ALGHERO, naar overzicht regio Sardinië In het Nederlands zou de huidige stad Algenstrand heten, dit vanwege het door het getij aanspoelende zeewier. Wegens deze oeververvuiling bouwden de Romeinen verder westelijk een beter tegen de wind beschutte haven: Portus Nympharum. Eerst in 1102 richtte het Genuese geslacht der Doria op het algenstrand een haven met verdedigingswerken in, waarbij zich al snel een vissersdorp ontwikkelde. Na de zeeslag bij Porto Conté, 1353, verdreven de zegevierende Catalanen alle Sarden en Genuezen uit de omgeving van Alghero. Alleen hun eigen landgenoten mochten zich er nog als boer of visser vestigen. Pedro IV van Aragon verklaarde Alghero in 1355 tot Catalaanse stad. De Spaanse invloeden in taal en cultuur van de Algherezen zijn nu nog duidelijk aanwijsbaar. De stad die inmiddels buiten de oude muren gegroeid is, heeft enkele middeleeuwse verdedigingswerken weten te bewaren: de Torre la Maddalena aan de haven, de Torre die Porta a Terra in het centrum, de Torre Sulis in het zuiden en de Torre S. Giacomo in het zuidwesten. Kathedraal Deze aan alle kanten ingebouwde kerk ontstond in 1562 in gotisch-Catalaanse stijl. In de 19de eeuw werd aan de Piazza Civica een classicistische façade gebouwd. Het interieur dat door pijlers en zuilen in drie schepen wordt onderverdeeld, is gedurende de lange bouwtijd, tot 1730, verrijkt met vier kapellen met een rechthoekige grondvorm. Het tongewelf van het middenschip wordt afgesloten door kruisgewelven. Van het oorspronkelijke exterieur bleven slechts de eigenaardige achthoekige toren met de betegelde kegelvormige spits boven de gotische versieringen en het magnifieke gotische portaal aan de Via Principe Umberto, bewaard. Andere bezienswaardigheden Aan de Via Principe Umberto 7 staat de 16deeeuwse Casa Doria met renaissanceportaal en Catalaanse vensters. Vrijwel recht ertegenover, twee steegjes verder in de Via Carlo Alberto, staat de gotische kerk S. Francesco (15de-16de eeuw) met een ondanks een verbouwing intact gebleven stergewelf boven het priesterkoor, een gotische apsis , een achthoekige toren en een fraaie chiostro, de binnenhof die door een kloostergang van twee verdiepingen wordt omsloten. De barokkerk S. Michele, 1612, wordt bekroond door een opmerkelijke koepel met bontgekleurde tegels. Vlak daarbij ligt het LiceoAzuni met de stadsbibliotheek, die meer dan 12 000 boeken bevat, waaronder kostbare Catalaanse handschriften. Omgeving Bij Fertilia bevinden zich resten van een brug die deels als Romeins, deels als middeleeuws wordt beschouwd. In de directe omgeving van Porto Conte ligt de in 1963 goed gerestaureerde Nuraghe Palmavera, bestaande uit een hoofdtoren met voorhof, kleinere torens ter bescherming, een grote ringmuur en resten van kleinere ringen. De wachttoren Porto Conte dateert van de Aragonese bezetting en is een van de vele Saraceense torens langs de Sardinische kust. Een lichte helling leidt van het zuidelijke straateinde naar het westen boven de door gevangenen gebouwde Reetrap, Escala del Cabirol, door de zeer steile wanden van de Capo Caccia naar de Neptunusgrot, misschien wel de mooiste grot van Sardinië. De afdaling (vanaf de hooggelegen parkeerplaats) in oostelijke richting naar de grotta verde is alleen te vinden met een gids! De muurresten in deze grot zijn vermoedelijk nuraghisch. Verder zijn er bemoste, hoge stalagmieten. Het pad leidt vervolgens naar de grotta dei Ricami met de zogenaamde 'zingende' stalactieten die bedekt zijn met witte kristallen.
|