- er zich op de hoek van de Sint-Jacobstraat -en markt het café "In Sint Jacob", te dateren in de eerste helft van de 17de eeuw, bevindt. (foto van Alfons Van Camp)
- er vooraan in de straat aan het nr 11 het gebouw "DEN GROOTEN ZOT" is gelegen.
- het in de eerste helft van de 16de eeuw gebouwd werd voor Dierick de Moelnere en in de tweede helft van de 16de eeuw in het bezit kwam van ridder Paul van Daen die het hotel uitbreidde met het nabijgelegen huis "HET BRANDIJZER"(nr 13).
- beide gebouwen beschermd worden door een definitief besluit van 4.10.1977 dat op 28.10.1977 verscheen in het Staatsblad.
Huis "Den grooten Zot" (nr 11) uitgebreid met het hieronder afgebeelde "Het Brandijzer" (nr 13)
(beide foto's van Alfons Van Camp)
- dit gebouw eveneens als "Den Grooten Zot" genoemd wordt..
- heden ten dage de "Universiteit Antwerpen Management School - 't Brandijzer" er gevestigd is.
- er op de binnenkoer deze 't sculpture van Eugène Dodeigne (° 1923) zich bevindt.
- dit volledig gerestaureerd werd en in gebruik genomen door de universiteit UFSIA.
(foto van Alfons Van Camp)
- er aan de nrs 16 en 18 de huizen 'T-JACOB Minor en ST.-JACOB Major zijn gelegen.
(fotoAVC)
- deze huizen gebouwd werden in de 16de eeuw door het kerkbestuur van Sint-Jacob.
- er verder op dezelfde kant van de straat de poort van de SINT-JACOBSKERK waar we in de gang het hierna afgebeeld, beeld achter tralies, aantroffen
(foto's van Alfons Van Camp)
- er zich aan het nr 38 HUIS SINT-ANTONIUS bevindt
(foto van Alfons Van Camp)
- de oudste vermelding van dit huis teruggaat tot 1608.
- het tot in 1892 bewoond werd door de familie Van de Werve de Vorsselaer die het verkocht aan de Zusters Franciscanessen der Heilige Familie.
- het ook een rusthuis was, nl. "De Swane" en ten huidige dage onbewoond is en te koop wordt aangeboden.
- er in de straat het vroegere hotel "De Groote Robijn" gelegen is dat gebouwd werd circa midden 16de eeuw, en vanaf 1565 in het bezit van burgemeester Antoon van Straelen, thans Instituut Onze-Lieve-Vrouw Middelares.
- er op het Frans Halsplein, langs de kant van de Sint-Jacobsmarkt dit bronzen figuurtje dat het werk is van Marjet Dooremont (1922) staat met de vermelding op de sokkel : "1992 / Marjet / Dooremont / gieterij Storms".
- op de plint vooraan het beeld : " Er zit een hart onder mijn jas / bond zonder naam".
- er rechts staat : "ik ben het oasemannetje".
- het beeld werd ingehuldigd op 12.4.1993.
- het er is gekomen op initiatief van de bond zonder naam onder impuls van pater Phil Bosmans.
- het verwijst naar meer verdraagzaamheid en het bannen van vreemdelingenhaat.
(foto van Alfons Van Camp)
- er een weinig verder zich het "Geboortehuis van / Hendrik Leys / kunstschilder / 1815-1869" bevindt.
(foto van AVC)
- Hendrik Leys geboren werd te Antwerpen op 18.2.1815 en overleed aldaar op 25.8.1869.
- Hendrik Leys een Belgische graficus was, maar vooral schilder van historische schilderijen, genrestukken en portretten.
- zijn historisch schilderij "De Dertigdagenmis voor Berthal de Haze (1854)" met de gouden medaille bekroond werd op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1855.
- hij eveneens een internationale erkenning kreeg op de wereldtentoonstelling van Londen in 1862.
- in datzelfde jaar hij de titel van baron kreeg.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
P.S. : bijkomende gegevens van onze medewerker en freelancer Frits Schetsken :
" INSTITUUT VAN CELST
In dit vanaf de straat weinig opvallende gebouw op nr.15 is toch bijzonder erfgoed verborgen. Alles begint bij een lakenwinkel op de Antwerpse Grote Markt, waar de in september 1779 geboren Helena Kums letterlijk en figuurlijk de lakens uitdeelt. Haar echtgenoot Guillaume Van Celst sterft onverwacht jong in 1813, waardoor Helena al op haar 34ste weduwe is. Vier jaar later sticht zij een school voor arme volkskinderen en houdt ze zich ook bezig met de opvang van zwangere ongehuwde meisjes, zogeheten penitenten.
Andere jonge vrouwen sluiten zich bij Helena’s initiatief aan en daaruit groeit een kloostergemeenschap van de Zusters van het Heilig Hart van Jezus, die zich vestigt in het vroegere herenhuis van de familie de Vinck aan Sint-Jacobsmarkt. Helena, die zich voortaan als Helena Van Celst laat aanspreken, neemt de leiding op zich van de nieuwe congregatie, waarbij ze vanaf 1825 hulp krijgt van haar 22-jarige dochter Sophie.
Vooraan aan de Sint-Jacobsmarkt komen de leslokalen voor de kinderen, aan de overkant van een binnenplaats zijn de kloostervertrekken en een neogotische kapel van rond 1850-1860. Die kapel is rijk aangekleed met een orgel van Joseph Märklin, koorgestoelte van Frans-Andries Durlet met acht beeldjes van Joseph Geefs en een altaar van Jan-Baptist De Boeck met een kopie van een werk van Rubens. Maar de penitenten mogen niet tussen de andere meisjes in die kapel plaatsnemen, zij moeten via een gang rond de koorzijde van de kapel – waarin hoge smalle ramen zitten langs de straatzijde van de Paradijsstraat (nu Frans Halsplein) omdat niemand hen zou kunnen zien – naar een hoger gelegen zijruimte, die op de kapel uitgeeft, van waaruit ze de mis kunnen volgen. Een spiegel aan de kapelwand tegenover deze penitentenruimte laat hen toe de priester te zien. Vandaag vallen in de kapel nieuwe kleurrijke glasramen van Wim Geerts op, die onder meer de met het rooms-katholieke christendom verwa
nte jodendom, islam en orthodoxie uitbeelden met voor hen specifieke bouwwerken als loofhut, moskee en koepelkerk.
De kapel heeft ook nog een voorruimte, de crypte genoemd, met tussen fraai versierde zuilen een relikwie-altaar, een Heilige Familie en een Maria-met-de-inktpot, een vrij zeldzame uitbeelding van de Heilige Maagd, die in Brugge en Gent verbonden is met legendes waarbij Maria en Jezus een onschuldig tot de galg veroordeelde wever een document bezorgen dat tot zijn vrijlating leidt (Brugge) of een dichter zonder inspiratie een prijswinnend stukje poėzie bezorgen (Gent). In de flankerende zijgang een bronzen miniatuurweergave van Leonardo Da Vinci’s ‘Laatste Avondmaal’, waarvan de Belgische abdij van Tongerlo ’s werelds beste kopie bezit.
Iets dieper in deze achterbouw zijn er de Rozenkamer, waar de leerlingen hun diploma overhandigd kregen tussen wanden, behangen met papier met rozenmotief . Nog een deur verder is er de Kapittelzaal, waar novicen in de orde werden opgenomen of waar zusters bestraft werden voor misstappen.
Na de dood van Helena op 84-jarige leeftijd in 1864 zet dochter Sophie haar werk voort tot 1878. Daarna wordt het Van Celstinstituut rond 1920 een kostschool voor meisjes vanaf 5 jaar. In 1948 wordt in Westmalle een huis aangekocht waarvan een tehuis voor kleuters wordt gemaakt en waarheen in 1967 ook het noviciaat van de congregatie verhuist. In 1951 wordt als privéschool in Antwerpen gestart met een handelsafdeling, die in 1960 een volwaardige handelsschool wordt met in 1968 een nieuwe uitbreiding aan de Italiėlei. In 2008 is Van Celst een fusie aangegaan met handelsschool Sint-Lodewijks (nu Karel de Grote hogeschool), waarbij aan de Sint-Jacobsmarkt de opleidingen ‘Toerisme’ en ‘Onthaal en public relations’, plus de 7de specialisatiejaren van de handelsopleidingen blijven gehuisvest. Het is hier dus allerminst een doodse bedoening geworden, ondanks dat de zusters intussen met pensioen zijn".
-o-o-o-O-o-o-o-