Achter het bladerengordijn hoor ik geritsel even denk ik aan gegniffel
Wie o wie besluipt me hier wie houdt me in het vizier
Ik gluur tussen bladeren voel het bloed stromen door m'n aderen.
wrijf de mist uit m'n ogen hou me licht gebogen
Maar geen schrik het is geen stouterik Daar komt lappenpoes aangeslopen om met mij mee te lopen
Ik smelt voor deze knuffelpoes het is een echte stoeipoes bezeten van kopjes geven en haartjes afgeven
|