16/10 Wat Jezus openbaarde aan Cora Evans over het komende gouden tijdperk van de Mensheid - Living Faith Daily
Jezus openbaarde dat er een gouden tijdperk aanbreekt, een tijd waarin harten als een rustige rivier over de aarde zullen stromen. Openbaringen over een komend tijdperk van genade, waarin Christus niet zal regeren vanaf een gouden troon, maar vanuit de harten die Hem werkelijk liefhebben.
Jezus verscheen aan Cora Evans en zei: Cora, Ik geef je een missie. Je moet de mystieke menselijkheid van Christus bevorderen, zodat de wereld zich bewust wordt van Mijn aanwezigheid in hun dagelijks leven. Hij vroeg haar drie keer per dag te bidden om zich voor te bereiden op de grote extase die kwam. Momenten waarop de Hemel zich opende en zij getuige was van de mysteries van de H. Schrift alsof ze erin stond. Door deze ontmoetingen openbaarde Jezus dat Zijn Hart nog steeds een thuis zoekt, niet alleen in tabernakels, maar in elke ziel die Hem volledig durft te verwelkomen.
Cora begreep toen dat dit ging over de transformatie van harten, een oproep aan ieder van ons om Christus in ons te laten leven totdat de wereld weer Zijn woning wordt. Ze ontving de stigmata, de mysterieuze wonden van Christus die op haar handen en voeten verschenen, herinneringen aan een liefde die bereid was te lijden voor de redding van zielen. Nog verbazingwekkender was dat ze beschreef dat ze op twee plaatsen tegelijk was. Haar ziel werd overgebracht naar China, waar ze stervende kinderen doopte, terwijl haar lichaam levenloos bleef in Californië. Voor degenen die er getuige van waren, tartte zulke genade alle rede.
Toch zocht Cora door dit alles nooit aandacht of roem. Ze zei alleen dit: Alles wat ik ontvang is ter ere van Jezus, opdat Zijn leven opnieuw in ons mag leven. Haar wonderen waren niet bedoeld om de wereld te verblinden, maar om haar wakker te schudden en ons eraan te herinneren dat heiligheid niet ver weg is, maar mogelijk is in elk gewoon hart dat ja zegt tegen God. In één van haar meest stralende visioenen sprak Jezus tot haar over een komende tijd, een gouden tijdperk van de mensheid, waarin de wereld, vermoeid van zonde en oorlog, eindelijk onder Zijn vrede zou rusten.
Cora, zei Hij, in dat gouden koninkrijk zal Ik wonen in harten die Mij uitnodigen. Mijn heerschappij zal niet zijn van tronen of kronen, maar van zielen die door Mijn aanwezigheid zijn getransformeerd. Door mijn ware vrienden, zal Ik de aarde zegenen met vrede die eeuwenlang zal duren. Cora zag deze toekomst zich voor haar ogen ontvouwen. Een wereld die schitterde in een licht dat niet van de zon kwam. Een tijd waarin het geloof weer zou opbloeien als de lente na een lange winter. De mensheid zou heiligheid herontdekken, niet als een relikwie uit het verleden, maar als dagelijkse realiteit, beleefd in liefde en eenvoud.
Maar zelfs terwijl ze naar die schoonheid keek, zag Cora ook de schaduw die zou volgen. Het gouden tijdperk zou op een dag verdwijnen. De duisternis zou weer opkomen en de Kerk zou haar laatste beproeving tegemoet zien. Priesters die werden vervolgd, altaren werden afgebroken en gelovigen werden op de proef gesteld als nooit tevoren. Toch troostte Jezus haar. Mijn overwinning zal niet verloren gaan. Zelfs wanneer het kwaad lijkt te zegevieren, zal Ik in de harten van mijn getrouwen blijven.
Het was belangrijk dat we deze tijd van genade vóór de storm zouden herkennen en zouden leren Christus in onze ziel te laten regeren zolang er nog licht is. In één van haar laatste en meest verbazingwekkende visioenen kreeg Cora de H. Maagd Maria te zien, als een licht dat over de hele wereld neerdaalde. Jezus sprak: Er zal een tijd komen, Cora, dat Mijn Moeder zal verschijnen als nooit tevoren, stralend over de naties om de verlorenen te verzamelen en de vermoeiden te versterken. De aarde was gehuld in een gouden mist, alsof de Hemel zelf zich boog om de schepping te omarmen. In het midden verscheen een lichtgevende Hostie in een monstrans die naar de wereld was gekanteld, en daarin de figuur van de H. Maagd Maria, stralend met een schittering die geen menselijke woorden konden vatten.
Het licht begon eerst over de landen China en India te vallen en verspreidde zich vervolgens als vuurgolven over de continenten. Miljoenen mensen keken omhoog en zagen haar, met vrede. Het was alsof de wereld zelf stilstond in gebed. Cora begreep dat dit de grootste verschijning van Maria zou zijn, een teken van genade vóór de laatste grote beproeving, haar oproep om de mensheid terug te brengen naar haar Zoon voordat de laatste duisternis neerdaalt. Dit was het hart van het gouden tijdperk. De triomf van goddelijke liefde die zich voor de laatste keer uitstrekt naar een gewonde wereld die nog steeds in staat is tot verlossing. Keer terug naar Jezus zolang er nog tijd is.
Cora Evans schreef ooit: "Zelfs in de helderste dageraad wachten de schaduwen nog steeds. Want in haar visioenen was het gouden tijdperk van vrede niet het einde. Het was een pauze vóór de laatste beproeving." Ze zag de wereld weer trots worden. Harten die ooit vol geloof waren, veranderden langzaam in troost, in trots, in kilheid. De vrede die de aarde had bedekt, begon te vervagen en de gloed van goddelijke liefde maakte plaats voor een vals licht. Valse wonderen, valse profeten, en stemmen die beweerden namens God te spreken, maar in plaats daarvan de duisternis dienden.
Cora zag de Kerk omsingeld, Priesters vervolgd worden, altaren verwoest, de Eucharistie ontheiligd. Zij die nog geloofden, werden ondergronds gedreven, vierden de mis in geheime grotten, fluisterden gebeden bij kaarslicht, klampten zich vast aan het geloof als hun enige schat. In een visioen zag ze de laatste Priester op aarde de heilige mis vieren met een paar gelovigen die zich schuilhielden. De wereld keek toe hoe hij gevangengenomen werd door het koude oog van de technologie, een wereldwijd schouwspel van spot en triomf.
En toen hij weg was, verheugden de mensen zich, niet beseffend dat ze de laatste zichtbare vlam van genade hadden gedoofd. Cora zei dat op dat moment de Hemel stil werd en Christus weende, maar zelfs toen fluisterde de Heer tot haar hart. Het kwaad mag geloven dat het gewonnen heeft, maar Mijn licht kan niet vernietigd worden. Het leeft in de zielen die nog steeds van Me houden, en door hen zal Ik terugke ren. Het was geen wanhoop die ze zag, maar zuivering. De laatste nacht voor de dageraad die nooit eindigt.
Cora Evans zag wat maar weinig stervelingen zich ooit durfden voor te stellen: de stilte van een wereld zonder Priesters, en dan de donder van de Hemel die die stilte voorgoed verbrak. In haar laatste visioenen schreef ze over een licht dat de duisternis doorboorde, een schittering die niet uit de aarde opsteeg, maar neerdaalde uit het Hart van God. De hemel beefde, de sterren vervaagden, en de hele schepping leek haar adem in te houden. Toen zag ze Hem, Christus, dezelfde Heer die ooit tussen vissers en melaatsen wandelde, die nu in glorie terugkeerde als de Koning die het Zijne opeist.
De aarde beefde van ontzag, en elke ziel die nog geloofde, voelde zijn hart ontbranden als levend vuur. Cora beschreef het als de puurste vreugde, de vreugde van het zien van zichtbare liefde. Degenen die vervolging hadden doorstaan, stonden op in het licht. De martelaren, de verborgen heiligen, de vergeten gelovigen, allen werden in Zijn armen verzameld. En terwijl Hij naar de wereld keek, was Zijn blik zowel barmhartig als rechtvaardig. Alles is vervuld, zei Hij. De strijd is voorbij. Mijn vrede zal nooit eindigen. Toen zag ze een nieuwe aarde, vernieuwd en stralend, waar lijden niet langer sprak en de tijd zelf leek te rusten onder Zijn heerschappij. Dit was de ultieme belofte van het Evangelie.
Dat, hoe donker de nacht ook wordt, Christus altijd zal terugkeren. Niet alleen aan het einde van de geschiedenis, maar in elk hart dat durft te hopen. Het koninkrijk van God is niet iets waar we op wachten in de Hemel. Het begint in het hart. Jezus zei haar: "Ik zal regeren waar Ik ook word uitgenodigd." Die woorden hebben vandaag de dag kracht voor ons in een wereld waar geloof afneemt en afleiding het gefluister van genade overstemt. Het gouden tijdperk dat zij voorzag, was niet alleen een verre toekomst. Het was ook een mogelijkheid voor elke ziel op dit moment. Wanneer iemand Christus in zich laat wonen, begint er vrede.
Wanneer gezinnen samen bidden, genezen volkeren. En wanneer de Eucharistie het middelpunt van ons leven wordt, komt de wereld zelf dichter bij verlossing. Haar geschriften zijn een oproep voor deze generatie, voor jou en mij om de mystieke menselijkheid van Christus in ons te wekken. Want het tijdperk van vrede begint op het moment dat één hart fluistert: "Heer, heers in mij." Het grootste wonder is niet te vinden in visioenen of extases, maar in een enkel hart dat elke dag bewust met Jezus leert leven. Ze noemde deze manier van leven de mystieke menselijkheid van Christus. Een spiritualiteit van bewustzijn waarbij elke daad, elke ademhaling een offer van liefde wordt. Het is niet voorbehouden aan mystici of heiligen. Het begint in keukens, in ziekenhuizen, in stille woonkamers waar gewone mensen ervoor kiezen om lief te hebben met buitengewoon geloof. Als je 's ochtends opstaat, kun je fluisteren: "Jezus, leef deze dag in mij." Als je lijdt, kun je je pijn verenigen met Zijn Kruis. Als je een vreemdeling ontmoet, kun je hem begroeten alsof Christus zelf voor je staat.
Heiligheid is verborgen in het gewone en de Hemel begint wanneer we God het moment waarin we leven laten transformeren. Stel je voor dat elke gelovige de wereld zo zou gaan zien. Elk huis een kleine kapel. Elke maaltijd een eucharistische echo. Elke daad van vergeving. Een vonk van goddelijke barmhartigheid. De mystieke menselijkheid van Christus is een manier van zijn. Een dagelijkse, levende gemeenschap met degene die zei: "Ik ben altijd bij je." En misschien is dit hoe het ware gouden tijdperk zal beginnen. Niet door donder en vuur, maar door het stille geloof van zielen die Hem volledig liefhebben.
|