1950xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

niemand had een auto.

1960

wie een auto had reed enkel op zondag.

1965

we begonnen allemaal met auto naar het werk te rijden.

1970

mevrouw bracht meneer naar het werk en had dan de rest van de dag de beschikking over de auto.

1975

mevrouw kreeg haar eigen auto en moest dus mee gaan werken om die 2de auto te betalen.

1980

mevrouw brengt eerst de kinderen naar school en gaat dan naar haar werk, want het is te gevaarlijk voor de kinderen om met de fiets te rijden met al die auto’s.

1990

mevrouw moet flexibele uren doen, de kinderen gaan naar voor- en na bewaking in school.

1995

de ouders hebben een nieuw huis gekocht 50 km van hun werkplek want dat was goedkoper; en er wordt toch een kilometervergoeding betaald (als voordeel hebben ze ook nog eens de gezonde lucht)

2000

opa en oma brengen de kinderen naar school, want een goede school bevindt zich nu snel op 20 km van huis. Daarna vullen ze hun dag met wat shoppen om dan ‘s avonds de kinderen terug op te halen en zelf terug naar huis te gaan.

elk kindje moet zo nodig naar een sportclub gebracht worden, dit zelfs meerdere keren per week.

2010

opa en oma rijden 9000 tot 10.000 km per jaar als taxi voor kleinkinderen.

papa en mama rijden ook elk 10.000 km per jaar enkel om te gaan werken.

voor winkelen, sport, ontspanning en winkelen komen er nog eens zeker 5000 km bijd.w.z. per gezin met kinderen wordt er minimaal 35.000km per jaar gereden.