Moray,moeralen of murenen.
Er zijn meer dan 110 mureen
soorten.
Het zijn jagers die hoofdzakelijk
s'nachts en bijschemering actief zijn .
Leeft in lagunen en op buitenriffen
van 0,3 tot 46 meter.
Ze komen voor van de Rode Zee
tot Fr. Polynesië
N: Riukiu’s Z: Oost –Afrika.
Het zijn zeer goede zwemmers
zowel voor als achteruit,
koplopers hebben 260 wervels,
ze zijn dus zeer wendbaar en
snel verdwenen in hun hol.
Ze zijn plaatsgebonden en
heb ben een eigen vaste
plek meestal,grote
exemplaren,verschillende die op ongeregelde tijden
worden verwisseld en die
wel 200 m. uit elkaar liggen.
Meestal ziet men enkel hun
kop,en ziet men ze enkel
vrij zwemmen als ze van
het ene koraalblok naar het
andere glijden .
In gebieden waar ze gevoederd
worden is dit gedrag
verandert en zwemmen ze op
de duikers af.
Ze leven meestal solitair.
Murenen zijn ook tweeslachtig ,
ze blijven liefst op hun
vertrouwde rif en de drijven
seks met zichzelf. Het zijn hermafrodieten,
dus vrouwtjes en mannetjes
ineen simultaan hermafrodiet,
dit betekent dat eicellen
en spermacellen in één dier
tegelijkertijd tot rijping.
Hierdoor is de bevruchting
van de eigen eitjes,maar ook
die van andere mogelijk.
Handig niet ?
Ook voor duikers:
ze moeten zich niet afvragen
of het om een mannelijk
of vrouwelijk exemplaar
gaat.
Murenen hebben ook een
heel scherp gebit,elk aan
hun voorkeur voedsel aangepast.
Hun belangrijkste zintuig
is de neus,daar oriënteren
ze zich mee en zo vinden
ze de slapende vissen
’s nachts.
Ze hebben 4 gevoelige
buisopeningen,2 bevinden
zich bij de punt van de boven
kaak en 2 zitten achter de
ogen.
Hun gezichtsvermogen is zeer
slecht . Overdag zie je ze uit hun hol
kijken en hun bek gaat
ritmisch ver open en dicht,
dit is hun ademtechniek.
Hun kieuwen bevinden
zich redelijk achter op hun
Kopen hebben een kleine
uitstroom opening,hij moet
het waterdoor de lange en
nauwe kieuwenstelsel
persen .Het ontbloten van
de tanden is dus onschuldig
pompen voor zuurstofvoorziening .
Als murenen dreigen sperren
ze hun bek wijd open en
houden die zo tot het gevaar
geweken is .
Als regel bijten murenen niet ;
enkel als ze gewond zijn, in
het nauw gedreven,of gevangen
worden.
Gevoederde murenen daar en
tegen gaan niet zelf meer op jacht en worden opdringerig
en happen naar alles wat naar
voedsel ruikt,dus wees voorzichtig,
de beten zijn niet giftig doch
genezen vaak slecht.
Murenen hebben geen giftanden:
het gif bevindt zich in de slijmhuid
van de bek !.
|