Deze retabelkasten, ook
beloken hofjes genoemd, waren tot begin van dit jaar te bewonderen in het
Schepenhuis. Nu zijn ze tentoongesteld in de Zalm. Ze werden in de eerste helft
van de 16de eeuw gemaakt door de Gasthuiszusters-Augustinessen van Mechelen en zijn uniek in hun soort.
Nergens ter wereld vindt men nog zo een omvangrijke verzameling. De houten of
albasten beeldjes die we in de kasten zien, en de panelen die beschilderd
werden met afbeeldingen van heiligen of schenkers van deze Besloten Hofjes
werden gemaakt door professionele kunstenaars.
Terwijl de Gasthuiszusters de
versieringen rond de beelden en relieken maakten: de zijden bloemetjes,
kettingen van parels, edelstenen, goud en zilvervlechtwerk, stukjes perkament
met tekeningen of tekst, hadden zij tijd om in gedachten bij God te zijn en te
mediteren.
(In het Hooglied bezingt
koning Salomo zijn bruid. Hij noemt haar een 'besloten hof',hortus conclusus, een liefelijke afgesloten
plaats waar hij graag verblijft.)
Een van de heiligen die veel voorkomt in de tentoongestelde kasten is
St.Anna. Op 26 juli wordt zij op vele plaatsen als patrones door de
kantwerksters vereerd. Ook in Mechelen? In de St.Romboutskathedraalis er een St.Anna altaar en op de Zoutwerf
stond heel lang geleden een St.Anna - kapel
Elke vrijdagnamiddag, in juli en tot eind augustus, waren leden
van onze kantclub Etterjefkeaanwezig
bijUitinMechelen aan de
Hallestraat. Iedereen was daar hartelijk welkom en kon er kennismaking met de
Queen of Lace zoals de Mechelse kant door de engelse dichter Edward Young (1683-1765)genoemd
werd.
Ambachtendag in Het Molenijzer. Op zondag 14 augustus waren er, ondanks dreigende
wolken vele bezoekers in Het Molenijzer te Putte. Op de jaarlijkse
Ambachtendag was er voor de kantwerksters, zeeldraaier, klompenmaker, smid, glasgraveerder, broodbakker, het heemmuseum en het lingeriemuseum veel belangstelling.
Naar jaarlijkse gewoonte gingen dit weekend van 15
augustus de Brugse kantdagen door. Kantwerksters van overal kwamennaar Brugge om kennissen te ontmoeten, ideeën
uit te wisselen en nieuwe uitdagingen te ontdekken. Ons Belgisch weer was
natuurlijk de spelbreker, maar dappere kantwerksters die zich niet door de
regen lieten afschrikken, vonden eenplaats onder de tentjes. Bij de Brugse brouwerij De Halve Maan aan het
Walplein werd de tweede verdieping vrij gemaakt voor verschillende kantclubs.
Een extraatje voor de dappere en soms kletsnatte
bezoekers, was de tentoonstelling in het archief van Brugge: Kant in Brugge
1911, een technische en sociale omwenteling. De tentoonstelling loopt nog tot 28 augustus
en werd ingericht door het Comité voor Initiatief Brugge vzw, Kantcentrum en
Stadsarchief Brugge. Waarachtig de moeite waard, niet voor wie alleen maar
klost of naar patronen uitkijkt, wel voor wie zich afvraagt hoe sommige
kantwerksters vroeger hun kost konden verdienen. Zowat honderd jaar geleden
kreeg de Brugse kant een moderne invulling: een kantnormaalschool voor het
onderwijs, de Brugse kleurencode in de technische tekeningen als standaard voor
de productie en een kantwerkstervakbond als sociaal vangnet. Voor meer uitleg
kan iedere geïnteresseerde de catalogus raadplegen. Een aanrader!
Op de tweede verdieping: een sfeerbeeld
Vlaanderse kant M. Dom Kantschool Artofil
Moderne kant M. De Craemer, Kantclub Mentebolletje
Nog tot 4 september
loopt in het M-Museum te Leuven de tentoonstelling: De Rademakers collectie - Een romantische kijk. De werken uit de privé
verzameling van Fons Rademakers, schrijver, voormalig televisiemaker en groot
kunstliefhebber, geven een idee van de romantische schilderkunst uit de lage
landen in de eerste helft van de 19e eeuw.
Er zijn o.a. enkele werken vanBasile De Loose ( Zele 1809
- Brussel 1860) te bewonderen, meestal familietaferelen.
Het werk: Bezoek aan het naaiatelier(?) toont een groep jonge, mooi verzorgde kantwerksters. Hun werk wordt aangeprezen
door de kantvrouw en gekeurd door een modieus geklede dame.
Dit schilderij werd gekozen voor de M-kids: een folder
met opdrachten voor jonge museumbezoekers. Naast andere opdrachten moeten zij de
7 verschillen zoeken tussen de afbeelding en het origineel. Gemakkelijk denk
je?
In het Belle Epoque Centrum te Blankenberge kan je, zoals de naam het al zegt, kennis maken met de
belle époque. Dit is de periode van ongeveer 1870 tot aan de eerste
wereldoorlog. Toen kende de Europese burgerij een redelijke welvaart. De stad
Blankenberge groeide uit tot een belangrijke badplaats met grote realisaties
als het Casino, de Pier, villas en hotels. Drie aan elkaar palende belle-epoque villas werden
recent tot een ontmoetingscentrum omgebouwd. Je kan er mee genieten van de
feestelijke en zorgeloze sfeer die er toen in Blankenberge heerste. Er is ook een
tijdelijke tentoonstelling over vrouwelijke handwerken uit die periode, nog te bezichtigen tot einde augustus. De tentoongestelde
kledingstukken zijn rijkelijk met kant
versierd. Waar kwam die vandaan? Dat
weten we niet ..maar er waren toen zeker kantwerksters in Blankenberge, en de kantclub t Mentebolletjezorgt er voor dat dit ook
vandaag niet vergeten wordt!
de reclamefolder
met kant versierd....
kantwerkster bij het vissershuisje in Blankenberge
In 1959 werd de reeks Flandria
Nostra uitgegeven door de Standaardboekhandel. Op blz 95 van deel III staat het titelblad afgebeeld van het boek:De
seven hooft-sonde speels-ghewys vermakelyck
ende leersaem voor-gestelt geschreven door G. Ogier . De afbeelding werd gemaakt doorGaspar Bouttats (Antwerpen 1620 - 1703), hij graveerde voor boekhandelaars en maakte platen
naar verschillende meesters. Voor Guillaume
of Willem Ogier (Antwerpen 1618 - 1689),humoristisch
toneelschrijver en lid van de Antwerpse Rederijkerskamer De Violiere, beeldde hij de
zeven hoofdzonden uit: Hooverdigheyt, gierigheydt, onkuysheydt, haedt en nydt,
gulsigheydt, gramschap en tragheydt.Het werd uitgegeven: TAmsterdam voor Michiel de Groot,
Boeck vercooper op den Nieuwen dyck, A 1682, Gasp Bouttats inventi et fecit.
De zevende hoofdzonde: de TRAGHEYDT wordt door Gaspar
Bouttats verpersoonlijktdoor een kantwerkster die mijmerend haar hoofd
ondersteund en een hand op haar hart legt .
Ooit gehoord van kanten doekjes om in zakuurwerken te
leggen?
Deze afbeelding vondik in het boek: Een eeuw vrijmetselarij in onze gewesten 1740-1840.
Het werduitgegevendoor de . A.S.L.K.naar aanleiding van een tentoonstelling van
27 mei tot 31 juli 1983.
Op pagina 227, onder nr.378 staat vermeld:Kanten
rondjes voor zakuurwerken (Mechelen / Antwerpen ca 1750-1770).
Valenciennes-kant.
Verz.
Afdeling Textiel van de Koninkljke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel.
Volgens mevrouw Marguerite Coppens, textieldeskundige, werden deze rondjes in
de horlogekasten van zakuurwerken gelegd. Opmerkelijke is de versiering met
maçonnieke (= vrijmetselarij) symbolen.
Binnenkort beginnen de voorbereidingen voor de Hanswijk
Jubelfeesten in 2013. Het is in onze stad traditie om elke 25 jaar de Cavalcade
door de straten te laten gaan. In 1988 gebeurde dit onder Koninklijke belangstelling,
koningin Fabiola was in Mechelen. Het
ontwerp van de elfde cavalcade was het werk van Kan. Gouverneur. Hij werkte reeds voor de tiende cavalcade met Luc van
Hoeck samen en had ervaring als ontwerper en realisator van de jaarlijkse
Hanswijkprocessie. In het Gedenkboek van de Jubelfeesten Hanswijk 1000 jaar
staat een foto van de wagenmet de
kantwerksters. Ja, inderdaadde Mechelse
kunstnijverheden: tapijtwerk, goudleder en kant waren ook in de optocht
aanwezig. Zouden wij met onze kantclub in 2013 ook een bijdrage mogen leveren? We kunnen het in ieder geval voorstellen .
Aan de Haverwerf werd zaterdag 11 juni het kunstwerk
Grootvader Beethoven, een Mechels beeldverhaal van Jean-Paul Laenen, plechtig
ingehuldigd. Naastburgemeester Bart
Somers, schepen Frank Nobels en de Mechelse kunstenaar, waren ook talrijkegenodigden en belangstellenden aanwezig. Michiel van Beethoven en zijn vrouw Marie-Louise
Stuyckens, woonden in Mechelen en kregen 4 zonen. Cornelis, de oudste en
Lodewijk, de derde, vestigden zich later in Bonn. Michiel was meester-bakker,
maar hij schakelde gauw over naar de kunsthandel en in 1720 naar de verkoop van
kant!Mechelen was in die periode reeds
een zeer belangrijk kantcentrum.De
zaken gingen goed en zo werd hij eigenaar van verschillende huizen. Maar het
tij keerde en hij kon niet meer aan zijn financiële verplichtingen voldoen. In
1741 ontvluchtte hij onze stad en liet een berg schulden achter. Samen met zijn
vrouw vertrok Michiel naar Bonn, waar 2 van hun zonen reeds verbleven. Lodewijk had als
kind reeds een groot muzikaal talent . Nog voor hij zes jaar was werd hij als
koorknaap bij het St. Rombout kapittel aangenomen. Hij was later zangleraar aan
het St. Pieter kapittel in Leuven, werkte in Luik en aanvaarde in 1733 een
benoeming bij de keurvorst van Keulen, aartsbisschop Clemens-Augustus van
Beieren . In Bonn werd hij hofmuzikant van de keurvorst. Zijn derde zoon Johan, werd de vader vanLudwig von Beethoven!
Komen we nog even terug bij Michiel: na zijn vertrek
uit Mechelen worden de processen tegen hem voortgezet. Talrijk zijn de eisen
tot betaling vanaan hem geleverde
kanten.Sir van den Brande uit Brussel,
Jouffr. Maria de Lorge uit Kortrijk, Jouffr. Borghgrave, weduwe Dancré, Jouffr.
Katarina Vertongen , Clara de Meester, Mathias van Eupen en misschien nog vele
anderen hebben vergeefs op de betalingen gewacht. En waar zijn de kanten
gebleven? Mee naar Bonn verhuisd? Daar, in het geboortehuis van Ludwig von
Beethoven, ligt nu nog alleen zijn kanten doopmutsje
inhuldiging van het standbeeld
Jean-Paul Laenen en Ludwig van Beethoven
Het Moleken, Steenstraat (1699-1739), het huis der van Beethovens
Bij het opruimenen
klasseren van een map papieren vond ik fotos en een gedicht van Herman Vos. Dit
gedicht: Kantiek, werd opgedragen aan de leden van de
kantclub IDRIA uit Sint- Katelijne-Waver. Het werd door hem persoonlijk voorgelezen
op 4 oktober 1991, bij de opening van de
tentoonstelling naar aanleiding van het tienjarig bestaan van de club.
Na een initiatiecursus van K.A.V. wou ik mij nog meer
bekwamen in het kantklossen. In 1983 startte ik bij Bij Gusty Versele in de Valkstraat, en bleef er tot oktober 1993, toen ze omwille van haar gezondheid, stopte
met lesgeven.
Gusty zelf leerde kantklossen bij Liesje Mattheus ( 1924-1983
) in Mechelen en raakte de kantmicrobe nooit meer kwijt. Ze behaalde het
diploma van kantmonitrice aan het Brugs Kantcentrum en gaf haar kennis met veel
enthousiasme door aan haar cursisten.
Kantiek.
Ik zoek in
t raadselvan het wevendat geen weven is
en in de
doolhof waar ik speur ervaar ik het gemis
aan felle
kleur en scherpe geur en alle schilderstuig
dat mij zo
dierbaar blijft en dat ik zoveeleer
betuig
Maar nu
mijn ziel verstijft hier, bij t aanschouwen
de tover
in het fijnste draad
geboren
uit de edele drift van vrouwen
bevrucht
door t mysterieuze zaad
dat Gods
eigen schepsel, tot een schepper maakt.
Ach, wat
ik ooit mag zeggen of mag schrijven
in
adoratie is mijn geest en hart geraakt
het mooie
raadsel mag voor mij een raadsel blijven.
Herman Vos (1991).
Gusty, gefeliciteerd door toenmalig burgemeester, Chris Lens
een deel van de aanwezigen in het Kunst- en Ontmoetingscentrum "Vinkenhof" te Onze-Lieve-Vrouw-Waver
Van 30 april tot 2 juni kan je in de crypte van de Hanswijk-basiliekde tentoonstelling: HANSWIJKNOSTALGIE
bezoeken. Deze tentoonstelling is
ingericht door de stedelijke musea van Mechelen , als aanloop naar de komende Jubelfeesten
in 2013.
Toen hij 16 jaar was vestigde Alfred Ost(Zwijndrecht 1884-Antwerpen 1945) zich met
zijn ouders te Mechelen, hij bleef er 14 jaar. De tijd die hij te Mechelen doorbracht
beïnvloedde zijn verdere leven. Hij studeerde er aan de academie en had zijn
atelier in de Brusselpoort. Hij was bevriend met Rik Wouters, Prosper De Troyer
en Prosper Verheyden.
In 1913 en 1938 zette hij zijn tekentalent in voor de Jubelfeesten van
O.L.V. van Hanswijk met als hoogtepuntDe Cavalcade. Godsdienstbeleving en folklore speelden een grote
rolin zijn leven. Hij was ook zeer
sociaal voelend. Dat blijkto.a. uit de
werken diehij maakte t.v.v.
vluchtelingen, krijgsgevangenen en oorlogsslachtoffers toen hij tijdens
WOIin Nederland verbleef.
Naast de tekeningen van A.Ost is
er allerlei informatie en documentatie over de geschiedenis van Hanswijk. Ook
prachtige mirakelschilderijen als dank aan Onze Lieve Vrouw van Hanswijk geschonken,
zijn er te bewonderen. Een aanrader voor elke echte Mechelaar!
tekening van A.Ost, een van de reuzenkinderen
postkaart getekend: A. Ost; tentoonstelling Amsterdam 1917
"Mirakelschilderij" van de Antwerpse schilder Coninckx (1880) .
Kant is een luxeproduct, maar de arbeidsomstandigheden van de kantwerksters aan het einde van de 19e eeuw waren allesbehalve luxueus. Verschillende reddingsoperaties werden in gang gezet, onder de hoge bescherming van Koningin Elisabeth. Onder haar patronaat startte een ware promotiecampagne voor Belgische kant. Bekende kunstenaars werden ingeschakeld om nieuwe patronen te ontwerpen. Toen de Eerste Wereldoorlog de afzetmarkten en bijgevolg de productie nog verder in gevaar bracht was de toestand nog dramatischer. Met de steun van de "Commission for Relief in Belgium" werden prachtige kantstukken vervaardigd en voor verkoop naar vooral Amerika en Engeland gestuurd. Deze "War Lace", met meestal patriottische motieven en emblemen werd ook als geschenk aan de geallieerde naties aangeboden.
De vele bezoekers in de Lamotsite hebben dit op onze tentoonstelling kunnen zien. En de kinderen konden zoals gewoonlijk de basisslagen van het kantklossen uitproberen.
Naar aanleiding van dit thema "Armoe troef" verscheen in het tijdscherift van Heemkunde Gouw Antwerpen, (jg.48, 2011, nummer 1) de tekst: Armoe Troef, bij de kantwerksters voor, tijdens en na W.O.I, van I.M.J.Tonnoeyr
In de Dekenij aan de Wollemarkt hangt sinds kort een schilderij dat de karmelietes Anne de Jésus, medezuster van Teresa van Avila, voorstelt. Het werd gevonden bij de restauratie van het pand aan het St. Romboutskerkhof waar jarenlang een archeologische kring zijn onderkomen had. Het zat verborgen achter vele lagen behang en wordt gedateerd in de tweede kwart van de zeventiende eeuw.Op het schilderij zien we dat er kant aan het altaarstuk verwerkt is. Dit is niet verwonderlijk, want in de 17e eeuw werd er in Mechelen reeds volop kant gemaakt. L. Godenne schreef hierover: AMalines,lebon peuples'occupe àfairedeladentelleblanche,connuesousce nom;etleBéguinage,leplusconsidérabledupaysestsoutenue parletravaildesbéguines,quiexcellentdanscetart."(Malins, Jadis et Aujourdhui; C. De Vries-Brouwers, Antwerpen 1973). De echte Mechelse kant met de specifieke ijsgrond ontstond echter pas rond 1720 (F.Weem, De tapijten en Kantnijverheid te Mechelen, Archief Mechelen M7406a, uit: V.E.V. Berichten Antwerpen 31-08-1961). De kant op het schilderij lijkt eerder op de passement of passement au fuseau uit het modellenboek van Mignerak uit 1605 en de publicatie van Vinciolo in 1623.
schilderij van Anne de Jésus
detail van het altaarstuk en afbeelding uit modellenboek van Mignerak en Vinciolo
Op deze tentoonstelling in het Maagdenhuis te Antwerpen, van 20 november2010 tot en met 3 april 2011,waren niet alleen prachtige kanten te zien. We konden ook de schilderijen, beeldhouwwerken, meubels, aardewerk en archiefstukken van het OCMW-museum bewonderen. We kregen ook een beeld van het leven in het Maagdenhuis dat van 1552 tot 1882 een weeshuis voor meisjes was. Ze leerden er lezen, schrijven,en rekenen, maar vooral naaien en kantklossen. De kinderen hadden het niet gemakkelijk. Er heersten strenge tuchtregels, dat bleek uit het huisreglement. De kanttentoonstelling gaf ons een overzicht van de kantsoorten die er toen gemaakt werden en van de rol die Antwerpen speelde in het verspreiden van die kantsoorten over heel Europa en Zuid-Amerika. Sinds de 17e eeuw was de kantproductie een belangrijke bron van inkomsten in kloosters, begijnhoven en weeshuizen.
Beeld van Huybrecht Van den Eynde (1594 - 1661) Madonna met naaikussen op schoot en Jezuskind.
Sinds mijn jeugd ben ik gepassioneerd door handwerk. Vooral naar kant en borduurwerk ging mijn voorkeur. Door gebrek aan vrije tijd kon ik mij er niet altijd mee bezighouden. Jarenlang kregen beroeps- en huishoudelijke taken voorrang. Maar al wat ik over kant, en dan vooral over de Mechelse kant vond, werd zorgvuldig bewaard. Sedert enkele jaren heb ik meer vrije tijd en kan ik volop van mijn hobby's genieten. Niet alleen de techniek van de verschillende kantsoorten boeit mij, ook de geschiedenis vind ik interessant. En, alhoewel ik niet meer in Mechelen woon, voel ik mij een echte Mechelaar. Ik ben er geboren,groeide er op en voel mij nog steeds verbonden met mijn stad. Deze blog gaat dan ook over Mechelen & Kant. Foto’s en teksten mogen overgenomen worden, maar respecteer het werk van anderen door naam- en of bron te vermelden a.u.b.
Sinds 1 september 2000 werken wij met onze kantclub “Etterjefke” aan het bekend maken van de kant in Mechelen. Dankzij de steun en aanmoediging van velen houden wij dit reeds zolang vol. Wij nemen regelmatig deel aan verschillende culturele activiteiten in en rond Mechelen. Onze vroegere activiteiten zijn te zien op:
Onze vaste stek was de Koninklijke Beiaardschool van Mechelen in de Merodestraat. Sinds november 2011 zijn we samen met de Beiaarschool verhuisd naar de lokalen van het O.C.M.W. in de Bruul. De ingang is langs de Schaalstraat. De werkgroep mechelse kant en initiatie kantklossen zijn er elke derde vrijdag van de maand tussen 9.30 u. en 12.00 u. Vrij kantklossen gebeurt elke eerste en derde vrijdag van de maand tussen 13.30 en 16.30 u. Tijdens de zomervakanties demonstreren wij bij Uit-in-Mechelen. Elke vrijdagnamiddag van juli en augustus zijn enkele leden van onze kantclub daar. Zo kunnen we dit deel van ons erfgoed verder blijven promoten. Dit wordt vooral door toeristen gewaardeerd. Als het weer het toelaat zitten we bij "Op-Sinjoorken" op de Grote Markt, bij slecht weer zitten we binnen bij de toeristische dienst. Iedereen is er welkom.
een "etterjefke"
kantwerkster op de vroegere wegwijzer aan de Schoenmarkt.