Inhoud blog
  • 20 Epiloog
  • 19 Dag 16 Kluisbergen - Brugge
  • 18 Dag 15 Crevecoeur Cambrai - Kluisbergen
  • 17 Dag 14 Val Joly - Crevecoeur
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Elzasfietstocht 2009
    Met de bende van Bob naar de Elzas
    01-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.07 Dag 4 Landonvillers - Sarrebourg

    Dag 4   Landonvillers - Sarrebourg

     

     

    Als we die ochtend door het raam kijken beseffen we dat er ander weer op komst is.

    Elk om beurt kunnen we het sanitair gebruiken.

    Samen met onze Nederlandse fietscollega nemen we een stevig ontbijt.

    We kunnen hem nog wat raad geven, hij volgt dezelfde weg, die wij in 2007 deden. Voor ons wordt het vandaag een overgangsetappe. We moeten nog een stukje door La Loraine en daarna op weg naar l’Alsace.

     

     

    Het is 9h00, we laden alles op de fietsen en rekenen af.

    Nog een foto met zijn allen en met Madame Weber en daar gaan we dan voor onze 4° fietsdag. We moeten de richting Courcelles-Chaussy, een beklimming door een bos tot in dit dorp. We rijden nu op de drukke N3 tot Bionville-sur-Nied. Nadien volgen we een klein weggetje naar Raville. Een lange afdaling brengt ons in Fouligny en iets verder in Guinglange. We zien vóór ons een dicht woud en iets later rijden we kilometers lang door “Foret de Dom Remilly” tot Arriance.

     

     

    Als we het bos verlaten begint het plots lichtjes te regenen. We moeten voor het eerst onze capes aantrekken. We blijven, zij het wat rustiger doorpeddelen tot Arriancourt. We doen inkopen aan een winkelwagen en weten dat het de enige mogelijkheid is om ons te bevoorraden met brood, kaas, tomaten en fruit.

    De schaarse plaatselijke bewoners doen een haastig praatje. Het begint hevig te regenen, Hugo en Antoine houden zich schuil in een schuur, op het dorpspleintje. Zij hebben het gezelschap van een Hollands fietskoppel.

     

     

    Deze fietsers komen terug vanuit het zuiden en volgen dezelfde reisweg als wij doch in omgekeerde richting. Na een poosje mindert de regen en we nemen afscheid van deze vriendelijke collega’s. Het is nog maar 11h00 en we hebben al 35km op het tellertje staan. We moeten hier in het dorp linksaf een lang stuk in Oostelijke richting. We rijden door een dal met enkele verlaten dorpen. We dalen af door Suisse, neen niet Zwitserland, maar een van die slordige boerendorpjes.

     

     

    Vervolgens komen we in Landroff, Harprich en Vintrange. Het is voortdurend omhoog en omlaag. Gelukkig zijn het zwakke hellingen en vorderen we goed in de onophoudelijke regen. Terwijl we schuilen in een bushok in Vahl-les-Benestroff picknicken we. Er blijven dreigende wolken, we moeten nog een 45-tal kilometer verder. Na een poos kunnen we onze capes eindelijk opbergen.

     

     

    Nu zijn we in het “ Pays des Etangs” een streek met veel vennen en meertjes. De ondergrond is leemachtig, denk ik en kan het water moeilijk dieper doorsijpelen. De watertjes zijn echte visvijvers, overal zijn er visserzitjes te zien.

     

    In Mitterheim, het eerste echte dorp na vele kilometers vinden we aan een kanaal een Restaurant-Café. Eindelijk, kunnen we wat rusten en onze dorst lessen. Antoine, die als eerste binnen is, vindt hier zijn biermerk niet. “Pas de Duvèl”. De patroon negeert hem, best dat wij binnen komen. We kunnen de nors geworden cafébaas wat sussen en we drinken dan maar een paar frissen Kronenbourg’s.

     

     

    Vóór we vertrekken geeft hij ons uiteindelijk toch nog enkele nuttige aanwijzingen. Langs het “Canal des Houillières de la Sarre” kunnen we het best en zonder teveel druk verkeer in Sarrebourg geraken. We volgen het jaagpad, links en rechts zijn er meertjes en wat later dichte bossen. Elke kilometer is er een sluis en mijn fietsmakkers willen ook eens sluiswachter spelen.

     

             

     

    Na een 12 tal kilometer moeten we linksaf, we verlaten het kanaal.

    Het begint opnieuw te regenen. We trekken onze regenkledij aan en op een drafje komen we in Saint-Jean de Bassel. Hier zijn er enkele splitsingen.

    Antoine en Hugo hebben niet opgemerkt dat ik de weg wil vragen en stuiven verder. Pol en ikzelf blijven geduldig wachten tot onze vrienden terugkeren.

     

     

    Hugo heeft opgemerkt dat wij niet meer volgen en komt spoedig terug.

    Antoine blijft koppig doorfietsen. Pol krijgt het koud in de frisse regen en besluit door te rijden langs de aangewezen weg naar Sarrebourg tot het besproken hotel.

    Ikzelf blijf wachten terwijl Hugo, Antoine terug tracht te vinden.

    Een moeilijke opgave in dit bosrijk heuvelachtig landschap. Hugo komt terug zonder onze verdwenen vriend.

    Ik probeer Antoine op zijn gsm te bereiken maar krijg geen gehoor.

    Na een half uur wachten op het kruispunt rijden wij dan ook maar door.

    Hopelijk vindt Antoine het “Hotel de France” in Sarrebourg.

     

     Om 18h00 komen we aan in Sarrebourg. Het hotel is gelegen, op de hoek van de drukke invalsweg juist vóór de brug over de Sarre en het stadscentrum. Pol staat te wachten in de receptie. Maar van Antoine is er geen spoor….

    We krijgen onmiddellijk 2 ruime kamers met uitzicht op een rustige zijstraat.

     

    Enkele minuten later komt ook Antoine toe. Hij was verloren gereden en heeft het thuisfront moeten opbellen. Mijn lijstje met alle hotels heeft hij thuis laten liggen. Zo heeft Bea het adres kunnen doortelefoneren.

    Eind goed al goed, we zijn alle vier blij nu we opnieuw goed en wel voltallig zijn.

     

     

    Na deze regendag moeten we onze fietskledij wassen en drogen…….

    We spannen een lijntje en kunnen alles te drogen hangen……

    Onze fietsschoenen drogen we door ze op te vullen met krantenpapier.

    Na een deugddoende warme douche willen we de stad verkennen en souperen.

    De hotelbaas prijst ons het restaurant “Chez l’ Ami Fritz” aan, dat in de hoofdstraat is gelegen. Het is er druk en we nemen een voorgesteld jaargetijde menu met Moezelwijn.  We hebben een ontmoeting met twee fietsers uit Oostende, ze verblijven toevallig in het zelfde hotel als wij.

    Vanaf morgen doen ze een fietstocht voor enkele dagen naar de Rijn in Duitsland.

     

     

    Na ons avondmaal maken we nog een wandeling. Het begint echter opnieuw te regenen en heel vlug keren we terug naar het hotel.

    Hopelijk is morgen alles goed droog.

    Na deze bewogen en vooral natte dag kruipen we snel onder de deken.

    Slaapwel!

     

    Start :         Landonvillers om   9h00

    Aankomst: Sarrebourg     om  18h00

    Afstand :     104km

    Cumul  :     397km

    Weer:         Veel regen en zware bewolking +/- 18°C

     

    Verblijf:

    Hôtel de France 3, avenue de France

    57400 SARREBOURG (Moselle-Loraine)

    03 87 03 21 47     03 87 23 93 57

    http://www.hoteldefrancesarrebourg.com

     contact@hoteldefrancesarrebourg.com

     

    01-02-2010 om 11:48 geschreven door Via de la Plata


    03-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.08 Dag 5 Sarrebourg - Obernai

    Dag 5 Sarrebourg – Obernai

     

     

     

    Onze kledij is volledig droog. Onze schoenen echter, zijn nog wel wat vochtig.

    Dan is het maar zo, er zit niks ander op.

    Eerst “petit déjeuner”, gelukkig is het een ontbijtbuffet, niet zo evident in de Franse hotels. Het is 8h00 en onze Oostendse vrienden zijn ook al van de partij. Ze hebben niet zoveel ervaring met het lange afstandsfietsen. We stellen hen gerust en na een goede babbel, worden ze enthousiast en willen vlug vertrekken.

     

     

    Hugo voelt zich niet op zijn gemak. Zijn uurwerk is namelijk zoek. Hij vermoedt dat hij dit gisterenavond heeft laten liggen in het restaurant. Vóór we de stad verlaten gaan we daar eerst langs, verzeker ik hem.

    Het weer ziet er vandaag veel beter uit, de zon is volop van de partij. Afrekenen, bagage de fietsen op en daar gaan we dan.

    Terwijl Hugo en ikzelf naar het restaurant rijden, doen Pol en Antoine picknick inkopen op de wekelijkse versmarkt aan de boorden van de Sarre rivier.

     

    We hebben pech, het eethuis is nog gesloten. Ik zie echter een toegang in de zijstraat. ….Enkele minuten later komt er een jongeling de zijdeur openen. Ik leg hem ons probleem uit. Het uurwerk wordt niet gevonden. Hugo maakt zich geen zorgen meer, het is een goedkoop type. Hij zal een nieuwe kopen straks op de markt.

     

     

    We maken nog een korte rondrit door Sarrebourg. Het stadje ligt aan de voet van de Vogezen maar stelt niet zoveel voor. Enkel het “Chapelle des Cordeliers” met het glas in loodwerk “La Paix” van Chagall, is enigszins bekend. Gisterenavond hebben we het eventjes kunnen bewonderen.

     

     

    Nu moeten we naar Buhl richting Wahlscheid. Het is wat zoeken tussen het nerveuze ochtendverkeer. Na een 3tal kilometer kunnen we van de grote weg af naar Niderviller. Voorbij de kerk, duiken we een klein weggetje in. We twijfelen een beetje. Bij de “Port de Plaisance” komen we op een geasfalteerde bosweg met de naam “Route du Arzvillers”.

    Deze weg moeten we nu volgen. Bij een open plaats in het bos ontwaren we heel diep onder ons een kanaal en iets verder een kanaaltunnel. Dit moeten we toch eens van dichtbij bekijken…….Juist op het ogenblik dat ik de tunnelingang bereik komt er een pleziervaartuig afgevaren. We zien het bootje ook nog verdwijnen in de tunnel. Mijn fietsmakkers blijven boven het schouwspel volgen.

     

               

     

    We fietsen verder, naar ons gevoel boven de scheepstunnel. We komen op een drukke steenweg en dalen af tussen de auto’s. Na enkele haarspeldbochten zijn we in het dorp Arzviller. Iets verder komen we opnieuw aan het kanaal. Hier moeten we het prachtige fietspad op de trekweg volgen. Aan de overzijde van het kanaal is er een steile hoge rotswand.

     

     

    Maar oh ramp, 3 km verder staan we voor een gesloten en hoge hekafsluiting. We begrijpen er niks van, nergens is dit ook maar vooraf gemeld. Er is geen doorkomen aan. Achter het hek is er een groot open terrein en iets verder een groot gebouw.

    Plots zie we iemand, ik roep ernaar en ja hij komt naar ons toe.

    We zijn aan het hellend vlak van Saint-Louis Arzvillers, de man laat ons door, mits betaling van een toegangsticket.

    We hebben geluk er is juist een rondleiding en de scheepslift is in volle werking. Er liggen aan elke kant een 6tal pleziervaartuigen te wachten. Wat een spektakel. We blijven een uur het schouwspel volgen. “Le plan Incliné” vervangt 17 opeenvolgende sluizen over een 4tal kilometer. De helling overwint een hoogteverschil van 45 meter en heeft een stijging van 41%.

               


    De 2 bakken, waarvan één stijgt terwijl de andere daalt, hebben een afmeting van 41,50m x 5.50m en wegen samen 900Ton. Dit kunstwerk doet de scheepvaart minstens één à twee dagen tijd winnen. Het is in dienst sedert 1969. In de eerste jaren na de bouw, kwamen hier dagelijks een 50-tal vrachtschepen voorbij. Gelukkig hebben ze hier nu het riviertoerisme.


    Er maken nu, op één jaar, 10.000 pleziervaartuigen gebruik van de lift. Het hellend vlak krijgt ongeveer 140.000 bezoekers jaarlijks. We zijn heel blij dat we dit spectaculair kunstwerk in werking gezien hebben. Nu moeten we door het ontvangstgebouw naar buiten en het fietspad volgen langs het “Canal de Marne/Rhin naar Lutzelbourg. We rijden voorbij enkele oude kanaal gedeelten met vervallen sluizen.


    Het is lekker fietsen langs het water. Om 12h komen we in het stadje Saverne toe. Grote drukte hier, we willen absoluut een terrasje doen. Bij een sluis vinden we uiteindelijk een plaatsje. We genieten van enkele Elzas biertjes in de zon. Heerlijk……..


    Het is eventjes zoeken hoe we hier uit dit stadje geraken. We moeten het kanaal verlaten en richting Marlenheim vinden. Na 7km komen we in het piepklein dorpje Marmoutier met een lompe markante kerk. We zijn in de helft van onze dagrit en besluiten hier op het plein onze middag- picknick aan te spreken. Mooi in het zonnetje en onder toezicht van de plaatselijke bevolking, laten we het ons smaken.

     

    We moeten nog even een hoofdweg volgen om rechtsaf een aardige beklimming te nemen. Het valt echt niet mee om na onze maaltijd puffend naar boven te klimmen. Het uitzicht maakt alles goed, vanaf hier zien we de heuvels van de Elzas. We blijven op een fietspad en dalen af naar Salenthal, iets verder komen we in Romansviller en vervolgens in Marlenheim. Hier start onze “Route du Vin d’Alsace”.

     

    Om 16h komen we toe in Molsheim. Grote dorst doet ons op een zonnig terrasje op het grote marktplein neerstrijken. We kunnen al de typische Elzasbouwstijl bewonderen. Het is een toeristische en historische stad, de hoofdstad van de regio Bas-Rhin. Hier werden blijkbaar de eerste Bugatti raceauto’s gebouwd, Molsheim was toen nog Duits grondgebied. Op de markt staat het Metzig, een renaissance 15 eeuws gebouw.

     

    We verlaten de stad door een poort en volgen de “Route du Vin” naar Rosheim. Het zijn mooie kleine weggetjes tot Boerch en Otrott. Vanaf hier zoeken we de weg naar Obernai.

    3km hoofdweg en we zijn in Obernai. Wat een drukte op het stadsplein en de winkelstraten. Blijkbaar hebben enkele bussen hun toeristen hier uitgegooid. Alle terrassen zijn bezet door, zo te zien, wat minder jong publiek.
     


    Heel vlot vinden we “La cour des Hôtes & La Mercerie” ons verblijf voor de volgende nacht. We beleven een geestdriftige ontvangst door een jongeling, hij begeleidt ons onmiddellijk naar het appartement op de 1°verdieping. We zijn opgetogen met de prachtige kamer, we hebben elk een afzonderlijk bed, er is een heel ruime badkamer en zelfs een keuken.

    Voor één nacht met inbegrip van ontbijt 79€, we mogen boffen. We zweten en genieten van een zalige douche. Toch zijn we heel vlug klaar, dorst jaagt ons naar een van de zonnige terrassen.


    Grote verwondering, geen toeristen meer, we hebben de terrassen voor ons alleen. Wat kunnen een paar koele wijntjes deugd doen. Op onze stadswandeling, vraag ik aan enkele plaatselijke mensen waar wij best gaan eten. Iedereen prijst ons Restaurant “La Dime” aan.


    Het is een beetje zoeken, het restaurant ligt iets buiten het echte toeristische centrum. We willen absoluut de “Gastronomie d’Alsace” proeven. En ja het wordt: “Choucroute gegarnierd met varkensvlees, worst spek en ham en zoals het hoort met een Elzasser wijn. Het is om duimen en vingers af te likken. Zelfs wij, met grote honger, moeten ons inspannen om de schotel leeg te krijgen.

    Met een dikke buik, doen we nog een flinke avondwandeling en nemen nog een biertje op een van de terrassen. Moe maar voldaan slenteren we naar ons verblijf. Na enkele ogenblikken is er een snurkconcert. Slaapwel!

     


    Start :         Sarrebourg     om   9h00

    Aankomst:     Obernai     om  17h30

    Afstand :     85km

    Cumul  :     482km

    Weer:         Zonnig af en toe bewolkt weinig wind  20°C

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes La Cour des Hôtes & La Mercerie

    6 rue du Marche  67210 Obernai

    Tel : +33.388 048 928

    http://lamercerie.monwebpro.com/

    lamercerie67@orange.fr


     

    03-02-2010 om 11:18 geschreven door Via de la Plata


    06-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.09 Dag 6 Obernai - Colmar

    Dag 6 Obernai - Colmar

     

    Het B&B “La cour des Hôtes & Mercerie” is een paradijs van rust, ook al ligt het in het drukke toeristische stadcentrum. Echt een aanrader, zeker voor trekkers zoals wij. Na ons ochtendritueel melden we ons om 8 uur opgewekt aan het ontbijt. Onder de parasol op het zonnige, bebloemde terras staat onze ontbijttafel netjes klaar.

    De patroon komt ons gezelschap houden. Hij maakt met veel plezier klaar wat we wensen.

     

               

     

     

    De B&B houder blijft gretig met ons kletsen, hij heeft tijd zat. We krijgen enkele nuttige tips, hoe we best de stad verlaten om op onze route te komen.

    Om 9h afrekenen en vertrekken. Op het feeërieke marktplein bevoorraden we ons met Euro’s. Daar gaan we dan voor een complete dag “Alsace”.

     

     

    “La Route des Vins d'Alsace” slingert zich van noord naar zuid door de heuvels van de Elzas. Deze bewegwijzerde route is 170 kilometer lang. Hij kronkelt aan de voet van beboste hellingen van de Vogezen. We volgen de aanwijzingen voor fietsers en rijden op kleine baantjes dwars door de golvende wijngaarden. Het weggetje is soms steil maar komt elke keer naar omlaag en dwarst de beroemde dorpjes met hun smalle straatjes.

     

     

    Om 10h zijn we in Barr, een echte toeristische trekpleister. Het is nog vroeg en toch is er al heel veel volk in de hellende straatjes. We nemen enkele foto’s op het plein voor “l’Hôtel de Ville”. Tussen de authentiek gebleven huizen rijden we steil omhoog naar de protestantse kerk van Saint-Barr. 

    Van Barr klimmen we naar Mittelbergheim tussen de groene wijnvelden. Overal wordt er druk gewerkt in de wijngaarden. Met hun tractoren op hoge wielen zijn de wijnboeren bezig met de nevelspuit, wat een ongezonde walm. Soms worden we aangemoedigd door de wijngaardarbeiders, de meesten met ietsje donkere huidskleur. De vrouwen en mannen zijn de overtollige ranken aan het snoeien en onkruid aan het ruimen.

     

     

    Na Andlau vliegen we met grote snelheid door de enige straat van Itterwiller.

    Het dorp is enig mooi en overvloedig bebloemd. Iets verder nog twee dorpjes met enkele huizen, Nothalten en Blienschwiller.

    Vanaf hier moeten we veelvuldig klimmen tussen de wijnvelden. Hoog op de heuveltoppen zien we oude kastelenruïnes.

     

     

    Vervolgens dalen we naar Dambach la Ville, met een schitterend plein en straatjes vol vakwerkhuizen. Echt niet te geloven hoe die minder gekende, kleine dorpjes hun oorspronkelijke staat behouden hebben.

    Blijkbaar heerst hier een microklimaat, droog en zonnig in de zomer. Ook wij genieten van een zalig warm weertje het is 25°C en geen wind.

     

     

    Grote dorst dwingt ons op een terrasje.

    Zouden we hier ook middagmalen? Na een paar frisse Elzassers, besluiten we nog een tiental kilometer door te fietsen.

    We komen op “La Voie Romaine” in Châtenois, een oude weg met keibestrating. Buiten het dorp en voorbij een torengebouw met ooievaars blijven we die kaarsrechte weg volgen aan de voet van de heuvels.

     

     

    Na Kintzheim en St-Hippolyte komen we in Bergheim, weer een van die historische kernen. We rijden heel wat wijnbouwershuizen voorbij. Nadien, enkele vestingmuren en een prachtig plein met een weelderig begroeide fontein. Iets buiten het stadje zien we het kasteel van “Haut Koeningsbourg”.

     

     

    Nu moeten we richting Ribeauvillé, we besluiten om hier te middagmalen…..Het is gelukkig niet druk….Waar zijn al die autobustoeristen plots naartoe ???

    Vóór we de hoofdstraat inrijden vleien we ons op een beschaduwd terras en bestellen ons elk een “Tarte flambé” met een fles Gewürztraminer.

    Nog een koffie en wat dessert en daar gaan we weer.

     

     

    Ribeauvillé ligt tussen de groene wijngaarden aan de voet van het Massif du Taennchel. Het stadje is verdeeld in twee delen “La ville basse” en “La ville haut”. Dus wordt het klimmen naar “la haut” tussen het groen om opnieuw af te dalen naar Riquewihr. Wat een ongewone toeristische drukte, dit zijn we helemaal niet meer gewoon.

     

     

    Riquewihr heette vroeger Reichenweier of rijk dorp. Het is een van de bekendste dorpen op de route du vin. Het ligt binnen een vierkante omwalling met stadspoorten. We wringen ons traag tussen de drukte, heel steil omhoog. Pol is afgestapt en doet de beklimming te voet. We bewonderen de rijkelijk versierde vakwerkhuizen. Boven, juist vóór de stadspoort wachten we op onze vriend. Hij geniet van de drukte en vindt het spijtig dat wij verder moeten.

     

     

    Na Riquewihr volgen we de route naar Kientzheim. Weer sterk stijgen door de wijngaarden in zuidelijke richting. Het wegdek is niet al te best, we moeten voorzichtig de afdaling nemen naar Kientzheim. Hier vliegen we voorbij een prachtige mooie oude fontein.

     

               

     

    Iets verder weer door een poort om na vier kilometer in Kaysersberg te belanden. Ook hier opnieuw een overvloed aan toeristen. Grote dorst doet ons op een druk terras belanden. Naast ons wordt er zelfs Vlaams gesproken, het zijn twee minder jonge paren uit Izegem. We genieten van enkele biertjes en een gezellige West-Vlaamse babbel.

    De provinciegenoten zijn vol verwondering over onze onderneming en ze willen alles tot in detail weten.

     

     

    We moeten nog minstens 15km door de wijngaarden eer we in Colmar aankomen. Eerst rijden we door Ammerschwirh, hier voert de route ons weer wat omhoog naar Katzenhal. In de verte zien we Colmar liggen. Twee heuvelflanken over en vervolgens afdalen naar Turckenheim. Door “La Porte de Munster” verlaten wij het stadje op weg naar de grootste stad van de Elzas. Het is 17h30, er heerst een nerveuze autodrukte in de stad…….Mits grote voorzichtigheid komen we aan de kathedraal met er rechtover het “Office de tourisme”. Om langer zoeken te vermijden stap ik daar maar binnen. Onmiddellijk legt een van de vriendelijke dames mij uit hoe we bij onze geplande overnachtingadres kunnen geraken. Enkele minuten laten rijden we door de poort van “Maison Martin Jund”. Ongelofelijk, midden in de binnenstad en toch zo’n kalme omgeving. Een prachtige met veel groen en bloemen versierde gevel op een grote binnenplaats.

     

     

    Na enkele minuten komt Madame Myriam ons ontvangen. Zij begeleidt ons onmiddellijk naar de voorziene kamers. Blijkbaar zijn alle plaatsen op de bovenverdieping omgetoverd in slaapkamers. Het is er wat rommelig en we moeten trapje op trapje af door enkele moeilijke gangen. We hadden hier nochtans iets beters verwacht. Toch is alles aanwezig en…….Het is maar voor één nacht. We doen niet moeilijk.

     

    We hebben dorst en bestellen enkele flessen koele witte wijn van het huis en twee flessen Crémant d’Alsace, voor deze avond.

    Vóór we uitpakken en onze bagage naar de kamers brengen. Genieten we van de frisse Martin Jund wijn onder de wijnranken die het terras beschaduwen.

     

                

     

    Na ons was en plas halfuurtje, willen we de inwendige mens versterken.

    Heel vlug zijn we in het oude stadsgedeelte, op elk plaatsje en hoekje zijn er hier traditionele buitenterrasjes. We wanen ons in Brugge, ook hier zien we een wirwar van kanaaltjes. Op een van de gezellige pleintjes bestellen we ons souper met een Elzas wijntje.

     

               

     

    Colmar is de hoofdstad van de Elzaswijn. Een gemiddelde stad, toch is er een rijk patrimonium. In de oude stad wanen we ons bij elke oogopslag te midden van een levendig schilderij. De gekleurde en opvallend goed bewaarde vakwerkhuizen vormen een overgrote meerderheid aan bezienswaardigheden.

     

     

    Er is heel wat te zien…..we worden echter moe en willen nog wat napraten met onze Crémant……het wordt nog een gezellige avond, maar de flessen zijn te vlug leeg. Het was een prachtdag……..Slaapwel.

     

     

    Start :             Obernai     om   9h00

    Aankomst:     Colmar      om  17h30

    Afstand :     89km

    Cumul  :     571km

    Weer:         Zonnig & warm weinig wind  25°C

     

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes Maison  Martin JUND   Myriam, André

    12, rue de l'Ange 68000 COLMAR

    tél: 00333.89.41.58.72

    http://www.martinjund.com/

    martinjund@hotmail.com

    06-02-2010 om 17:03 geschreven door Via de la Plata




    Archief per week
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!