Toen de Japanse invasie op 1 maart 1942 ten noorden van Soebang. bij Eretan Wetan, plaatsvond, kwam er meteen een grote vluchtelingenstroom op gang. De Japanse landing bij Eretan Wetan telde circa 5.000 militairen. 's Morgens op Zondag 1 maart even na 6 uur hadden vier van een kanon voorziene vrachtauto's met 200 Japanse infanteristen de landingplaats Eretan Wetan verlaten , gevolgd door enkele tanks. 's Morgens om 9 uur bevond de stoet zich in Soebang waar zij bleven wachten tot ca. 800 Japanse infanteristen die van Eretan Wetan naar Soebang waren gefietst, zich bij hen hadden gevoegd. Iedereen die de Japanners voor de voeten liep werd gevangen genomen of gedood.
Zo kon het gebeuren dat ongeveer 200 Nederlandse, Britse en Australische vluchtelingen, waaronder enkele Nederlandse vrouwen en mannen en veel militairen krijgsgevangen werden gemaakt. Waaronder ook 20 Britse en Australische gewonde militairen die in het in het ziekenhuis van Soebang werden verpleegd. Deze werden samen met 3 personeelsleden van het ziekenhuis gevangen genomen en met bajonetsteken om het leven gebracht.
Tussen 1 maart en 11 maart werden de krijgsgevangenen zonder pardon geëxecuteerd en in kuilen gegooid. Pas na de oorlog, in 1947, konden de lijken "geïdentificeerd" worden. De overledenen zijn na de oorlog door de Oorlogsgravenstichting overgeplaatst naar erevelden in Djakarta.
In 1952 werden ziekenhuisverpleegster C. Jansen en apotheker P.N.H.M. Goossens en zijn vrouw de verpleegster (nurse) H.J. Goossens-Haighton de Heer van het ziekenhuis in Soebang postuum onderscheiden met de Verzetsster Oost-Azië 1942-1945. Dit vanwege betoonde moed en dapperheid bij de verdediging van de ziekenhuispatiënten. (zie www.onderscheidingen.nl/decorandi) Hieronder volgt een alfabetische lijst van het (voormalige) massagraf Soebang.
Massgrave Subang. Between the 1st and 11th of March1942 all the Dutch, British, and Australian Prisoners of War (POW's) that were taken prisonner after the Japanese invasion north of Subang (Java) on March 1st were masacred / executed. Their bodies were thrown into massgraves. Only two years after the war, in 1947, the identification of the bodies could be started. Most of the bodies could be identified by their uniform. Allthough a great number of them are still unidentified.
A list of victims in alphabetical order is published below. (English names are from the Royal Art.) Akhurst, Allen, Barr, Belloni, Bettison, Bown, Braddock, Bruinsma, Cassels, Covine, van Crasbeek, Creasey, Dix, Foster, Franklin, Freeston, Gafney, Garret, Garwood, Gissing, Godden, Goodfellow, apotheker Goossens, zijn echtgenote Goossens-Haighton de Heer, Gray, Green, Greening, Hands, Hellingworth, van Hemert, Hillier, aalmoezenier Van Hoek, Homer, ziekenhuisverpleegster zuster Jansen, Jensen, Keogh, Knops, aalmoezenier La Haye, Lakin, Langeraar, A. Little, E. Little, Littlejohn, Maldigen, Maltz, Moodey, predikant KNIL: Mostert, Mounsdon, Naime, Nicholls, van Osch, Partridge, Pearson, Pennel, Perry, Royle, Sargent, Shaw, Silk, Spaans, Speedie, Staplehurst, Stewart, Warrington, White, Wijler. And also 6 unknown armymen KNIL also 26 unknown Australian or British airmen also 25 unknown British soldiers and also 13 unknown British or Dutch soldiers. The victims have been reburried in Djakarta in graves of the War Graves Society.
|