Het zal omstreeks 1950 zijn geweest, dat mijn leraar Grieks, Pater van Keeken heette hij, de volgende spreuk lanceerde. Ik had deze spreuk nog nooit eerder gehoord en heb hem destijds in mijn geheugen een bijzondere plaats gegeven. "Zij, die bij het onderwijzen meer naar boven dan naar onder wijzen, komt een plaats toe onder wijzen". "Zij" is taalkundig niet helemaal juist, maar dat doet er niet toe: zij klinkt melodieuser dan hen. Af en toe geef ik nog wel eens een rondleiding door Scheveningen en vertel dit verhaal aan de toehoorders. En ik bedoel er dan mee: kijk naar boven: daar zie je vaak de geschiedenis van een huis of een gebouw. Bogen boven ramen en deuren. Stijlkenmerken uit bepaalde tijden. Versieringen etc. Die kenmerken vertellen vaak meer over de geschiedenis van het gebouw. Door een straat heen lopen en dan zeggen: daar staat het oudemannenhuis, of een weeshuis of een kerk. Dat hoeft een gids niet te zeggen: dat zien de mensen zelf wel. Maar de typische kenmerken van zo een gebouw ontgaan de wandelaars. Ergens in het Belgisch Park staat op een huis een bijzondere windwijzer. Veel mensen weten dat niet. Maar het is een engeltje dat de herkomst van de wind aan geeft. Dit engeltje is gemaakt door een oude vriend van mij, Lucien Konings. Maar wie weet dat. Ja, ik, want ik heb hem daarbij een heel klein beetje geholpen. Deze windwijzer siert vandaag mijn blog.
|