Terug in de hotelkamer naast de kampung maakte ik een blad klaar waarop ik heel kort de laatste informatie noteerde: "Onze Sari bezocht. Ze is kleintjes, bleekjes en heel lief. Voor de rest alles ok. Hoe gaat het met jullie? Morgen meer." In de hotellobby kon ik het laten doorfaxen. Faxen was duur en telefoneren al helemaal, bovendien kon het enorm lang duren eer je verbinding had. Mijn man, Herman was thuis gebleven bij de twee kinderen, Steven, 5j, Matti, 6 maanden. Steventje was groot genoeg om heel bewust op de komst van z'n zusje te wachten. Voor hem zou het - na 5 jaren enig kind geweest te zijn - wel aanpassen worden aan twee kleintjes in huis op de tijd van een half jaar. Matje woonde in die tijd bij ons als pleegkindje en dat sinds zijn geboorte. Zijn natuurlijke mama was een Belgische, Daisy en zijn vader een Indonesiër, Arun. Het toeval wil dat Arun nu net ook afkomstig was van Surabaya; straf toeval. Na het avondeten ben ik naar Balinese dansen gaan kijken samen met de Duitser en de Hollander. Het was betoverend mooi maar ik dwaalde tijdens de voorstelling voortduend af naar kleine zus die ziekjes was... Na een fax van het thuisfront gleed ik het bed in zorgelijk aan zusje denkend. Als ze het maar haalt, ze is zo fragiel...
MEER over Surabaya? Foto's door te klikken op kader hierboven.
|