Inhoud blog
  • POSTER PRESENTATIE
  • Persoonlijke introductie
  • De cursus: Ondersteuning bij professionele ontwikkeling
  • Thema 12 - Presentatie
  • Thema 11 - Sfeer creëren
  • Thema 10 - De gedemotiveerde leerling
  • Thema 9 - Teambuilding
  • Thema 8 - Relationele Emotieve Therapie
  • Thema 7 - Tips voor een goede coach
  • Thema 6 - Gespreksvoering
  • Thema 5 - Tussenevaluatie
  • Thema 4 - Persoonlijke kwaliteiten
  • Thema 3 - Macht & Affectie
  • Thema 2 - Psychologie van het leren
  • Thema 1 - Groepsdynamica
  • Leerroute
  • Start Assessment
    Zoeken in blog

    Archief
  • Alle berichten
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Ondersteuning bij Professionele Ontwikkeling
    Keuzecursus - Hogeschool Utrecht
    12-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thema 4 - Persoonlijke kwaliteiten

    Thema 4   Persoonlijke kwaliteiten                                                                    xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

     

    Voor deze les moesten we ons voorbereiden door een kernkwadrant in te vullen die bij jezelf past.

     

                                                       Kernkwadrant

     

    Kernkwaliteit                          te veel van het goede     Þ                                Valkuil

    Bedachtzaam                                                                                                  Gesloten

                                                                                                                     (over gevoelens)

    negatief                                                                                               positief 

    ß tegen overgestelde                                                                            tegenovergestelde ß

    Allergie                                   Ü te veel van het goede                        Uitdaging

    Uitbundig/flapuit                                                                                     open                   (over gevoelens)                                                                                   (over gevoelens)

    Sterkte & zwakte analyse


    Toen ik op stage ging heb ik de volgende tekst in mijn stageleerplan gezet, zodat mijn collega’s wat meer te weten konden komen over mijn persoonlijke kwaliteiten:


    "Om in een korte periode van stage toch snel een goed beeld van mij te kunnen vormen is het wel handig om mijn sterke en zwakke punten te kennen. Een zwak punt is dat ik snel geneigd ben om mijn werkzaamheden voor school op mijn stage uit te stellen, ik richt me dan helemaal op de afdeling en vergeet tijd in te plannen voor mijn leerdoelen. Ik heb het idee dat ik wanneer ik op mijn werk/ stage ben, ik daar kom om te werken en zie het maken van opdrachten niet zo snel als ‘werk’. Omdat ik stageloop horen deze opdrachten er gewoon bij, en ik zal eraan moeten werken dat ik ook op de afdeling daar tijd voor vrij inplan. En ander zwak punt is dat ik niet zo snel om feedback vraag. Ik wil wel heel graag feedback krijgen, en vraag me ook af hoe men vond dat ik gewerkt heb, maar kom er niet altijd doe om dit ook daadwerkelijk te vragen. Goede eigenschappen zijn dat ik gemakkelijk ben in de omgang en me snel kan aanpassen aan anderen mensen. Met de meeste mensen kan ik ook goed samenwerken, dit geld ook voor de patiënten. Ik heb een groot inlevingsvermogen, en kan vrij snel aan mensen merken hoe ze zich voelen. Een andere goede eigenschap is dat ik erg leergierig ben, ik vind het niet zo prettig om alleen maar toe te kijken, op een gegeven moment wil ik het namelijk ook zelf doen. Dit kan ook er wel toe leiden dat ik soms te veel in een keer wil doen."

     

    Leerstijlen en de leercyclus van Kolb

    Bij het lezen van de onderstaande leerstijlen vind ik mijn eigen leerstijl het beste passen bij een combinatie van ‘denker’ en ‘beslisser’. De punten die bij deze leerstijlen worden toegelicht vertonen veel overeenkomsten met mijn eigen manier van leren.

     

    Leerstijlen                                Leert het beste van…

    Doener (Accomoderen)  directe ervaring, dingen doen.

                                                   nieuwe ervaring, het oplossen van problemen.

                                                   in het diepe gegooid worden met een uitdagende taak.

     

    Bezinner (Divergeren)                 Activiteiten waarbij de tijd krijgen/gestimuleerd worden om (achteraf) na te denken over acties.

                                                   Als de mogelijk wordt geboden eerst na te denken en dan pas te doen.

                                                   Beslissingen nemen zonder limieten en tijdsduur.

     

    Denker (Assimileren)                 Gestructureerde situaties met duidelijke doelstellingen.

    Als ze de tijd krijgen om relaties te kunnen leggen met kennis die ze al hebben.

    Situaties waarin ze intellectueel uitgedaagd worden.

    De kans krijgen vragen te stellen en de basismethodologie, logica etc. te achterhalen.

    Theoretische concepten, modellen en systemen.

     

    Beslisser (Convergeren) Activiteiten waarbij:

                                                   Een duidelijk verband is tussen leren en werken.

    Ze technieken worden getoond met duidelijke praktische voorbeelden.

                                                   Ze zich kunnen richten op praktische zaken.

    Ze de kans krijgen dingen uit te proberen en te oefenen onder begeleiding van een expert.

     

    Leercyclus

                                                   Fase 1 ‘concreet ervaren’

                                                               -feeling-

     

    Fase 4                                                                                                Fase 2

    ‘Actief experimenteren                                                              ‘Waarnemen’

    overdenken’                                                                                         -watching-

    -doing-                                                                                   

     

                                                   Fase 3 ‘abstracte begripsvorming’

                                                               -thinking-

     

    Het is niet nodig altijd bij fase 1 te beginnen.

     

    Copingstijl

    Kijkend naar mijn kernkwadranten van de vorige opdracht ben ik tot de conclusie gekomen dat mijn copingstijl een mengsel is van de copingstijlen verzoenen en super rationeel gedrag. Ik denk dat ik over het algemeen zeer rationeel ben, zeker onder stress (dit weet ik uit ervaring). Maar niet ten koste van alles, gevoelens spelen zeker ook een grote rol binnen mijn rationele denken maar deze komen niet altijd op de eerste plaats. Bv. bij een crisis situatie op mijn werk zou ik eerst het probleem oplossen en daarna pas rekening houden met de wensen van het personeel.

    In de thuissituatie is de verzoenende kant juist heel handig omdat deze je de kans geeft een stapje opzij te doen voor een ander. Voor mijn studie is deze stijl heel handig omdat ik mijn studie goed kan plannen met mijn rationele vaardigheden. In een samenwerkingssituatie komen beide copingstijlen van pas, de rationele bij het verdelen en organiseren van het werk en de verzoenende stijl bij het rekening houden met de wensen van de verschillende personen.

     

    Ik vind dat de mix van copingstijlen die het best bij mij aansluiten een goede mix is. Beide stijlen vullen elkaar aan op verschillende gebieden en los van elkaar pakken deze stijlen vaak negatief uit maar dit lijkt mekaar juist op te heffen als ze gecombineerd worden.

    Ik denk dat deze copingstijlen in combinatie met elkaar erg wenselijk zijn in het verpleegkundig beroep omdat het een veelal druk beroep is en er dus veel gepland moet worden om alles voor elkaar te krijgen. Men moet dus rationeel kunnen denken. Maar omdat je met veel mensen te maken krijgt is de gevoelskant ook heel belangrijk, je moet naar de wensen en verlangens van de patiënt kunnen luisteren en hem serieus kunnen nemen, de verzoener. (Opdracht 9, 2004)

     

    Teamplaatje en groepsrol.

    De rol die het meest bij mij past is de rol van voorzitter. Ik kies meestal niet bewust voor deze rol maar als alles erg chaotisch dreigt te gaan verlopen heb ik wel de neiging om in te grijpen en alles zo goed mogelijk te regelen. Het gaat dan als het ware vanzelf. Ik kan me in deze situaties ook erg ergeren aan mensen die maar door blijven gaan over een onrelevant onderwerp. De rol van voorzitter gaat mij bij de PGO lessen ook goed af, en ik vind het leuk om te doen. Ik zou ook wel eens de rol van specialist willen proberen omdat je dan veel van een onderwerp af weet en niet alles zo globaal doet. Maar ik denk dat ik het moeilijk vind om me niet met de gang van zaken te bemoeien. (opdracht 12, 2004)


    Kernkwadranten, Daniel Ofman
    Kernkwadrantentest http://www.managersonline.nl/indexg.php?section=content&id=6 

    In de les

    Tijdens een spel over persoonlijke kwaliteiten in de les werden de volgende begrippen door mijn groepsgenoten aan mij toegeschreven. Ik vind het intressant om te zien hoe mensen zich in een korte tijd toch een aardig kloppend beeld van iemand kunnen schetsen. Het grootste deel van de woorden klopt wel met mijn eigenschappen. Over een aantal woorden wil ik nog iets toelichten.

     

    Vastberaden                                         Dienstbaarheid

    Behulpzaamheid                                   Klaarstaan voor een ander

    Optimistisch                                         Doelgericht

    Rustig                                                  Behulpzaam

    Betrouwbaar                                         Verlegen

    Gedisciplineerd                                     Mild

    Bedachtzaam                                       Serieus

    Rustig                                                  Tactvol

    Inspirerend                                           Rustig

    Leergierig

     

    Het woordje rustig heb ik het meest gekregen, dit is een eigenschap die ik van mijzelf ken en ook wel vaker hoor van mensen die iets over mij zeggen. Het klopt ook, ik bén gewoon rustig van mijzelf. Net als ieder mens heb ik ookwel moment waarop ik drukker ben, maar toch heerst er altijd een soort rust over mij. Soms wordt de kalmheid/rust gezien voor verlegenheid. Toch ben ik in het contact maken met mensen naar mijn idee niet verlegen, ik vind het leuk om met mensen te praten, ook als ik hen nog niet goed ken. Ik denk dat mijn verlegenheid eerder zit in onderwerpen waarover ik praat. Als ik vind dat iemand te persoonlijk wordt of over een onderwerp praat waarvan ik vind dat het hem geen jota aangaat, dan zal ik nooit zeggen ‘dat gaat je niets aan’. Ik zou er een of andere subtiele middenweg in zien te versieren waardoor mijn antwoord eerder een ‘daar wil ik het liever niet over hebben’ wordt. Ja, zo’n antwoord kan je opvatten als verlegen inderdaad. In sommige situaties vind ik het ook leuk om mensen te observeren, ik kan me wel indenken dat het soms als stil wordt gezien als ik niet direct een gesprek aan knoop. Het optimisme klopt ook zeker, dat herken ik heel goed, ik kan dingen altijd van meerdere kanten bekijken. Als er een minder leuke situatie is dan draai ik die in gedachte gewoon net zo lang rond tot ik er een positieve kant aan ontdek. Het tegenover gestelde kan ik ook, ik kan aan vrijwel ieder punt een voor- en nadeel toekennen. Of een punt voor zowel de pro als de contra partij. Het is niet zo dat ik door het zien van een nadeel pessimistisch ben, eerder realistisch, denk ik. Misschien is het mijn inlevingsvermogen dat ervoor zorgt dat ik situaties van verschillende kanten kan bekijken.

     

    De gedisciplineerdheid vind ik zelf niet heel erg herkenbaar in mijn eigenschappen. Máár het is wel iets waar ik aan probeer te werken. Dus wat dat betreft vind ik het wel leuk dat hij genoemd is. Ik bezit wel discipline, maar ik moet mezelf er heel erg toe aanzetten wil ik het naar voren laten komen (ik denk hierbij vooral aan (huis)werk situaties). Vooral met het maken van opdrachten stel ik dit erg uit en laat het soms zover komen dat het te laat is voordat ik het af maak. In mijn werk bezit ik wel discipline, dan ben ik goed in staat om mijzelf af en toe even op te peppen en als het ware een peper in de spreekwoordelijke reet te steken, zodat ik in hoog tempo verder ga met werken. Soms stuur ik mezelf er ook toe aan om lastige situaties als eerste te behandelen, zodat dat vast gebeurd is. En pas daarna het makkelijkere werk te doen. Nogmaals er is op een of andere manier een groot verschil tussen werken in werk op school (veelal schriftelijke opdrachten) en werk in de praktijk (met patienten). In het werken in de praktijk ben ik (gelukkig) veel zorgvuldiger.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!