xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Kinderrechten : een morele keuze
Maken kinderen als individuele persoon of als sociale groep dan deel uit van de actieve welvaartsmaatschappij ?
Mag van de overheid en van de beleidsverantwoordelijken verwacht worden dat zij de verplichtingen opgenomen in internationale verdragen loyaal en naar de geest, zouden respecteren en uitvoeren tegenover alle kinderen op het grondgebied van het Koninkrijk? Dat het beleid eerlijk en consequent zou rekening houden met belangen en rechten van kinderen, ook in de zgn. harde sectoren van hun bevoegdheid?
De verhouding samenleving en jongeren, de beeldvorming van jongeren en kinderen zou dan grondig veranderen. Om een beleid te bekomen dat de kinderen plaatst in de positie van "gelijken" moeten de "actieve" volwassenen die in een machtspositie tegenover hen staan, bereid zijn hun manier van werken te onderzoeken, te evalueren en corrigeren. Is dat niet de zin van kinderrechtenrapportage?
Er bestaat een flagrante contradictie tussen de "macht", die kinderen blijken te hebben in gezinsrelaties, en hun afwezigheid of onmacht waar het gaat om economisch-financiële voorzieningen.
Vanuit het respect voor het kind als persoon, dient bij de beoordeling van kinderarbeid uitgegaan van een positieve waardering van wat kinderen doen en kunnen, als individu en als groep in de samenleving. Dit positief uitgangspunt werpt een ander licht op de maatregelen te nemen om kinderen te beschermen tegen misbruik en uitbuiting door arbeid die voor hen schadelijk is. Hetzelfde geldt voor andere activiteiten van jongeren als schoollopen, sport, jeugdbeweging, kunst,
Investeren in kinderen betekent niet alleen, gemeenschapsmiddelen besteden aan de volwassenen van morgen, maar evenzeer aan de kinderen van NU.
In het bijzonder in het armoedebeleid dienen kinderen eveneens herkend als een valabele categorie.
Er is geen onoverbrugbare tegenstrijdigheid tussen rechten van het kind en de rol en verantwoordelijkheid van de ouders, van het gezin. Kinderen kunnen niet tot hun recht komen, tenzij via het gezin, de ouders of de personen die hen vervangen.
Evenwel, het persoonlijk recht (niet alleen een onrechtstreeks recht) op een gewaarborgd minimuminkomen dient erkend voor kinderen zoals voor volwassenen. Alleen dat uitgangspunt laat toe hen een juiste, gelijkwaardige positie te erkennen inzake sociale voorzieningen (kinderbijslag als recht van het kind, leefgeld, maatschappelijke bijstand, directe belastingen,...)
Zoals aan de Staten gevraagd door het VN-Comité voor de rechten van het Kind, dient door de beleidsverantwoordelijken een analyse gemaakt van de impact en de negatieve gevolgen van het economisch beleid op kinderen en dient een positief macro-economisch en fiscaal kinderrechtenbeleid tot stand gebracht. Meer aandacht dient te worden gegeven bij de rapportage van het fiscale engagement ten behoeve van kinderrechten.
Ten slotte, de rechtscolleges spelen een belangrijke rol bij het al dan niet valoriseren van de internationale normen betreffende kinderrechten. Onder de gekozen interpretatie schuilen vaak morele opties en beleidskeuzes, en vaak ook zijn verschillende logische redeneringen mogelijk.
Het Verdrag zegt dat de belangen van het Kind hierbij de eerste overweging moeten vormen. En dat bevestigt het ontwerp van Grondwet van de Europese Unie. Zullen we dat met zijn allen dan maar gaan doen? Wellicht is dat al bij al nog het meest voor de hand liggende antwoord op de "grijze golf"?
Herman PAS, Kinderen en de actieve welvaartsmaatschappij, 2005, Die Keure, Brugge
|