Voordat wij het pad links in slaan, kijken we nog even naar een grote eik Quercus dentata.
Deze eik heeft het grootste blad en de kleinste eikeltjes (zie foto).
Nu lopen we het pad links op en zien halverwege
een groene bank staan; achter deze bank staat een Acer palmatum 'Cristatum', die nu Acer palmatum 'Shishigashira' heet. Het was een oude moerplant van twee meter hoog, in 1920 is gekocht voor 75 gulden. In de struik
zit diep in de takken verscholen een mistletoe, een tweeslachtige woekerende plant die op gastbomen leeft. Ooit heeft men van de Botanische Tuin van Keulen 1 kg. bessen gekregen en deze in het arboretum op vele bomen gesmeerd. Slechts een tiental is daarvan ontkiemt en groot geworden. Als we ons omdraaien kijken we naar het rosarium. Naast de rozen staan er ook veel coniferen, waaronder:
Chamaecyparis obtusa 'Nana Gracilis'
Chamaecyparis obtusa 'Nana'
Chamaecyparis thyoides 'Andelyensis Nana'
Abies balsamea 'Nana' en Juniperus virginiana 'Globosa'.
Er staan er nog veel meer. U zou zelf ook eens een kijkje moeten komen nemen.
Lopen we dit pad af, dan komen we aan bij de grote border. Op de hoek staat om te beginnen
een zuilvormige tulpenboom, Liriodendron tulipifera 'Fastigiatum'. Aan de voorkant van de border staan nog enkele vaste planten. Vroeger was het een vasteplantenborder, maar tegenwoordig staan er collecties Hamamelis en Ginkgo in. Er staan ook enige mooie rodo's in(zie foto's).
Ongeveer halverwege staat Pinus parviflora 'Glauca' een intens blauwe vorm van de Japanse den, die al blauwe naalden van nature heeft.
We lopen langs de Heidetuin en zien in het gras langs de sloot enige coniferen staan. Ik noem er een paar: allereerst Pinus balfouriana,
de vossenstaartpijnboom, geplant in 1977,
schuin daar achter aan de sloot Calocedrus decurrens 'Pilar' een smalle 'Incense Cedar',
schuin daar weer voor staat Chamaecyparis lawsoniana 'Forsteckensis', dan staat iets verder de zilverkleurige schijncipres, Chamaecyparis lawsoniana 'Silver Queen', geplant in 1993. Aan de kant van de Heidetuin staan langs het pad ook enkele interesante coniferen, Cryptomeria japonica 'Vilmoriniata', dit is de langzaamst groeiende dwerg-Cryptomeria. Een paar stappen verder staat Juniperus virginiana 'Blue Mountain' dit is een vrij grote vaasvormige blauwe conifeer.
Tussen twee paadjes die naar de Heidetuin lopen,
staan twee dwergconifeertjes Chamaecyparis lawsoniana 'Minima Aurea', deze groeit veel langzamer dan cham. laws, 'Minima Glauca'.
Op de volgende hoek staat, Juniperus x media 'P,fitzeriana',waarvan er twee geplant zijn, een op de Noordoostelijke hoek en een op de Zuidwestelijke hoek vande Heideuin.
We naderen nu de goudvissenvijver en zien op de voorste hoek als bodembedekker Genista sagittalis een gele kruipende struik. hiervan staan er meer in de rand van de vijver.
Pinus nigra 'Molette'een zaailing van Pinus nigra subsp. palasiana var. pyramidata de eerste conifeer op deze hoek is een uit het wild afkomstige pijnboom uit Turkije. Aan de andere kant staat in het gras, Calocedrus decurrens ook wel de "incense (wierook)cedar" genoemd.
Een van de westkust van de VS afkomstige van
nature prachtige slanke conifeer. Op de andere hoek staat picea glauca 'Conica' als oude moerplant geplant.
Forsythia x intermedia een hybride tussen F,suspensa en F, viridissima.Snelgroeiende struik tot 2,5 m hoog.
bloemen diepgeel, in overvloedige groepen langs de takken.
Aan de basis is de bloemkroon buisvormig vergroeid en heeft stervormige lobben.
Enkele cultivars zijn: 'Beatrix Farrand', diep kanariegeel,
erg groot meestal 2,5 cm. middellijn, rijk en dicht bloeiend.
'Lynwood: Bloemen met goed gele,brede kroonbladeren; mooie vorm.
'Spectabilis': Bloemen groot, goed geel, bloei is overvloedig.
Een tot 1,85m hoge struik.
Bloeit wit met geel in groepen tot 5 cm middellijn en zonder kroon,
met kleine kelk.
het blad is 10 cm lang, rondachtig of eivormig-hartvormig
aan de basis. In de herfst verkleurd ze naar prachtig scharlaken
of karmijnrode herfst kleuren.
Decaisnea fargesii
Bloeit met grote trossen gele bloempjes,
gevolgd door dikke blauwe peulen.
In deze peulen zit een geleiachtige substansie
waarin zich de platte ronde zaden zich bevinden.
Schoon gemaakte zaden ontkiemen niet.
Het zaad geheel in het gelei gezaaid,
was een groot sucses.
We gaan links de brug over langs de Succulentenkas richting rosarium.
Links van de kas, staat Magnolia liliiflora "Nigra'. (syn. Magnolia soulangiana 'Nigra').
Ze is in 1930 geplant. Een paar stappen verder staat Cupressus glabra 'Glauca'. deze boom werd in 1950 geplant. het was een zaailing van een rij Cupressussen die elders in de tuin geplant waren. In de winter van 1955/56 zijn deze bomen allemaal bevroren. Gelukkig had men nog kegels verzameld, dus men had wel zaad waarvan bovenstaande boom een zaailing is.
We vervolgen ons pad langs een hekwerk dat vroeger werd gebruikt om leibomen langs te leiden. Tegenwoordig staat er een Braam (Rubus ulmifolius "Bellidiflorus')met dubbele bloemen waardoor ze nooit vrucht kan dragen, een trompetklimmer (Campsis radicans) met prachtige oranje klokvormige bloemen en een kiwi (Actinidia deliciosa) tegen. Als onderbeplanting onder deze plante staat de geelwortel, Xaanthorhiza simplicissima. We slaan een stukje over en zien langs de slootkant een els met twee stammen staan. De ene stam is in 1995 dood gegaan en is toen half afgezaagd vanwege de vele spechtengaten die er in zaten. Hier staat ook een prachtige treurhulst, Ilex aquifolium "Argentea Marginata Pendula'. Deze is in 1930 als oude moerplant geplant. Aan de rechterkant van het pad staat een klimroos, Rosa 'Dorothy Perkins.
met kleine roze trosroosjes, een overblijfsel van een rozenboogje uit de jaren twintig.
We lopen een stukje door en komen bij de libanoneik Quercus libani; dit is de moederboom van diverse kruisingen met de moseik: Quercus libonaris 'Rotterdam' en Quercus libonaris 'Trompenburg'. Het blad is klein en smal, de eikels zijn groot. Vlak naast deze boom staat een grote eik, Quercus x turneri 'Pseudoturneri' een groenblijvende eik. Het is een kruising van Quercus ilex, de hulsteik, en Quercus robur, de zomereik. Er achter staat een struikkastanje Aesculus parviflora, in 1937 geplant. De bloei is in de zomer met crèmekleurige kaarsen. Om het zaad zit een gladde bolster. Als we doorlopen komen wij bij een treurbeuk aan. Het is een boom met de naam Fagus sylvatica 'Pendula'. Ze heeft aan de noord-zuidzijde, een tak die wordt gehandhaafd, om een mooi gedeelte van de boom over de sloot te laten groeien. Quercus frainetto de boom die iets verderop staat, is een boom die al vele namen heeft gehad. Het begon met Quercus hungarica, toen werd het Quercus pannonica, nu is het Quercus frainetto. Volgens de nomenclatuur geldt de oudste naam die wereldwijd gevonden wordt. Rechtsaf gaan we een paadje in, waar op de hoek een gouden treurbeuk staat, Fagus sylvatica 'Aurea Pendula'. Hiervan is altijd een reserveboom van aanwezig, omdat het een zwakke boom is. De struik die iets verder naar achtere staat is de Augurkenstruik, Decaisnea fargessi. Deze bloeit met grote gele trossen en de vruchten die daarna komen, zijn dikke blauwe peulen, waarin zwarte platronde zaden in een geleiachtige substantie zitten. De zaden ontkiemen niet als ze worden schoon gemaakt. Echter wel als de zaden in het gelei blijven zitten. We gaan een stukje naar links, naar een brug die naar de kas toeloopt. Naast de brug staat rechts aan de waterkant een boom die in Zuidoost-Azie thuis hoort. het is Albizia julibrissin 'Rosea', een tot de mimosa behorende soort. De bloei is in de zomer met heel veel roze meeldraden. In de winter wordt de boom aan de voet beschermd tegen zonnebrand en vorst.