De geschiedenis van het Kasteel van Brasschaet voert ons terug tot 1600 en tot 3 nederzettingen: de Vagevuurhoeve, de Hemelhoeve en de Helhoeve. De Helhoeve zal het ontstaan geven aan het kasteel van Brasschaet. Rond 1750 wordt deze hoeve omgebouwd tot buitenverblijf.
In 1869 wordt Armand Reusens heer van het Kasteel van Brasschaet. Als hij in 1872 burgemeester van Brasschaat wordt, laat hij een prachtig kasteel bouwen, de Helhoeve wordt afgebroken, de hofgracht verdwijnt, akkers en gronden veranderen in een park met bosaanplantingen, dreven, grasvelden en een zeer grote vijver. Er komt een remise, een hovenierswoning en twee boswachterswoningen. Kortom: in die jaren wordt het park geconcipieerd in zijn huidige vorm.
Het kasteel zelf zal in 1897 een eerste maal vergroot worden met twee dwarsvleugels, in 1909 een tweede maal door het bouwen van de grote terrassen aan de achterzijde en de trappen die naar de vijver voeren. Het domein zelf wordt aanzienlijk vergroot.
Graaf Armand Reusens zal ook twee monumenten in het park laten oprichten: een obelisk en een zuil, beiden geschonken door zijn broer graaf Georges Reusens, ambassadeur van de koning bij de heilige Stoel. In 1949 werd het kasteel door de toenmalige eigenaar verkocht aan de gemeente Brasschaat.