de weg liep dood althans mijn gladiolen stierven nog eer ze konden verwelken
op een dag die ik niet kende verloor de liefde haar kracht haalde, onverwachts, zelfs niet meer de komende zonnewende
alleen nog dunne woorden verlieten, uit zekere nood geboren, leeggedronken kelken
deed de geest zo op eigen wijze zijn werk?
wie zal het zeggen; zij is immers ongrijpbaar en bovennatuurlijk sterk
of wist ik, als mens en betrekkelijk van aard in de vergane jaren, door navolging opgespaard, de waarheid niet meer te toetsen op zuiver goud
niemand zal het weten wel leek het al jaren uitzichtloos koud
|