar arriveren hier vlinders uit zuidelijkere streken, die zich hier voortplanten, en waarvan de nakomelingen in de zomer rondvliegen. Van de laatste generatie trekken veel dieren opnieuw weg naar het zuiden. Volgens literatuur is de Atalanta een trekvlinder, die dus in de winter niet in onze streken blijft. Maar toch worden er de laatste jaren in februari en maart vaak gezien omwille van klimaatverandering, dus blijven ze toch vaker overwinteren