-12 oktober 2008
Kinderrechten
en filosofie van het recht
Noot bij de paper D. ARCHARD 8 September 2008 Kinderrechtenconferentie
Vragen en thema's
- De paper bespreekt childrens rigths
- De vraag :
how the state should act to balance the rights of children and those of their parents, wordt aangestipt maar niet verder behandeld.
- Wordt wel besproken: the question of
whether children have rigths, en : kùnnen kinderen rechten hebben? - - If so: which ones? ..
Welke rechten kunnen dat dan zijn?
Hierbij wordt een belangrijk onderscheid gehanteerd: de categorieën moral rigths en legal rigths.
Onderzocht wordt verder o.m. de vraag:what is seen as central of the case for and against childrens rights : drawing a line is arbitrary .En verder : the case made on a number of grounds, against giving children any rigths at all
.. En de stelling: children are incapable of possessing and exercising rigths.
Het is merkwaardig dat nu; in deze context, ernstig de vraag, de idee onderzocht wordt OF kinderen rechten hebben, zelfs : kunnen hebben? Als persoon, in their own right, als kind (als niet-volwassene)? Als kind, in functie van zijn volwassen worden? omdat hij later een volwassene zal worden?
Hebben we dan te vlug gedacht dat we dit stadium van de problematiek van kinderrechten voorbij waren?
Ook de manier waarop de vraag gesteld wordt is merkwaardig, na twintig jaar IVRK.
- "Hebben" kinderen rechten; zo ja, welke ?
Worden rechten van kinderen "verleend", "toegekend", "gegeven"?
Terloops aangeraakt, maar niet behandeld, wordt het thema: de afgrenzing , iedere grenslijn kind/volwassene, is arbitrair. Hierop wordt niet dieper ingegaan.
- Er wordt een onderscheid gemaakt tussen rechten krachtens de wet (legal rights) en rechten op een morele basis (moral rights).
- De auteur stipt aan: However there is a background concern that affects the attribution of both moral and legal rights: inflation of rigths.
Inflatie van rechten, nl. het toekennen van meer rechten aan meer personen, leidt, in deze visie, tot waardeverlies (verlies aan koopkracht
), hoewel het geen reden kan zijn op zichzelf, not to give children rights.
- De auteur stelt of stelt vast : One good reason for not giving children rigths is that they do not qualify as possible holders of rigths.
Rigth betekent hier dan protected exercice of a choice (volgens de will- or choice theory).
According to the competing interest theory a right is the protection of an important interest .
On the will theory it would seem that only those capable of exercising choice can have rights whereas on the interest theory anyone who has important interests can have rights. If, as many will argue, children are incapable of exercising choice
they do not have rigths.
ARCHARD stelt - gelukkig maar - dat deze will theory vals moet zijn, vermits kinderen in werkelijkheid rechten hébben. (En hoe luidde ook weer dat basisbeginsel in de cursus logica? Ab esse ad posse valet illatio.)
If children can have rigths
then the next question that needs answering is: Which rights do children have?
. Do they
have all the rights that adults have or only some? Do they have rights as children, adults do not have?
special rigths in virtue of being a child?
De auteur gebruikt een indeling van rechten in categorieën:
A-rigths: alone adults have;
AC-rights: adults and children have
C-rights: alone children have, possess.
Hij vult evenwel aan : We could think that the child has the rigth both in its own right as a child and in the person of its future self"
Het samenvattend besluit bij het Hoofdstuk Morele rechten, luidt dan : So, to summarise, moral rights are possessed and exercised by children, if according to the will theory, they can make choices or, according to the interest theory, if they have interests of sufficient importance. It may be that children have some rights only insofar as they are children though these rights may also be thought as protecting the future adults the children will become. Children may share some rights with adults, although it is normally thought that they do not share the liberty rights because they are not competent to make choices that adults can.
Het is lang geleden dat we ons nog zo ver van huis hebben gevoeld.
Moral rigths
In de paper wordt het verband tussen kinderen en rechten, tussen de persoon en het recht waarover het gaat, en ten aanzien van wie of wat dit verband geldt, aangeduid met een waaier van termen, even gevarieerd als contradictorisch:
Vanuit de persoon (van het kind) gezien:
- have rights
under law or morally
- to be entitled to a right
- a right people or children ought to have
- to possess rights
- children as possessors of rights
- to hold rigths
- to be a (possible) holder of rigths
- to exercise rights
- to have rigths as children, as adults
Of vanuit de andere richting (hoe te benoemen : the Law?)
- to give children rigths
- a right is recognized
- attribution of moral or legal rights
- to accord rights
- to produce rights (zoals : to produce currency)
Geen van deze termen, die nochtans een uiteenlopende inhoud en betekenis dekken, wordt nauwkeurig gedefinieerd? Ze drukken wel een attitude uit, een impliciete stellingname.
In verband met specifieke rechten maakt ARCHARD een vergelijking met andere identificeerbare groepen , identifiable groups, , women, students, prisoners
en zo ook children
Jawel.
Het kan nog erger, want nadien maakt hij een vergelijking met dieren: hoewel we de plicht hebben ons tegenover dieren behoorlijk te gedragen, betekent dat nog niet dat dieren tegenover ons rechten zouden hebben. Zo ook dus voor kinderen. Jawel.
Een knelpunt, een crucial question is de (in)competence of children to exercise a right.
Een ander probleem stelt de redenering rond C-rights as children (as such) in their own right, and the right as children developing into adults, as future adults, the person of its future, de persoon die het kind zal worden.
Merkwaardige visie: kinderen hebben rechten niet (alleen) als de persoon, die zij nu zijn, maar als de volwassene die zij zullen worden. Zo hebben kinderen recht op een goede gezondheid(szorg) opdat zij later gezonde volwassenen zouden zijn.
LEGAL Rights
Ook hier worden verschillende divergente termen gebruikt om de band aan te duiden tussen rechtssubject, het voorwerp van het recht en de instantie die het recht al dan niet toekent of erkent (the Law).
"Rights children ought to have (law and moral dont perfectly coincide)".
The law gives rights
Perhaps it is a fundamental mistake legally to give children that to which they are not morally entitled.
Children acquire legal rigths, the law declares that children have special rigths (as children), the law accords rights, ascription of special rigths, denied to adults, children are entitled to the protection of the law,
Wat the law hier ook moge betekenen. Ook dat wordt niet verduidelijkt.
Internationaal Verdrag Rechten van het Kind
Ook de terminologie die gehanteerd wordt bij de lezing en interpretatie van het IVRK zit vol verrassende of verontrustende onnauwkeurigheden en tegenstrijdigheden.
Een flagrant voorbeeld is wel de tekst over het toekennen van een recht op leven: "to accord a child an inherent rigth to life?" Hoe kan iemand nu een "inherent recht op leven" toekennen aan een andere mens, zij het dan een kind?
Dit lijkt wel een schoolvoorbeeld van tegenstrijdigheid .
Enerzijds wordt gesproken van een kind als subject "possessed of fundamental" "entitlements", "ascription of different kinds of rigths", rights to legal protection, rights to participation,... kinderen als subjects, agents, capable of exercising certain fundamental powers." Maar elders spreekt DA over de kinderen als patienten, als objecten, als potentiële slachtoffers.
Duidelijkheid
Het grote gevaar van dergelijke dubbelzinnige teksten is wel dat ze ontoepasbaar worden en dus praktisch onbruikbaar. De kinderen worden er niet beter van.
De al bij al vrij zeldzame verdedigers van kinderrechten zouden het misschien over enkele begrippen en principes eens moeten kunnen worden om de kinderrechtenbeweging ook meer draagkracht te geven.
Dr jur. Herman Pas 1 oktober 2008
|