Het traject dat ik te doen heb, van Ekeren naar Merksem-Palfijnziekenhuis, is een ritje van 20 minuten tussen woonwijken met hier en daar een veld en ook een wei of twee waarin soms vijf koeien in nat gras liggen te herkauwen. Het nat gras lijkt hen niet te deren. Vijf vredige koeien in een groene wei, met de roze zonsopgang als toemaatje.
Het is zo’n traject waarvan men denkt, hier gebeurt nooit niksni. In de eerste wijken zijn de mensen naar hun werk en in de wijken met de rieten daken zijn de mensen de beursberichten van de Tokio, Hong-Kong en Sidney aan het herkauwen, onder diezelfde roze zonsopgang.
Buiten dat sommige buschauffeurs rodeo rijden over de verkeersdrempels op de rechte stukken naast de landbouwpercelen, gebeurt daar dus weinig.
Toen ik drie uren later bij Palfijn de bus richting thuis nam, klom er voor mij een meneer naar binnen die heel snel achter de chauffeur ging zitten en toen hij gezeten was sloeg hij zeer snel en een beetje verdoken een kruis. Terwijl ik mijn betaalkaartje weg borg zag ik uit een ooghoek die beweging en zonder hem aan te kijken moet ik toch verbaasd gekeken hebben want toen ik langs hem ging keek hij me strak aan en met een rukje ging de kin omhoog. Astrant kijken, heet dat in deze contreien.
Had ik nu écht verbaasd gekeken bij dat kruisteken? In mijn koopvaardij-jaren had ik nochtans een diplomatieke pokerface. Misschien ligt astrant kijken in zijn aard, dat kan ook. Zo zijn er nog mannen de laatste decennia in deze contreien.
Toen ik op mijn favoriete zitje zat (hoog, boven het wiel) bedacht ik dat hij misschien uit een land kwam waar overgebleven christelijke stromingen altíjd een kruis slaan bij het begin van een busrit. Zo’n land waar elke weg een smalle kronkelweg is en waar aan de ene kant de scherpe rotsblokken van een steile bergwanden bijten en aan de andere kant de afgronden liggen te grijnzen.
Buiten verkeersdrempels hebben wij geen hoogteverschillen, meneer. Antwerpen en omgeving liggen in een vlakte. Een alluviale vlakte. Hier heet het al eeuwen De Lage Landen bij de Zee. Al eeuwen.
Toen we aan de rechte stukken met de verkeersdrempels kwamen gaf de chauffeur gas en begreep ik het kruisteken. Wie van een ziekenhuis komt zit niet te wachten op een rodeo.
m HiH-10/2015
|