"MOBIEL" van Stephen King.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Stephen King, dé horror-schrijver bij uitstek, is al jaren mijn favoriete schrijver. Ik denk wel al zijn werken gelezen te hebben. Maar toch kom ik soms nog een boek tegen waarvan ik constateer: hé, die is me ontglipt. Zo ook:
MOBIEL.
De hoofdpersoon Clayton Riddell, een tekenaar uit Maine, bevindt zich in de straten ven Boston als plots alles in een oogwenk verandert. De meeste mensen worden op slag krankzinnig, vallen elkaar aan en moorden, autos botsen en veroorzaken enorme opstoppingen, er zijn ontploffingen te horen en er ontstaan enorme branden.
Hetgene wat ze later 'de puls' noemen is begonnen: alle mensen die hun gsm opnemen ontvangen een mysterieus signaal wat hen op slag verandert in moordzuchtige psychopaten..
De overlevende personen zonder mobieltje, worden geconfronteerd met verbijsterende chaos en tomeloos geweld. Samen met Tom en een tienermeisje Alice ontvlucht Clay het brandende, gedoemde Boston, in een wanhopige poging zijn zoon te bereiken voordat die ook zijn mobieltje aanzet.
Ze ontdekken dat de foners, want zo noemden ze de gekken, enkel overdag verder trekken. Dus waren de gewone mensen, de normies verplicht om 's nachts te reizen.
Dan komen ze aan in Gaiten Academie waar het hoofd van de school en de leerling Jordan hen de slaapplaats van een hele bende foners tonen. Ze slapen op een voetbalveld waar de hele nacht muziek speelt. Samen slagen ze erin om de hele groep op te blazen. De volgende ochtend maken ze kennis met een leider van de foners die ze Rafelman noemen en die over sterke telepatische eigenschappen blijkt te beschikken. Vanaf nu hebben ze ook allemaal dezelfde dromen. Op hun verdere tocht komen ze nog enkele andere normies tegen, welke het gewaagd hadden om 2 zwermen foners te vernietigen.
Onder de onweerstaanbare dwang van Rafelman trekken ze samen verder naar Kashwak, een plaats waar geen gsm-ontvangst is. 'Kashwak-no-fo' zoals er onderweg op verschillende plaatsen geschilderd staat.
Als ze met een busje in Kashwak aankomen staat Rafelman hen op te wachten. Het veld staat gevuld met de stinkende foners. Toch lukt het hen er te ontsnappen. Hier splits de groep zich: Clay trekt alleen verder om zijn zoon te zoeken en de rest vlucht gewoon weg. Clay vindt zijn zoon langs de weg, maar ook hij was al een foner....
Het einde van het boek is erg plots en laat de lezer met enkele open vragen achter. Zo weet je bijvoorbeeld nog altijd niet wie of wat er achter het gsm-signaal zit, of onze vrienden elkaar nog zullen terugvinden en wat er met Clays zoon gebeurt nadat hij....
Maar dat verklap ik niet.
Anekdote: Stephen King bezit zelf geen GSM. (Althans toen toch nog niet. Nu weet ik het niet.)
|