Michel Colemans, Penningmeester + Quizmaster + Wijkmeester + Boekenmeester
Rit Goetschalckx, secretaris
Willy Stroobants, wijkmeester
Frederic Kubben en Victoria Morré
DAVIDSFONDS OUDERGEM
Welkom in cultuur
05-07-2007
10 juni 2007: ledenmis- wandeling- receptie- verkiezingszondag
Het is bekend dat de mensen van Oudergem niet kunnen stilzitten, maar op die 10 juni 2007 hebben ze toch wat overdreven. Wie gaat nu op een luie zondag naar een gezongen mis, wandelt even 3 kilometer, koelt af in een ondergronds stormbekken, verwerkt een receptie met enkele glazen champagne, overmeestert thuis nog een snelle hap en vervult nog net vóór sluitingstijd zijn nationale kiesplicht? Voor zoiets moet je bij het Davidsfonds van Oudergem zijn.
Nochtans had de wet van Murphy (Als iets verkeerd kàn lopen, zàl het verkeerd lopen) van bij de aanvang toegeslagen. De druk bijgewoonde ledenmis in de St. Juliaankerk moest zonder proost Jos Fannes verlopen omdat die bij een val zijn dijbeen had gekneusd. Maar E.H. Guido Kayaert, zelf ook DF-lid, leidde de dienst op zijn onnavolgbare, gemoedelijke manier. Ook het Gorikskoor, een frequente gast van de afdeling, gaf het beste van zichzelf met minder bekende maar toch prachtige Vlaamse liederen. Jammer genoeg moesten ook het heengaan van ex-bestuurslid en koster Albert Smet en van Albert Levecke worden herdacht.
Na de mis leidt Louis Schreyers, dè heemkundige van Oudergem en een uiterst beminnelijke man, een 25-tal leden en niet-leden doorheen een wandeling waarbij de meesten, nochtans ervaren Oudergemnaren, de weg en de kluts kwijtraken. Langs de Drie Bruggenstraat, voorheen de houtweg naar Elsene, overzien we de diepe berm van de metrolijn: onbekend gebied. Langs deze weg wandelen wij naar het station Delta waar een gehavend muurfresco van Jan Van Den Abeel (Delta Mouvement) kruisende metrolijnen voorstelt. Pauze op de Sint-Verhaegen-bestendige rustbanken van het station, in het zicht van een ware Alechinsky (Sept Ecritures) die vanuit metro Anneessens hierheen gevlucht is: terra incognita.
Op de viaduct aan metro Beaulieu ontdekken we het kunstwerk van Tim Roosen, De Zon. Het was de bedoeling een replica van het zonnestelsel uit te beelden in 9 Belgische gemeenten, op een schaal van 1/40.000.000. De Zon (die hier symbolisch uitgebeeld is) en Mercurius in Oudergem, Venus in Bosvoorde, de Aarde et de Maan in Ukkel, Mars in Hoeilaart, Jupiter in Kampenhout, Saturnus in Gembloux, Uranus in Tongeren, Neptunus in Oostende et Pluto in Florenville. Niemand die het kende.
Langs een onbekende trap dalen we af naar de liefelijke vallei van de Watermaalbeek waar ons rust, groen, water en een prachtige natuur wachten. Daar ging de jonge Louis ooit riet plukken. Eens te meer voelen we ons totally lost. Langsheen een blauwe vierpikkel boven een bassin, die een logische redenering ("La Pensée Verticale" van Guy Bauclair) moet voorstellen, bereiken we de Kleine Wijngaardstraat. Louis glimlacht mysterieus want achter een doodgewone poort wacht ons de beloofde verrassing van de dag. Op een binnenkoer gaat de deur open van het indrukwekkende controlecentrum van het overstromingsbekken van Oudergem. Al even indrukwekkend is de uitleg van hoofdingenieur Dubois. Onder het gebouw dalen we in verbazing af naar een kelder van 119 x 83 x 5,5 meter die 43.000 m3 water kan omvatten. Niettemin had de Woluwe in 2005 slechts 17 minuten nodig om het hele ding en de naburige huizen vol te laten lopen. Sindsdien zijn hier watervloedkeringen opgesteld.
In de metro Herrmann Debroux leest Irène de beschrijvingen voor van de werken van Jan Cox (The fall of Troy) , Roel DHaese (de Vliegenier) en Rik Poot (Ode aan een bergrivier). In de geborgenheid van het Bergojepark doorspartelt een kikker de Rookloosterbeek.
We stellen het bezoek aan de planeet Mercurius nabij het gemeentehuis, evenals aan de kunstwerken van Alfred Blondel ( Anne Pascal) en Jacques Moeschal (Sculpture Architecturale Cubique)uit en rusten uit bij enkele glazen Spaanse champagne in Den Dam, één der weinige plekken van deze wandeling die ons bekend is. Ook daar is Louis Schreyers de ziel van het gezelschap. En samen met hem worden er snode plannen gesmeed voor de ambitieuze "Nacht van de Geschiedenis" die de Davidsfonds-afdelingen van Oudergem, Etterbeek en Elsene in petto hebben voor dinsdag 18 maart 2008.
Op donderdag 21 juni reisden we met het DF van Etterbeek per autocar naar Antwerpen. Daar werden we in de binnenstad rondgeleid en ontdekten we enkele mooie verscholen hoekjes. Kennen jullie bijvoorbeeld de Vlaeykensgang? Dit héél oude straatje is een pareltje waar de tijd is blijven stilstaan. Volgens de legende was er destijds een cabaret, op het nr 12. Als we onze gids André mogen geloven, zou het woord "Caberdouchke" daarvan afgeleid zijn (Cabaret douze).
Beter bekend is de Lange Wapper. Zijn legende dateert uit de 16e eeuw. Hij kon zichzelf zo klein maken als een kind, of zo groot als een reus. Hij pestte dronkaards en speelde met de kinderen. Hij nam ze in het ootje om daarna met een diabolische lach te verdwijnen. Het standbeeld van de Lange Wapper staat vóór het Steen (Oud Nederlands woord voor "versterkt gebouw"). Het is rondom deze burcht dat de stad Antwerpen werd gebouwd.
Op de handschoenmarkt, vóór de O.L.Vrouwkathedraal, vinden we de "Put van Quinten Metsijs". Voor deze waterput uit 1490 smeedde Metsijs het ijzerwerk; hij was aanvankelijk smid alvorens schilder te zijn. Hij werd verliefd op de dochter van een schilder maar deze laatste wou slechts zijn dochter aan Quinten Metsijs uithuwelijken voor zover hij schilder werd. Een grote kunstschilder werd die dag geboren! Wat ware liefde niet allemaal kan teweegbrengen!
Verder bezochten we nog het Marktplein, de fontein van Brabo en het Vleeshuis en belandden terug op de kade, waar de Flandriaboot, de "Mozart", ons opwachtte. De bootreis kon beginnen, eerst de Schelde opvaren en daarna het kanaal.
Eerst een beetje historiek over het zeekanaal Brussel-Schelde (ook Willebroekse vaart genoemd). De website van de Gemeente Willebroek vertelt er het volgende over:
"Het idee om een rechtstreekse waterweg te graven tussen Brussel en de Rupel ontstond reeds in de eerste helft van de 15de eeuw. Reeds in 1436 verleent Filips de Goede toestemming om de werken aan het kanaal uit te voeren. Door protest van de stad Mechelen werden de plannen echter gedurende ruime tijd opgeborgen. De stad Mechelen had immers als enige tolrecht op de schepen die via de Zenne naar Brussel voeren. Het is pas in 1531 dat Keizer Karel voor een ommekeer zorgt en de toestemming van Filips de Goede voor het graven van een kanaal, hernieuwt. Uiteindelijk duurt het nog tot 1550 vooraleer de nieuwe landvoogdes Maria Van Hongarije, de toestemming geeft om de werken te starten. Op 16 juni 1550 geeft Jean van Locquenghien, burgemeester van Brussel, de eerste spadesteek. In 1561, na elf jaar, wordt het kanaal met een indrukwekkend feest geopend."
Onze boottocht duurde wel langer dan gepland. Inderdaad, we moesten nog door de sluizen van Wintam en Zemst. De eerste versassing verliep vlot, de tweede minder. In Neder-Over-Heembeek gingen er een aantal mensen aan wal. Ze moesten echter eerst overstappen op een andere boot, wat niet van een leien dak liep. Het kostte onze schipper enorm véél moeite om de boot tegen de andere boot te loodsen en vooral om de uitgangspoorten van beide boten pal tegenover elkaar te plaatsen. Na méér dan een half uur slaagde hij er eindelijk in en konden we verder varen. Terug een obstakel: om onder de laatste brug door te kunnen moest de kapitein eerst nog zijn stuurhut afbreken; die was inderdaad te hoog. Terwijl we onder de brug doorvaarden moest de kapiteinzich dan nog eens bukken om te vermijden dat hij een kopje kleiner werd gemaakt. Het was wel een bizar spektakel!
Iedereen kwam heelhuids toe in Laeken, wel met 1u30 vertraging, maar de meesten toch tevreden over hun daguitstap. De deelnemers waren vooral inwoners van Etterbeek, maar er waren ook inwoners bij van Oudergem en Overijse. Het weer was maar zus en zo, véél wind, maar geen regen. We leerden nieuwe mensen kennen en wisselden telefoontjes en E-mailadressen uit. Al bij al toch een interessante en plezierige dag.
Op dinsdag 15 mei 2007 heeft Marleen Reynders voor een volle zaal een schitterende uiteenzetting gehouden over de Revolutie van Achnaton en Nefertiti.De multimediapresentatie van deze licentiaat in de egyptologie en de musicologie, docent DF-Universiteit Vrije Tijd, gids bij de Davidsfondsreizen, ex-voorzitter van Egyptologica Vlaanderen en auteur van vele Davidsfonds-boeken, was zoals verwacht van topniveau. Na afloop kreeg men het gevoel een tijdlang aan het hof der Egyptische faraos verbleven te hebben.
Mevr. Reynders bracht een zeer volledig overzicht van alle aspecten van de 18-jarige ambtsperiode van Farao Achnaton (ca. -1360). Onder zijn oorspronkelijke naam Amenhotep IV erfde hij van zijn vader een koningschap dat zwaar beperkt was door de politiek-religieuze overmacht der polytheïstische priesterorde. Hij poogde deze macht te breken door zichzelf voor te stellen als de enige zoon van de zonnegod Aton en de als enige bemiddelaar tussen Aton en het Egyptische volk. Bovendien liet hij een rituele moord plegen op de andere goden. Hij veranderde zijn naam tot Achnaton (=hij die verplicht is aan Aton), verliet de hoofdstad Thebe met zijn donkere koningsgraven en stichtte Achet-Aton (= horizon van Aton, nu Amarna), naar ligging en urbanisme volledig gericht naar de zon. Op centrale plaatsen prijkten een 700 meter lange tempel zijn eigen graftombe. Tegelijk vernieuwde Achnaton de kunst door het plechtstatige te vervangen door het meer intieme en huiselijke.
Maar intussen verloor Achnaton zijn machtspositie in Syrië aan de Hittieten en kwam de reactie van de priesterorde op gang. Toevallig ontdekte kleitabletten in spijkerschrift onthullen een scherpe diplomatieke correspondentie met noordelijke koninkrijken. Achnatons voornaamste vrouw Nefertiti, moeder van 4 dochters, werd eerst voorgesteld als zijn mindere, maar promoveerde later tot co-regentes en werd, na Achnatons overlijden (moord ?), koningin-regentes. De priesterorde en de militairen namen weer de bovenhand. Toetanchaton, Achnatons 18-jarige zoon uit zijn huwelijk met Teje moest zijn naam veranderen tot Toetanchamon. Achet-Aton werd verlaten. De absolutistische droom was voorbij. Maar er bleef toch een breuk in de kunst hangen en het polytheïsme zou een diepe crisis blijven doormaken. Na -950 raakt het oude Egypte onder de heerschappij van, achtereenvolgens, de Libiërs, Ethiopiërs, Assyriërs, Perzen, Grieken, Romeinen en (+641) de Arabieren.
Ook naar de vorm was dit een prachtige voordracht: zonder omwegen naar de essentie; een gezapig ritme, een duidelijke taal, indrukwekkende beelden en de rode draad van de af en toe terugkerende stamboom van de 18e dynastie. Op geen enkel ogenblik verzwakte de aandacht van het publiek. Tijdens het sper-vragenuur toonde Marleen Reynders haar volledige beheersing van de materie. Als relatiegeschenk kreeg de spreker het boek van Louis Schreyers en Irène Arquin mee over Oudergemse Verhalen. En tijdens het drankje achteraf viel herhaaldelijk te horen dat onze afdeling nog meer dergelijke kwaliteitsactiviteiten zou mogen brengen.
Op 2 juni 2007 ging de jaarlijkse daguitstap van het Gewest Brussel richting
Biercée, waar we de distilleerderij bezochten.
Een gids leidde er ons rond en legde ons o.a. uit hoe 10 kg vers fruit wordt omgetoverd in een fles eau-de-vie of likeur.Ook werd ons in geuren en kleuren verteld hoe bijvoorbeeld Eau de Villée en P'titPeket gebrouwen worden. De dag van ons bezoek rook het er vooral naar sinaasappelen. In de "Kamer van Distilleerders" bewonderden we een collectie van oude distilleerkolven, werktuigen en boeken. We woonden er een korte audiovisuele voorstelling bij. In de "kamer van smaken en geuren" mochten we de verschillende kruiden opsnuiven en aanraken en hadden we het raden naar de kruiden; kortom: een héél moeilijke opdracht!
In de "Grange des Belges" mochten we naar keuze een likeur en/of bier proeven.
Daarna bezochten we de Sint-Ursmaruskerk van Lobbes. Deze kerk werd omstreeks het jaar 900 gebouwd en is de enige Karolingische (abdij)kerk die in België bewaard bleef.
Na een heerlijke maaltijd bezochten we in de namiddag de majestueuze ruïnes van de voormalige Abdij van Aulne. Deze plek is genoemd naar de elzenboom
(geslacht Alnus, in het Frans aulne), die hier wellicht in grote hoeveelheden voorkwam toen de abdij werd gesticht (in 657).
De geschiedenis van Aulne is een opeenvolging van luisterrijke en van rampspoedige periodes, oorlogen en plunderingen.
In 1794 werd Aulne door de Franse Revolutie in de as gelegd en tot ruïne herleid. De plaatselijke bevolking, die het al een tijdje moeilijk had met het autoritaire beleid van de invloedrijke abten (onder meer m.b.t. de graanprijzen) maakte het werk af nu ze de kans kreeg haar opgekropte haatgevoelens te luchten.
Vanuit de autobus hadden we een prachtig zicht op de hangende tuinen van Thuin. De gedichten van de plaatselijke schrijver, Mathieu Anciaux, beter bekend onder zijn pseudoniem "Jean de la Biesmelle",bevestigen wat destijds de pracht en praal van de hangende tuinen van Thuin moet zijn geweest: "de in terrassen aangelegde tuinen, die trapsgewijs als een waterval op de heuvels lagen, boden, van de rivier tot aan de hemel, hun manden vol planten, vruchten en bloemen".
Het was een prachtige dag. We leerden véél bij en hebben lekker gegeten en gedronken.
De deelnemers vormden een gezellige en sympathieke groep.