Het Kleintje mocht voor het eerst klasgenootjes uitnodigen voor haar verjaardagsfeestje. Klasgenootjes uitnodigen begreep ze niet goed, want het was toch háár verjaardag, niet die van de andere kindjes. Haar idee van verjaardagsfeest is dat er maar 1 iemand gevierd wordt, in dit geval zijzelf. 1 jarige + 1 familie, anders was het háár feest niet meer.
Ze was duidelijk niet van plan de glorie en de aandacht te delen met andere kindjes die geeneens zelf jarig waren. Bij Oma haar verjaardag kwamen ook geen vrienden en vriendinnen. - Nóóit, gooide ze er achter, om haar punt duidelijk te maken. - Nooit? vroeg ik domweg.
Nóóit vrienden en vriendinnen op de verjaardag van haar Oma? Daar kon ik anders wel wat straffe verhalen over vertellen. Om opvoedkundige redenen deed ik dat niet. ‘k Zei niks over het voltooid verleden fuifgedrag van de oma. Ook al omdat zij me dat met één duidelijke blik ontraden had.
Nu had de Mama een probleem natuurlijk, zij had al afspraken gemaakt met andere moeders en nu wilde Kleintje plots geen klasgenootjes erbij. - Wij vieren dat wél hoor Meiske, de verjaardag van Oma, zei ik. Met de vrienden en vriendinnen en uw oma is dan de enige jarige en …
Ik zocht het woord feesteling. Het woord feestvarken wou ik niet gebruiken want wie weet wat dat klein hoofdje daar weer zou van maken. De broer was het gezever beu en rondde af : - Oma is op dat feest de jarige en alle feestvierders waren de niet-jarigen, die zijn iets minder jarig.
En ineens had kleintje het begrepen. Ze liet genadig weten dat alle mínder-jarigen wel op haar feest mochten komen. En hun mama’s ook. En ik ook. Als mínder-jarigen waren we welkom.
Slimme broer, probleem opgelost, Mama opgelucht en iedereen tevreden.
m HiH-10/2015
|