Albert Kerwijn, de stichter van de Algemene Krieleniersbond
Het past hier even terug te blikken op Albert Kerwijn, die eind 2009 aan bod kwam in een uitgave over memorabele Waregemnaars. Hij was een volksfiguur als de zoon van een biervoerder in Nieuwenhove-Waregem. Als textielverver realiseerde hij in 1957 in voor hem moeilijke omstandigheden de structurering van zijn liefhebberij: de krielenierssport. Het gaf de volkssport een sterke stimulans doordat de liefhebbers nu gemakkelijker hun hobby konden beoefenen. Er kwamen nieuwe maatschappijen, beter overleg, rechtlijnige onbestwiste reglementen, goede speelverbonden, kampioenschappen en een vriendschappelijke sfeer kreeg bovenhand op discussie en naijver.
Albert Kerwijn was een volksfiguur uit Nieuwenhove, die in de jaren ’50 Waregem tot het centrum maakte van de krielenierssport. Hij gaf een structurering aan deze met de vinkenierssport verwante volkssport met kraaiende hanen en werd in 1957 ook de eerste voorzitter van de Algemene Krieleniersbond van België (AKRIBO), die pas onlangs na 50 jaar is ontbonden en is opgegaan in de Vlaamse Kraaiers. Zowat elke gemeente in de provincie telde toen minstens één maatschappij, die regelmatig hanenkraaizettingen organiseerde en in Waregem waren er ook een tiental cafés waar dergelijke wedstrijden werden georganiseerd. Albert Kerwijn klaarde die karwei samen met ‘luitenant’ Florimond Verstraete, chicoreifabrikant uit Rumbeke en die ook al in de jaren ’30 achter de oprichting stond van de Algemene Vinkeniersbond,
Toen Albert Kerwijn enkele jaren later het voorzitterschap doorgaf noemde Florimond Verstraete hem een ‘kranige opbouwer’ die zich als een missionaris opofferde in het belang van de toen talrijke krieleniers. Ondanks moeilijke omstandigheden slaagde hij als een soort apostel erin om de volkssport een structuur te geven met overal aanvaarde regels en actief verenigingsleven. Op het einde van het stichtingsjaar 1957 telde de bond al 92 aangesloten maatschappijen. Andere Waregemnaars in het stichtingscomité waren Bino Libbrecht en André Vandercruyssen. Hulpsecretaris in de eerste beheerraad was nog zijn gebuur Jozef Citers van de St. Margrietwijk in Nieuwenhove.
Op 2 juni 1957 werd het Waregemse hanenverbond gesticht met De Beekkraaiers in café Steeple Chase bij Richard Vercaemst, De Statiekraaiers in café Leopold bij Verleye Valère; De Ballingkraaiers in café Kantientje bij Peirens André, De Lustige kraaiers in Café De Sneppe bij Vercruyssen K en De Churchillkraaiers in café Royal bij Tronquoi Gilbert. In Nieuwenhove waren er de Verenigde Kraaiers in Huis van Commerce bij Wed. Alfons Vandeputte en liefdadigheidszetting in café Zonnestraal bij Aloïs Magherman. In Beveren-Leie kenden we de Ganzekraaiers in Sport Echobij Haesebrouck en in Desselgem werden de Gildekraaiers opgericht in De Gilde. Later volgden in Sint-Eloois-Vijve de Leiekraaiers in café De Transvaal.
Albert Kerwijn was de zoon van biervoerder Alberick Kerwijn op den Olm in Waregem en werd zelf textielverver bij de firma Nuyttens in Deerlijk. Van jongsaf trok hij mee op bevoorrading van de Waregemse cafés met de hondenkar, een job die hij nog een tijdlang alleen verder zette toen zijn vader overleden was. Daar leerde hij ook de vindingrijkheid van de cafébazen kennen, die hun herbergleven opfleurden met allerhande volkse activiteiten zoals de hanenzettingen. Albert was trouwens al van in zijn jeugd vertrouwd met deze volkssport, daar zijn vader ook regelmatig deelnam aan dergelijke wedstrijden. Albert Kerwijn was ook gekend als een gepassioneerd voetbalsupporter van SV Waregem, een passie die hij eveneens overerfde van zijn vader. Een laatste hoogtepunt, die hij nog als supporter kon meemaken was in 1973 op de Heyzel, toen Essevee de beker won tegen Tongeren.
Albert Kerwijn (°Waregem 30 augustus 1924 - † 4 juni 1975)
Echtgenoot van Madeleine Deleersnijder, Nieuwenhovestraat 13, 8790 Waregem
Vader van twee zonen en drie dochters. Vooral oudste zoon Luc Kerwijn is gekend bij hanenliefhebbers van toen hij als jonge gast al aanwezig was op de hanenzettingen. Hij werd later vinkenliefhebber en stond ook als bestuurslid op de bres voor het welzijn van deze volkssport, ondermeer ook bij de organisatie van het Kampioenschap van België in Waregem.
De krielenierssport kende eind de jaren ’50 een sterke opgang. In verschillende regio’s bestonden al afspraken, maar de structurering van de liefhebberij kreeg pas echt vorm met de oprichting van de kraaihanenbonden AKVB (Algemeen Kraaihanenverbond van België vzwd met zetel Eernegem) en AKRIBO (Algemene Krieleniersbond vzw met zetel in Rumbeke). Eerstgenoemde bond startte reeds in oktober 1956 met een eigen ledenblad “De Krielhaan”, dat werd verspreid over gans West-Vlaanderen en het aangrenzend deel van Oost-Vlaanderen. Voordien kwamen de hanenkraailiefhebbers al aan hun trekken in de Torhoutse Bode en ook het dagblad Het Volk had al vroeg aandacht voor de hanenkraailiefhebberij. De momenteel nog bestaande bond AKRIBO is pas opgericht in 1957 en voor zijn berichtgeving moest de bond aanvankelijk nog terecht in een afzonderlijke katern van ‘de Vinkenier’, het ledenblad van de vinkeniers.
Uit deze ‘Krielenier’ van het begin van het seizoen 1958-1959 vernamen we dat AKRIBO toen al ruim honderd maatschappijen telde. Als we ons kunnen baseren op de nummering van de nieuw aangesloten verenigingen bij de AKVB (De Krielhaan 1958) telde de concurrerende bond toen al meer dan 150 verenigingen. Eerstgenoemde bond zou uiteindelijk de bovenhand halen en begin de jaren ’60 werd ‘de Krielhaan’ opgedoekt.
In het verslag van de beheerraad van AKRIBO van 16 augustus 1958 vonden we ook een indeling terug in gewesten. Die gewesten zouden later ook worden gebruikt bij de organisatie een bepaald jaar van het kampioenschap van België. Dat vond toen plaats op hetzelfde tijdstip, maar telkens in één gemeente van elk gewest. Uit het verslag blijkt in 1958 ook bij de liefhebbers zelf nog verwarring te bestaan tussen de termen ‘gewest’ en ‘verbond’. Het was toen al een hele tijd gebruikelijk dat verschillende naburige maatschappijen in verbond speelden, wat wil zeggen dat ze een speelkalender opmaken om mekaar met hun wedstrijden niet te beconcurreren en de liefhebbers uit de streek afwisselend samen te brengen voor de wedstrijden in de verschillende lokalen van het verbond.
Met de term ‘gewesten’ zag de beheerraad van AKRIBO een bredere regio met hanenliefhebbers met als doel om ook nieuwe maatschappijen een plaats te gunnen in het krieleniersfront. “De afspraken in verbonden zijn heel prijzenswaardig”, aldus de beheerraad toen, “maar de maatschappijen denken nu ten onrechte dat ze een gewest vormen en heer en meester mogen spelen in hun omgeving, ook bij het aanvaarden van nieuwe maatschappijen, en ... We zijn tegen het verbrokkelen door scheurmakers van bestaande maatschappijen, maar moeten ook kunnen aannemen dat bij een aanwinst van liefhebbers nieuwe maatschappijen niet alleen wenselijk, maar ook noodzakelijk zijn.”
De beheerraad van AKRIBO ging bij het begin van het seizoen 1958-59 in op een voorstel van de heer Derweduwen om een proef wagen met volgende indeling in gewesten:
Nieuwe maatschappijn zullen aan het passende gewest toegevoegd worden.
Na een jaar ondervinding is het volstrekt niet uitgesloten dat nog andere maatschappijen naar een of ander gewest overgaan.
Het staat de maatschappijen natuurlijk vrij de samenstelling van het ‘verbond’ (opmaken van kalender. Inrichten van feestelijkheden, enz.) zelf te regelen ; ook trouwens met maatschappijen buiten het gewest.
Benaming : Gewest I kan ook vervangen worden door Gewest Zingem : Gewest VIII door Gewest Diksmuide. De maatschappijen regelen dat onder mekaar.
Wat zegt art. 10 van de Akribo statuten ?
… elke maatschappij moet afgevaardigde aanduiden voor gewest. Welke maatschappij roept alle maatschappijen bijeen om dit te regelen ? …
We vonden in het weekblad “De Krielhaan”, officieel orgaan van het Algemeen Kraaihanenverbond van België vzwd, op datum van vrijdag 20 september 1957 een verhelderend verslag van een gewestvergadering te Knesselare. Op die bijeenkomst werd het komende speelseizoen voorbereid en dat jaar kwam er de eerste afscheuring in het kraaihanenverbond voor het gewest Knesselare. Uit het verslag vernemen we dat de maatschappij de St.-Joseph-kraaiers uit Ruiselede zich voor het seizoen 1957-’58 had aangesloten bij een ander niet bij naam genoemd Kraaihanenverbond. Het gaat hier om AKRIBO.
De Algemene Krieleniers Bond was uiteindelijk de maand voordien opgericht en de statuten van deze Federatie zijn verschenen in het bijvoegsel van het Staatsblad van 14 september 1957. De akte draagt het nummer : 3251. Voordien had de AKVB enkel concurrentie van het Hanenverbond van Oost- en West-Vlaanderen (HANOWES), dat sedert eind 1955 de Vinkenier-Krielenier als bondsblad had. Voor deze HANOWES fungeerde Scherrens Bertrand als secretaris met als adres Oedelemstw 50, Sysele. Bij dit verbond speelden clubs uit Assebroek, Beernem, St Joris ten Distel, Knesselare, Oedelem, Beernem en Sijsele. Verbondssecretaris Bertrand Scherrens had eind 1955 een akkoord gesloten met de gekende voorman van de vinkenliefhebbers dhr Verstraete Florent, bijgenaamd Luitenant Verstraete. Hierbij kreeg hij de toelating dat alle uitslagen van de aangesloten clubs iedere week in “De Vinkenier” zouden verschijnen. Bijgevolg moesten de heren secretarissen van de clubs in Hanowes hun uitslagen en aankondigingen voortaan iedere zondag sturen naar de Heer Tanghe, Hoogstraat , Rumbeke...
Het verslag van het gewest Knesselare in “de Krielhaan” moeten we dus zien in bovengeschetste achtergrond. De Krielhaan zelf was een zeer verzorgd weekblad op formaat 43 – 22 cm over 4 blz of dubbel vouwblad recto verso. De abonnementsprijs tot 31-12-1957 was bepaald op 35 fr Te storten op PCR nr 174862 van A.K.V.B. dr De Torhoutse Bode Torhout. Het secretariaat van AKVB werd verzorgd door Andre D’Hulster, Aartrijkestraat in Eernegem. De Krielhaan van 20 september 1957 was het nummer 54 van de 1e jaargang, zodat we mogen aannemen dat De Krielhaan als onafhankelijk bondsblad gestart is met het seizoen 1956-’57. We nemen ook aan dat de uitslagen en aankondigingen van de hanenzang-activiteiten voordien werden gepubliceerd in De Torhoutse Bode. We hebben daar tot op heden echter nog geen tastbaar bewijs van.
GEWEST KNESSELARE (verslag in De Krielhaan)
“Verleden zaterdag hadden wij de grote gewestvergadering te Knesselare bij De Meyere Marcel, onder leiding van de heer Tierenteyn Edmond, ondervoorzitter van het A.K.V.B.
De heer Tierenteyn dankte de talrijk opgekomen afgevaardigden om samen de dagorde af te werken. Hij drukte zijn spijt uit dat de heer SAVAT Omer ziin ontslag als gewestleider had ingediend, daar hij een van de medestichters is geweest van de hanesport.
Vervolgens handelde spreker over de geruchten die de ronde doen dat de Cipriaankraaiers ons zouden verlaten (Zie de Vinkenier). Daarop kwam een geweldige reactie vanwege de heer S M, daar hij tegen deze persoon sedert 30 maart 1957 niet meer gesproken heeft. De ondervoorzitter gaf daarop een bondige uitleg hoe hij de zaken volgt. Volgens spreker is de Mij De St. Joseph-Kraaiers uit Ruiselede-Doomkerke nog maar enkele dagen aangesloten bij een ander kraaihanenbond daar zij zich niet wilde voegen naar de reglementen. Op deze verklaring steeg een uitbundig gelach op.
Spreker brak vervolgens een lans tot sportiviteit. Wij laten de vinkenier met rust en willen eveneens dat zij ons hanenliefbebbers met rust laten daar wij de na-oorlogse stichters van het kraaihanensport zijn. Zo er geen verandering komt in de gespannen toestand. kunnen wij even goed het vinkensport inschakelen in onze lokalen (spreker werd hierop onderbroken door luide toejuichingen). Wij moeten geen vinkenier meer hebben die ons verbond bekampt en ons tracht te ondermijnen (langdurig handgeklap).
Na een korte poos werd overgegaan tot het kiezen van de gewestleider en gewestraad. Werden verkozen :
Het uitsteken van de gewestzettingen liep vlot van stapel. Ieder zetting moet minstens 700 fr gewaarborgd zijn. Inleg 15 fr, begin te 9.15 uur uitgenomen de laatste die begint te 14.30 uur. Boven het getal wordt alles verspeeld. Iedereen die in regel is kan mededingen maar leden van buiten 't gewest kunnen geen kampioen zijn. ledere Mij stort 50 fr plus de giften van milde schenkers. Gezien wij vertrekken met verplichtend zesmaal acht (elke maatschappij moest minstens acht hanen zetten), is 48 hanen, stelde de heer Schepens voor 24 prijzen uit te loven in het klassement. Dit prachtig voorstel werd met algemeenheid aanvaard.
Tot slot dankte de heer ondervoorzitter alle aanwezigen voor hun medewerking tot het welslagen van deze vruchtbare vergadering. Hij drukte te wens uit dat het vertrouwen in de nieuwe gewestleider prachtige resultaten zal behalen ten voordele van ons sport. Voortaan zal hij de gewestvergaderingen voorzitten.
In tegenstelling met andere volkssporten met dieren en zelfs met hanen, die ook de meer gegoede volksklasse kon bekoren, is er over het volksgebruik van hanenzangwedstrijden weinig informatie te vinden in de gebruikelijke historische bronnen. Al is het niet denkbeeldig dat er al eeuwen terug hanenzangwedstrijden plaats hadden, dan kunnen we op basis van geregistreerde informatie toch stellen dat de liefhebberij al zeker honderd jaar bestaat in ons land. In Wallonië wordt in “Le Journal de Charleroi” in 1902 al melding gemaakt van een “grand concours des coqs anglais, au chant”. Niet geverifieerde bronnen situeren het ontstaan van deze wedstrijden in Wallonië omstreeks 1880, maar ook in PIttem was er op 1 mei 1892 al een hanenkraaiwedstrijd bij Richard Beernaert in ’t Hoefijzer. Ook voor Brussel en Antwerpen kregen we informatie over kraaihanenwedstrijden omstreeks 1900.
Het ontstaan en de ontwikkeling van deze hanenzangwedstrijden wordt wel eens in verband gebracht met het beknotten van de hanengevechten. Dat verband met de hanengevechten is niet zo verwonderlijk. Aanvankelijk ging het trouwens over dezelfde haantjes en we hebben oudere liefhebbers, die in de jaren vijftig met zanghanen speelden, nog horen vertellen dat hun vader ooit met vechthanen speelde en dat hun eerste kraaihanen nog nakomelingen waren van die kleine vechthanen. In het wedstrijdcircuit voor kraaihanen in de jaren dertig en veertig onderscheiden we ook een aantal herbergen, die bekend stonden voor het organiseren van hanengevechten.
We kunnen echter niet genoeg benadrukken dat de meeste krieleniers het nooit in hun hoofd zouden halen om hun krielhaantjes over te leveren aan een hanengevecht. In tegenstelling met de hanenkampen, waar veelal de gegoede burgerij aan deelnam en ontspanning vond, is de krielenierssport ook veeleer een volksvermaak die ingang vond bij de arbeidersklasse. Alleen al het feit dat de wedstrijden buiten doorgaan tijdens de wintermaanden en de liefhebbers er op zondagvoormiddag minstens een uur moeten doorbrengen in soms barre winterse omstandigheden zorgde voor een gehard publiek.
Rond 1900 zijn er al kraaihanenwedstrijden zijn georganiseerd in het kader van hoendertentoonstellingen in Brussel en Antwerpen. Wellicht was die volkse animatie bij deze ornithologische tentoonstellingen ingegeven door een meer bestendig volksgebruik op het platteland. Het verband met hoendertentoonstellingen ontkracht al enigszins de eventuele verwantschap met hanengevechten. Feit is dat de liefhebberij veeleer aansluit bij het vredelievende ornithologische tentoonstellingsgebeuren, dan wel bij het oude barbaarse volksgebruik.
Zo ging er een hanenzangwedstrijd door in november 1904 in de rand van de tweede tentoonstelling van ‘Les Jeunes Aviculteurs de Belgique’ in Brussel. De zangwedstrijd werd gehouden onder alle hanen der krielrassen. Enige tijd later werd met waar succes ook een wedstrijd gehouden in de “Laiterie de Bempt” te Vorst. De haan “Duc de Brabant” van de familie Jean-Pierre Muys , die thans in Koekelare woont, behaalde er de schaal Van Gelder voorbehouden aan ‘den besten kraaier van alle legrassen’. Die zangwedstrijden hebben er zeker veel toe bijgedragen om de kraai van den Bassette-haan te verbeteren. De besten hebben in 20 jaar hun zangvermogen verdubbeld. Op de wedstrijd van 1915-1917 waren ze bijna gelijk met de hanen der Antwerpsche Baardkrielen: op een half uur 60 tot 70 roepen. Op de wedstrijd van de “Botanique” in juli 1918 werd de prijs voor ‘de besten zanger’ behaald door een haan “Bassette”, die toebehoorde aan zoon Muys, met 82 slagen in 30 minuten. Op de wedstrijden, de laatste jaren ingericht door “Royal Club Avicole du Barbunain” brachten de Bassette-hanen het tot 120 en 150 slagen in 30 minuten.
Krieleniers verzorgen hun lievelingsdiertjes als echte huisdieren en vinden er een aangename ontspanning in naast hun soms jachtig bestaan op de fabriek. Hun dwerghoenders houden ze voor het plezier om er mee om te gaan, de haan bezig te zien met zijn hennen en met de haan deel te nemen aan de kraaiwedstrijden. Waar die wedstrijden wellicht al sedert omstreeks 1900 bij gelegenheid werden georganiseerd door herbergiers, die daar brood en ontspanning in zagen voor hun café, kreeg het volksgebruik later een meer gestructureerd verenigingsleven. Voor Waregem kennen we reeds in de jaren dertig een kraaihanenvereniging onder de benaming “De Blijmoedige Kraaiers”, die als lokaal café “het Leeuwke” hadden (foto).
Uit mondelinge overlevering weten we dat zeker al in het interbellum hanenkraaiwedstrijden doorgingen over heel Henegouwen, Oost- en West-Vlaanderen. Het was aanvankelijk nog een eerder sporadisch gebeuren als animatie bij kermissen of andere gelegenheden. Energieke herbergiers zagen er wellicht een bijkomende aantrekkingspool in en speelden daarmee in op de honger naar meer wedstrijden.van de liefhebbers. Elke wedstrijd kon ook steeds nieuwe liefhebbers en herbergiers verleiden om het circuit van hanenkraaiwedstrijden uit te breiden. Soms werd voor de organisatie van die wedstrijden verenigingen of maatschappijen in het leven geroepen, maar evengoed werden losse wedstrijden georganiseerd door een tijdelijk organisatiecomité rond de herbergier. In dat verband hebben we getuigenissen van Jerome Delannoy uit Marke, Prudent De Stoop uit Zulte, Georges Rigole uit Pittem, Roger Ostyn uit Kuurne, Frans Priels uit Sint-Lodewijk Deerlijk, André Delange uit Desselgem, Etienne Declercq uit Olsene, André Vercaemst uit Waregem en informatie uit “De Krielhaan” , “De Krielenier”, “De Kraaier”, “Het Haantje” en “De regionale koerier “ van Het Volk.
De structurering in een algemene bond kwam er pas in de jaren vijftig met het Algemeen Kraaihanenverbond van België vzwd, dat in oktober 1956 startte met een eigen weekblad “De Krielhaan”. Het was een verzorgd krantendrukwerk (formaat 43 – 22 cm over 4 blz of dubbel vouwblad recto verso). Het werd gedrukt in Torhout bij De Torhoutse Bode. Het secretariaat van A.K.V.B. werd waargenomen door Andre D’Hulster, Aartrijkestraat te Eernegem en na een jaar hadden zich al 120 aangesloten verenigingen aangesloten, hoofdzakelijk uit het noorden van de provincie West-Vlaanderen ( kust – Roeselare – Aalter). In 1958 stak deze hanenbond trouwens ook van wal met nevenbond VVB (Vinkeniers Verbond van België) voor vinkenliefhebbers, maar dat was geen onmiddellijk succes. Er kwamen in 1958 wel enkele aankondigingen en uitslagen van vinkenwedstrijden in “De Krielhaan”, net zoals de krieleniers van het latere A.Kri.Bo hun informatie over hun hanenzangwedstrijden een tijdlang konden laten verschijnen in “De Vinkenier”.
Een jaar later in 1957 zou onder impuls van Verstraete, die ook de vinkeniers had gestructureerd, een bond worden opgericht voor ‘krieleniers’, de Algemene Krieleniersbond of A.Kri.Bo. Daarbij vinden we aanvankelijk verenigingen uit Waregem, Tielt, Vlamertinge en de rest van Zuid-West-Vlaanderen. Eind de jaren ’50 was het aantal actieve onafhankelijke kraaihanenverenigingen wellicht zo goed als uitgestorven. De verenigingen waren bij één van de twee bonden aangesloten. We vermoeden dat de A.K.V.B van secretaris D’Hulster uit Eernegem uiteindelijk werd opgeslorpt door A.Kri.Bo van Luitenant Verstraete.
De kraaihanensport kende in elk geval in West-Vlaanderen een bloeiperiode in de jaren vijftig en zestig. Er waren trouwens ook wedstrijden het ganse jaar door, ook in de ruiperiode tijdens de zomermaanden. Rond 1965 wordt het aantal krieleniers bij AKRIBO in West- en Oost-Vlaanderen geraamd op een tweeduizendtal, maar de liefhebberij was toen al op de terugweg. De oorzaken van de teloorgang van de op en top volkssport is wellicht stof voor een diepgaander sociale studie.
Tot begin deze week kon u nog informatie over de krielenierssport of volksgebruiik 'Het hanenzetten' vernemen via bloggen.be. Maar dit medium is zonder verwittiging verdwenen. Om nog bereikbaar te blijven hebben we een nieuwe partner gevonden in het seniorennet, waarvoor dank. We proberen hier eerst nog enkele oude berichten in herinnering te brengen. Op bloggen hebben we dit blog op 20 maart 2007 opgestart met dit onderstaand bericht:
Als inleiding van dit blog over de "Krielenierssport" publiceren we hier de inleiding uit het artikel "Krieleniers uit Sint-Baafs-Vijve, Wielsbeke en Ooigem", verschenen in het heemkundig jaarboek Leiesprokkels 2002-2004 van de Juliaan Claerhoutkring Wielsbeke. (nvdr: de laatste jaren verschenen nog volkskundige bijdragen in het jaarboek van Hultheim Kruishoutem en Volkskunde West-Vlaanderen).
Ik kan mij indenken dat niet iedereen vetrouwd is met het woord “krielenier”. Het is ook (nog) niet opgenomen in de ‘Woordenlijst van de Nederlandse taal’ van de Nederlandse Taalunie. Dat is wel het geval voor het beter gekende “vinkenier”, een verwant volksvermaak waarvan het in de jaren vijftig is afgekeken. Een krielenier kunnen we dan omschrijven als iemand die krielhaantjes (dwerghoenders) houdt en ermee deelneemt aan zangwedstrijden. Tot een halve eeuw geleden werd hier ook met grotere hanen deelgenomen aan die wedstrijden, maar ondervinding leerde dat die kleinere soort hoender of krielhaan, ook “Engels haantje” genoemd, het beter deed als er werd gespeeld naar het hoogst aantal kraaien. Elders in België en Nederland gaat het om pronostiekwedstrijden, waarbij de winnaar degene is die het best het behaalde resultaat van zijn haan kan raden. Daarbij worden nog alle soorten kraaihanen in wedstrijd gebracht.
Het volksgebruik met wedstrijden voor kraaiende hanen kwam eind de structuren binnen de nog altijd bloeiende vinkenierssport. Reeds eind 1955 verschenen uitslagen van het zogenaamde “Hanenverbond van jaren vijftig, begin de jaren zestig hier aardig in het spoor van de vinkenierssport na de oprichting van het Algemeen Kraaihanenverbond van België vzwd (A.K.V.B.) met zetel te Eernegem en van de nog altijd bestaande Algemene Krieleniersbond A.KRI.BO met zetel te Rumbeke. A.KRI.BO werd opgericht op 15 augustus 1957 onder impuls van Lt. Florimond Verstraete, die in 1934 ook aan de wieg stond van de huidigeOost- en West-Vlaanderen - Hanowest” in zijn blad ‘De Vinkenier’.
Het verbond Hanowest was vooral geconcentreerd in de regio Ruiselede-Sijsele, maar uit de binnenkomende uitslagen bleek vlug dat er ook regelmatig wedstrijden doorgingen in de rest van beide provincies. Uiteindelijk leidde dat tot de oprichting van een afzonderlijk lijfblad, dat vanaf 1 oktober 1959 verscheen onder de toepasselijke benaming ‘De Krielenier’. Eind 1958 waren bij A.KRI.BO al een 120-tal maatschappijen aangesloten, verdeeld over 11 gewesten. Die lagen hoofdzakelijk in het zuidelijke gedeelte van de provincie. De verenigingen uit Sint-Baafs-Vijve en Wielsbeke waren hier ingedeeld in gewest IV met Dentergem, Kruishoutem, Meulebeke, Olsene, Oostrozekeke, Wakken en Zulte. Het noorderlijke gedeelte van West-Vlaanderen en de regio Maldegem-Aalter waren dan eerder het werkterrein van de A.K.V.B., dat al vanaf oktober 1956 was gestart met een eigen weekblad ‘De Krielhaan’ en een jaar later eveneens een 120-tal maatschappijen telde. Wekelijks werden er hier toen zowat 2000 haantjes in wedstrijd gebracht.