Mijn nichtje Lien was hopeloos in aardrijkskunde. In samenspraak met haar moeder (mijn zus Laura) mocht ik haar een wereldkaart kadoo doen, groot genoeg en geplastificeerd. Vooral groot genoeg.
Die grote kaart zou dan minstens een vol jaar op haar kamer hangen, kwestie van ze bij de hand te hebben wanneer er iets moest gezocht worden & bekeken van nabij.
Lien stemde daar vaagweg mee in, de ambetante tante verdween straks toch weer voor een volle week naar mistig-verre oorden zoals Antwerpen. Haar idoolposters waren nog efkes veilig.
De week daarop had ik door omstandigheden de wereldkaart niet bij, maar geen nood, zij kon ze zelf kopen in de winkel met schoolbenodigdheden. Dus gaf ik haar centen, genoeg voor vijf continenten en alle werelzeeën en ik verdween weer naar Antwerpen, naar het verre westen. Haar idoolposters waren weer voor even gered van een kaart vol wereldellende.
De woensdag daarop aan tafel kwam de wereldkaart ter sprake. Laura moest Lien herhaaldelijk porren om te antwoorden. De kaart was gekocht. En het was een geplastificeerde. Maar er was blijkbaar 'iets'.
- Hoe groot is Australië op die kaart? probeerde ik. Lien haalde haar schouders op. Ze wist niet hoe groot Australië was.
- Zo? probeerde ik en ik toonde met duimen en wijsvingers iets als een kleine meloen, om een idee te hebben. Met schaalverhoudingen wou ik niet beginnen, 'k kan er zelf met moeite aan uit. Lien schudde van nee, geen meloen.
- Zo dan? De grootte van een pompelmoes? Nee, schudde Lien.
- Zoals een appel? Nee.
- Een mandarine? Nu keek Lien in paniek naar Laura. Laura keek diplomatisch in haar bord. Een Moeder die verstek geeft? Dit moet zéér ernstig zijn...
- Nóg kleiner? Geen antwoord.
- Lien, vroeg ik zachtjes, hoe groot is Australië op die kaart?
- Dat kan ik niet zien, zei ze, de streepjescode plakt er nog over.
Dat is achteraf opgelost geweest, er is een groot² exemplaar gekomen. En Lien reist ondertussen de wereld rond alsof ze nooit een kaart nodig gehad heeft.
m EZW-09/2011 / HiH-10/2014
|