Met de rug naar de kerk gericht vertrekken we naar rechts en volgen de Vollezelestraat en dit 328 meter tot aan een Twee-sprong links die we in slaan , dit is de Hazelaarswijk. We wandelen nu rechtdoor en dit 209 meter , tot aan een T-splitsing waar we rechts af slaan en wandelen verder de Frankrijkstraat door om na 287 meter links te volgen.Deze weg volgen we 468 meter tot aan een T-splitsing met de Viergatenstraat die we links in slaan.
We volgen de Viergatenstraat 109 meter tot aan de eerste Twee-sprong rechts , daar slaan we in en volgen nu de Schavolliestraat 1019 meter tot aan een T-splitsing , waar we links van ons een kapel waarnemen. We slaan aan de T-splitsing links in en wandelen nu in de Bontestraat , deze straat blijven we volgen over een afstand van 1181 meter tot aan een Twee-sprong links , onderweg komen we nog een kapel aan de rechter zijde tegen.
We blijven de Bontestraat verder volgen en wandelen over de Hollandse Beek heen , na 676 meter komen we aan een kruising met rechts van ons een kapel . Na de kruising wandelen we rechtdoor en volgen nu de Hollandstraat 1023 meter tot aan een Twee-sprong rechts , maar blijven links de Hollandstraat volgen en dit tot aan een T-splitsing na 757 meter.
Aan de T-splitsing staan we in de Peverstraat , we slaan deze straat rechts in en volgen 120 meter tot aan de volgende T-splitsing , waar we in de Goteringenstraatstraat staan die we links in slaan.We volgen deze straat over een afstand van 215 meter tot aan de eerste Twee-sprong links , deze weg slaan we in en volgen 149 meter tot aan een Twee-sprong , die we links in slaan.
Deze straat heet terug de Frankrijkstaat en volgen deze nu tot aan de eerste kruising en dit over een afstand van 1184 meter , waar we rechts de Kasteelstraat in slaan . Na 80 meter slaan we links tussen de huizen een pas geasvalteerde voetweg in om over een afstand van 582 meter in de Pastoriestraat uit te komen , waar we links na enkele meters aan ons vertrekpunt terug uit komen
Deze parochiekerk werd in 1858 opgetrokken in neogotische stijl. Bezienswaardig zijn het met snijwerk versierde altaar, de glasramen, de monumentale kruisweg in 1867 geleverd door de Ninoofse beeldhouwer Jacobs, de schilderijen van E. Van Hove en de prachtige schilderijen van kunstschilder P. De Clercq, daterend van 1860.
Kasteel Van Heetvelde
Kasteel in Brabantse renaissancestijl dat in de volksmond "Het Waterkasteel" genoemd wordt. Het gaat in feite om een oudere waterburcht die in de 17de eeuw gedeeltelijk werd heropgebouwd door Pieter Collins, heer Van Heetvelde. Het kasteel bestaat uit een vierkante donjon (woontoren), een ronde toren, een kapel en een ronde verdedigingstoren aan de westkant. Dit kasteel is niet te bezichtigen.
Vertrek : Aan de voorkant van de basiliek Met de rug naar de ingang van de kerk vertrek je links Afstand : 9 km De weg : Goed begaanbare zand- en asfaltwegen Bewegwijzering : onvoldoende Parking : Achter de basiliek aan het voetbalveld
Bezienswaardigheden Scherpenheuvel
HET ONTSTAAN
Magische Boom
Scherpenheuvel is de meest bezochte bedevaartplaats van België. De oorsprong verdwijnt in de donkere middeleeuwen. Tussen Zichem en Diest op de heuveltop stond een heilige eik in kruisvorm. Een vrome man gaf aan deze eik een christelijke betekenis door er een Mariabeeldje aan te hangen. Vele mensen kwamen hier bidden. De toeloop van het volk begon zeer groot te worden, toen een herder zijn schapen kwam hoeden op de heuvel en het beeldje op de grond zag liggen; wellicht had de wind het van de stam gerukt. Hij nam het op en wilde het mee naar huis nemen, en zie, een ongekende kracht hield de man ter plaatse, juist alsof hij aan de grond genageld was. Door schrik bevangen, begon de schaapherder te bidden, doch het lukte hem niet één voet te verzetten. Ongerust over het wegblijven van zijn knecht, trok de schapenboer erop uit en vond de knaap met het beeldje in de hand op de Scherpe-Heuvel. "Ik wilde", zo sprak de jongen gans terneergeslagenn "het beeldje naar huis brengen om het daar te vereren." "Laat ons liever dat beeld op zijn oude paats terugzetten", sprak de boer en hij plaatste het terug op het kleine voetstuk; onmiddellijk kon de knecht opnieuw vrij bewegen. Tot daar de legende.....
Rond het midden van de zestiende eeuw pelgrimeren de inwoners van het Brabantse Zichem naar de Scherpenheuvel. Het is een wat geïsoleerde heuvel die zich op 3 km van het stadje bevindt. Boven op de heuvel staat een oude eik en daaraan hangt een eenvoudig Mariabeeld. De Zichemnaren wenden zich vooral tot de Madonna om genezing van koortsen af te smeken.
Godfried van Thienwinckel, die in Zichem opgroeide en er ruim een kwarteeuw pastoor was, verklaart dat zijn ouders op de Scherpenheuvel om genezing gingen bidden toen hij als kind erg ziek was.Aan hun gebed schrijft hij zijn voorspoedige genezing toe. Anderen leggen gelijkluidende getuigenissen af. Zo tekent zich een beeld af van een sacrale plaats met een erg lokale achterban.
In die periode maakt Zichem deel uit van de baronie Diest, een betrekkelijk groot leen dat eigendom is van Willem de Zwijger, prins van Oranje. Die band met de leider van de opstand komt het stadje duur te staan. (meer, zie geschiedenis Zichem) .
Alle uitingen van katholicisme worden met harde hand onderdrukt. Zo moet ook het beeldje in de eik eraan geloven. Op een dag is het verdwenen, zonder dat iemand precies weet wat er mee gebeurd is. Het herstel van het Habsburgse gezag in 1583 doet de rust niet weerkeren. De voortdurend heen en weer trekkende legers maken de streek nog lang onveilig. Bovendien slaan de garnizoenen van Diest en Zichem meer dan eens aan het muiten.
In al die verwarring duurt het tot 1587 vooraleer vrome inwoners van Zichem een nieuwe Madonna in de eik plaatsen. Agnes Frederix, een kosteres uit Diest, heeft het beeldje geschonken. Later is wel eens beweerd dat het oorspronkelijke beeld op die manier naar zijn standplaats is teruggekeerd. Dat is erg onwaarschijnlijk. Geen enkele tijdgenoot komt met die bewering voor de dag. Nochtans zou iemand als pastoor Van Thienwinckel het oude Madonnabeeld beslist hebben herkend en zou hij er alle belang bij hebben gehad om dat kenbaar te maken. Het nieuwe beeld wordt immers het voorwerp van een snel aanzwellende devotie.
Basiliek Aanvankelijk was Scherpenheuvel slechts een gehucht van de aloude Brabantse stad Zichem, maar kreeg in 1605 stadsrechten en stadsgrachten en werd zo een zelfstandige stad. Samen met deze stadsrechten kreeg Scherpenheuvel ook zijn specifieke grondplan in de vorm van een zevenpuntige ster met als centrum de basiliek. Dit wijst op het grote belang van de symboliek, waarmee uitdrukking wordt gegeven aan de zeven vreugden en de zeven smarten van Maria.
Met de bouw van deze prachtige barokbasiliek werd in 1609 begonnen onder impuls van de aartshertogen Albrecht en Isabella, volgens plan van de hofarchitect Wenceslas Cobergher. Het gebouw werd voltrokken in 1627, Cobergher liet zich waarschijnlijk inspireren door de Italiaanse barok en wellicht door de Dom van Firenze van architect Brunelleschi die 200 jaar daarvoor gebouwd was om het Pantheon uit het oude Rome te evenaren.
Cobergher kreeg de hulp van de gebroeders Nole, die lid waren van de Sint-Lukasgilde van Antwerpen en die de beeldhouwwerken van de engelen, profeten en evangelisten vervaardigden die het interieur van de kerk sieren. Theodoor van Loon verfraaide de kerk met zijn ingetogen barokschilderijen van mariale taferelen, die in de kranskapellen en boven het altaar hangen.
De koepel is belegd met lood tegen insijpelend water en versierd met 298 zevenpuntige vergulde sterren. Opmerkelijk aan deze koepel is het feit dat er geen lichtopeningen zijn.
De zijkapellen die rond de koepel tot op halve hoogte gebouwd zijn, werden opgetrokken in ijzerzandsteen die in het naburige Langdorp ontgonnen werd.
De vierkante toren, achteraan de koepel, werd opgetrokken in zandsteen en telt vier verdiepingen die een beiaard met 49 klokken huisvest.
Aansluitend op deze toren vinden we de gerestaureerde barokgang, deze gang is een overblijfsel van het Oratorianenklooster dat in 1624 werd gebouw, maar ging grotendeels verloren tijdens woelige de Franse Revolutie.
In de omgeving van de basiliek worden sinds honderden jaren kleine kramen uitgebaat door inwoners van Scherpenheuvel, die objecten van devotie, snoep en prullaria verkopen aan de talrijke bezoekers die jaarlijks weer een bezoekje brengen.
Waterput In de onmiddelijke omgeving van de basiliek kunnen we de waterput bezichtigen. Deze waterput, 42 meter diep, diende vroeger voor de watervoorziening van de bevolking. De put dateert uit 1632 en is grotendeels opgetrokken uit de typische ijzerzandsteen van de streek. Het gebouwtje waar de put zich in bevindt, dateert van 1871-1872. Mariahal
Omdat de capaciteit van de kerk te klein was, werd begin jaren zeventig besloten tot de bouw van een grote hal voor eucharistievieringen, die vooral in de meimaand honderden mensen kan herbergen. De hal werd in 1972 afgewerkt en heeft een capaciteit van 2000 zitplaatsen. Oratorianenklooster & college
De Oratorianen werden in 1574 te Rome gesticht door de H. Philippus Nerius. In 1624 wordt het Oratorium opgericht door aartsbisschop Jacobus Boonen, de eerste overste is pastoor Brouckaert. Rond dezelfde periode begint men ook te bouwen aan het klooster, hetzelfde jaar nog wordt het Oratorium bekrachtigd door Paus Urbanus VIII.
De Oratorianen richtten te Scherpenheuvel in 1656 een Latijns college voor humaniorastudenten op. Dit college was op de plaats waar nu het onthaalcentrum De Pelgrim is gevestigd.
De Barokgang die de laatste jaren gerestaureerd werd, heeft zijn oorsprong in 1660, toen er een verbinding gemaakt werd tussen het klooster en de sacristie van de Basiliek.
In de periode van de Franse Revolutie (1797-1798) werden de vijf laatste paters uit Scherpenheuvel verjaagd , Proost Van Bael kon ontsnappen, de vier overigen werden naar Cayenne in Frans Guyana gedeporteerd, waar zij stierven. De gebouwen ondergingen hetzelfde droeve lot en werden bijna volledig verwoest. Huis Aartshertogen (Gulden Vlies)
'Het Gulden Vlies' werd omstreeks 1600 gebouwd als een afspanning, het is één van de oudste huizen van Scherpenheuvel en werd gebouwd in de Renaissance-stijl, dit in tegenstelling tot de de Basiliek, die opgetrokken werd in de nieuwere Barokstijl.
Deze afspanning of herberg zorgde voor en tijdens de bouw van de Basiliek voor onderdak aan de talrijke medewerkers zoals steenhouwers, schilders enz.
De Aartshertogen Albrecht en Isabella zouden bij hun bezoeken aan Scherpenheuvel gelogeerd hebben in dit prachtige huis.
Ook talrijke gewone bedevaarders die reeds van voor de bouw van de Basiliek naar Scherpenheuvel afzakten hebben decennia lang onderdak gevonden in 'Het Gulden Vlies', één van de talrijke afspanningen die Scherpenheuvel sinds het begin van de 17de eeuw rijk was en die door de eeuwen heen honderdduizenden pelgrims te slapen gelegd hebben.
Volgens bepaalde bronnen zou er vroeger zelfs een onderaardse verbinding gelopen hebben tussen de Basiliek en 'Het Gulden Vlies'.
Onthaalcentrum 'De Pelgrim'
De plaats waar nu 'De Pelgrim' gevestigd is, aan het Isabellaplein, heeft sinds eeuwen een opvoedkundige betekenis gehad.
In 1656 openden de Oratorianen op deze plaats hun Latijns College voor humaniorastudenten.
Na de Franse Revolutie (1797-1798) verdwenen de Oratorianen uit Scherpenheuvel, waarna de Zusters van Liefde deze gebouwen bewoonde tot in 1830.
In 1830 kocht pastoor Lambertz van Tildonk het college en de herberg de 'de Drie Snoeken', waarna de Zusters Ursulinen het gebouw betrokken en er een kostschool openden, het 'Pensionaat der Ursulinen'. Tot 1950 werden alle vakken hier nog in het Frans onderwezen en voor de Tweede Wereldoorlog had men heel wat Engelse, Schotse en Zwitserse leerlingen, zij gingen enkel in de grote vakantie naar huis.
Na de jaren vijftig werd de naam veranderd naar Sinte-Lutgardisluceum, waarna in de jaren 1990 de activiteiten van de school traag maar zeker volledig tot een einde kwamen.
Monografie van Scherpenheuvel
Scherpenheuvel ligt op 50°53° Noorderbreedte en op 4°51' Oosterlengte van Greenwich.
Het grenst: ten Noorden aan Messelbroek en Zichem, ten Oosten aan Kaggevinne en Assent, ten Zuiden aan Kaggevinne, Bekkevoort en Onze-Lieve-Vrouw Tielt, ten Westen aan Rillaar en Messelbroek. Het behoort tot de provincie Vlaams-Brabant, administratief en gerechterlijk arrondissement Leuven, gerechterlijk kanton Diest.
Het is gelegen in het Noorden van het Hageland met een oppervlakte van 682 ha.
De Basiliek ligt op 61 m. boven de zeespiegel.
Het hoogste punt van Scherpenheuvel ligt op de Eggersberg, 77m.
Het laagste punt bij de grens met Rillaar, 25 m.
Het waterpeil van het grondwater ligt op ± 9 m. diep.
Aard van de weg : langs de demer onverhard ,maar meestal goed begaanbaar
Vertrekplaats : aan de kerk van zichem
St.-Eustachiuskerk van Zichem
Zoals de meeste kerken in de Demerstreek is de Sint-Eustachiuskerk van Zichem opgetrokken uit ijzerzandsteen. Dit vroeg-gotische gebouw heeft enkele laat-gotische delen en een ietwat merkwaardig interieur: blinde nissen en kapiteelloze zuilen. Vooraan in het koor, in het midden, pronkt het prachtstuk van de kerk: het oudste glasraam van België. Achter de kerk staan de kruisbeelden voor Zuster Valentina, Zuster Monica en Zuster Hyancinta. Deze drie nonnen speelden een belangrijke rol in het Zichems onderwijs en in het leven van Ernest Claes. Zuster Hyacinta heeft dan ook model gestaan voor "Moeder Cent" in het oeuvre van Claes.
Het is een aangename wandeling die gaat vanuit het dorp van Zichem
Langs de Maagdentoren,daar waar de witte van zichem de held van vlaanderen
Speelde, langs de oude trambedding richting Scherpenheuvel ,terug naar de lager
Gelegen beemden en vijversom tenslotte langs de oevers van de demer
Terug richting Zichem te wandelen
Zichem dankt zijn bekendheid in Vlaanderen aan de nog altijd populaire schrijver Ernest Claes, die in vele romans zijn geboortestreek heeft beschreven. Het hoevetje waar "Nest" op 24 oktober 1885 het levenslicht zag, is nu ingericht als stedelijk museum met een authentiek 19de-eeuws interieur. Het museum en het omliggende landschap zijn erkend als beschermd gebouw en gebied. Al de uitgaven en vertalingen van de werken van Claes vindt u er terug. Zijn meest gerenommeerd boek is ongetwijfeld "De Witte". Het werd gepubliceerd in verschillende talen en haalde tweemaal het witte doek. Vele herinneringen huizen in dit kleine Kempense boerderijtje waarin zich het jeugdleven van de schrijver heeft afgespeeld.
Locatie : Ernest Claesstraat 152, Zichem Openingsuren : Juli en augustus: dinsdag t.e.m. vrijdag: van 13 tot 17 uur zon- en feestdagen: van 13 tot 18 uur
Marktplein van Zichem Zichem was tijdens de middeleeuwen met zijn lakennijverheid een bloeiend stadje. Ook in de 21ste eeuw blijft het bezoekers lokken. Zowel de fervente toerist als cultuurliefhebbers komen aan hun trekken: het aangename dorpsplein met kiosk, diverse restaurantjes, gezellige caféetjes en verschillende bezienswaardigheden liggen op een boogscheut van elkaar. Drie monumenten sieren het plein. Eén met taferelen uit het boek "De Witte", een beeld van Ernest Claes met zijn romanheld op de schouders (opgericht ter ere van de 100ste verjaardag van de schrijver) en het "Oorlogsmonument". Op de markt staat de afspanning "Het Witte Paard". Dat is het oudste huis (1617) van Zichem, dat fungeerde als tolhuis voor het scheepvaartverkeer op de Demer. 200 meter verder kijkt u tegen het 17de - eeuws Oranjekasteel aan. Filip-Willem van Oranje, heer van Zichem, liet dit bouwen op de plaats waar vroeger een waterburcht stond. Deze werd in de 16de eeuw verwoest. Als u de markt afwandelt richting Diest, ziet u op 800 meter "Hoeve Craenenburgh" (17de eeuw), een typisch voorbeeld van een Brabantse hoeve.
De Maagdentoren De Maagdentoren ligt naast de Demer, op wandelafstand van het centrum van Zichem. De "donjon" of middeleeuwse woontoren werd op het einde van de 14de eeuw gebouwd door Reinier II Van Schoonvorst. Het bouwwerk heeft een buitendiameter van 14.80 meter, een muurdikte van 4.10 meter en telt 4 niveau's. Volgens de legende, waaraan de toren zijn naam dankt, werd Rosita, dochter van de Heer van Zichem, verliefd op een eenvoudige soldaat. Dit zinde haar vader niet en hij sloot haar op in de toren samen met twee nonnen. Omdat dochterlief haar trouwplannen weigerde te wijzigen, liet haar vader de drie dames aan elkaar vastbinden en in de Demer gooien. Uit berouw doolde de man 's nachts rond de toren en hoorde voortdurend het geween van zijn dochter. Hierdoor werd hij krankzinnig. De vzw "Red de Maagdentoren" zoekt samen met Erfgoed Vlaanderen en stad Scherpenheuvel-Zichem naar een nieuwe toekomst voor de toren.
Bezienswaardigheden Zichem
Sint-Eustachiuskerk
De oudste vermelding van Zichem dateert van 1134: Sichene. De kerk van Zichem is toegewijd aan Sint- Eustachius en gezellen.
Volgens een akte van 1134 was Meinardus pastoor van Zichem. Er was dus al vroeg een kerkgemeenschap in Zichem. Het huidige kerkgebouwdateert uit de 14de, 15de en 16de eeuw. De kerk werd voltooid in 1557.
Het gebouw is opgetrokken in de typische demergotiek, gebruikmakend van ijzerzandsteen die plaatselijk ontgonnen werd.
Pronkstuk van de kerk is het glasraam, midden vooraan in het koor. Dit glasraam is het oudste van ons land, doch slechts gedeeltelijk oorspronkelijk. Het stelt Christus aan het kruis voor en onderaan vindt men het wapenschild van de schenker, Reinier van Schoonvorst, die het in 1387 in het koor deed plaatsen.
Watermolen
Het huidig gebouw dateert uit 1771 en onderging regelmatig wijzigingen. De 'Grote' molen werd enkele jaren geleden grondig gerestaureerd door de huidige eigenaars.
De molen werd vooral beroemd als decor voor de verfilmingen van 'De Witte', het bekende boek van Ernest Claes. Dit gebeurde reeds in 1934 door Jan Verheyden met Jefke Bruyninckx in de hoofdrol. Later, in 1979, nog eens door Robbe De Hert met Erik Clerckx in de hoofdrol.
De borden aan de muur herinneren nog aan de 'Stuw Zichem'.
Marktplein
Op en langs het marktplein van Zichem vinden we nog enkele prachtige gebouwen en monumenten:
Afspanning Het Witte Paard: dit is het oudste huis van Zichem, daterend uit 1617. In de voorgevel zijn nog enkele kanonsballen te zien, waarschijnlijk achterblijvers uit de woelige Spaanse periode. Dit was een 'tolhuis', waar de tol geïnd werd van de boten die op de Demer voeren.
Monument '100 jaar Ernest Claes', uitgevoerd door de kunstenaar T. Frantzen. Dit monument werd ingehuldigd in 1985 naar aanleiding van de geboorte van Ernest Claes, 100 jaar eerder. Het monument beeldt de schrijver uit die zijn romanheld 'de Witte' op de schouders draagt.
Het 'Wittemonument' werd geschonken door de VTB in 1964 ter gelegenheid van de 100ste uitgave van het boek 'De Witte', geschreven door E. Claes. Er worden 7 taferelen uit het Witte-verhaal afgebeeld. Beeldhouwer van dienst was Dhr. Poels uit Borgerhout