-"Mijnheer den baron, mijnheer den baron". Milo's stem klonk als een klok doorheen de hall en Foefke kwam hard blaffend en kwispelstaartend achter hem aan gehuppeld want die dacht natuurlijk dat ze een nieuw spelletje aan het spelen waren.
-"Mijn beste rentmeester waarom al dat kabaal" De baron stak een beetje afkeurend zijn rustig kalend hoofd door de deur van zijn persoonlijke vertrekken naar buiten.
-"Euch, peuch, awel...euch " pufte rentmeester die hoogrood aangelopen was door zijn corpulentie en de vierentwintig treden tellende trap die hij opgespurt was... "Awel, awel... euch .. euchh..." en hij liet zich in een "lowiekeinze" zeteltje zakken --dat naast de deur stond opgesteld,en onder zijn gewicht krakkemikkig doorboog--, naar adem snakkend van inspanning maar evenveel van opwinding.
-"RUhig, Ruhig, mein Freund. Kommen Sie mahl binnen, beste milo, en rusten Sie wass uit want aan de kleur van je wangen is het duidelijk zu sehen dat die boodschaft die Sie mir brengen sollen blijkbaar belangrijk und wichtig is. "
-"Nogal", mompelde de rentmeester die stillaan aan het bekomen was en hij volgde de baron mee naar binnen. Het "loewiekeinzeken" spande zich als reactie op in tegenovergestelde zin en zijn veren trilden zodanig dat een laagbrommend gezoem hoorbaar werd. Foefke inspecteerde luid blaffend het ding even langs de onderzijde en wou dan achter het baasje aan maar die draaide zich om en zei rustig: " nu niet Foefke ik moet iets zeer zeer ernstig met de baron bespreken. "
Teleurgesteld in het menselijk ras dat altijd uitvluchten zocht om niet te moeten spelen drukte Foefke haar snoet in de rode pluche en ging toen languit voor de deur liggen wachten op betere tijden.
Milo bleef meer dan een half uur bij de baron op de kamer. Foefke, één oog open en één oog toe was een vlieg op het vasttapijt voor haar neus in het oog aan het houden en hoorde hoe het er achter de gesloten deur eerst heftig aan toeging en hoe daarna de stemmen zich dempten en over gingen in een murmelend gefluister even onderbroken door de flinke hap waarmee Foefke de vlieg te grazen had genomen. Toen na een half uur de rentmeester terug naar buiten kwam scheen de baron ook zichtbaar opgewonden. Zijn neus was wat roodpurperblauw zoals altijd als de baron aan het flesje met "straf water" had gezeten. Spelen zou er dus niet bij zijn. Ook het baasje was niet in zijn gewonen doen maar Foefke negeerde hen straal door zich nog langer uit te strekken voor de deur en te veinzen te slapen zodat ze beiden over haar heen moesten stappen. Ze hoorde de baron nog even tegen milo zeggen "Dat zou natuurlijk vreselijk zijn." en toen sprak het baasje "kom Foefke, we moeten ons gaan voor bereiden op de tocht naar het stad deze namiddag om nieuwe tapijten te kopen. Foefke sprong direct op want tapijten boden natuurlijk brede en heerlijke perspectieven. Bovendien zouden er in het stad allerlei nieuwe reuken en luchtjes kunnen worden bestudeerd en misschien was er wel een reukje met een luchtje aan dat de moeite van het natrekken waard was.
In het boudoir voor de dames waren Elsie, Anemone en Naomé zich aan het opmaken voor de uitstap van deze namiddag. Elsie droeg een eenvoudige lichtgrijssatijnen lange jurk met een donkergrijs tot zwart groot visnet motief. Haar pumps waren met lichtgrijze zijden roosjes bezet en op haar handtas van zwart crocoleer werd het visnetmotief herhaald in zilveren paillettes. Op haar hoofd had ze een nauwsluitend tulband in zwarte tulle met een kleine zwarte pluim boven het linkeroor.
Anemone had een breed uitgedécolleteerde japon die haar schouders volledig bloot liet, oudroze van kleur. Van op afstand leek het een tweedelig stel maar het was een enkelvoudige jurk. Bovenaan was een nauwsleutend en sterk getailleerd jakje nagebootst waarop grote dieppurperen en zachtbruine bloemen waren geborduurd, de rok waaierde breed uit vanuit de taille tot net boven de knie en deed volkomen recht aan haar perfecte lange mooie kuiten en enkels. Ze droeg goudkleurige naaldhakken waarvan de riempjes op de wijze van een Romeinse sandaal haar frele voetwerk tot zijn recht brachten. Door het haar had ze een roze sjaaltje geweven
Naomé droeg een minimalistische zwartsatijnen jurk met korte halsuitsnede die naar een diepe V toeliep die tot aan haar middel rijkte en aan beide zijden een glimp op haar weelderige boezem toeliet. Naar onder toe uitgaande van de taille vertoonde de jurk een lange split die haar linker dij eigenlijk meer verborg dan er zicht op liet tenzij ze het been voorwaarts bracht waarbij haar slanke stelt zich ten toon spreidde in al zijn glorie. Aan de voeten droeg ze een volledig open muiltje op naaldhak met alleen boven de tenen een riempje waarop lederen helder oranje bloempjes waren geprikt en rond de enkel een fijn oranje-leren riempje dat een vijftal maal zoals bij de gladiatoren rond de enkel was gedraaid en dan samengeknoopt. Het haar was gewoon sluik met een drietal zilvergrijze mèches Ze waren beeldig alle drie.
(wordt vervolgd )