de Pfumferkes, zij waren hier efkes ook! “Pfumferkes lopen alsmaar te pfumferen”
En dat hebben we dan samen gedaan : handen op de rug, hoofd naar beneden en zachtjes, met kleine pasjes naar links en met kleine pasjes naar rechts lopen mompelen & mopperen. Wij alledrie, LM, ik en onze kleine genodigde (5j+) hebben alle drie driemaal rond de salontafel gepfumferd. Oké, dat was nog niet écht ‘to fumfer’, ik weet het, maar het was de best mogelijke benadering. Toen we uitgemompeld waren kwamen de vragen. Over de kleur van de mutsen.
Dat snuiteke wachtte op een antwoord hé, dus moest ik subito presto iets verzinnen : wie-wat-&-waar, beginnen met een omtrekkende beweging, dat vond ik het veiligste. De Smurfen wonen in het bos. Hij knikte geduldig, dat is algemeen geweten, Smurfen = bos. - En zij dragen de Witte Mutsen. Hij knikte genadig. - Behalve de grote Smurf, die... Hij zuchtte eens - wéér zo’n trivialiteit, iedereen weet toch dat het een Rode is. Hij ging op één beentje steunen en legde bemoedigend zijn handje op mijn knie, zo van komaan, we geraken er wel.
- En de Tuinkabouters dragen Rode Mutsen. - Of soms groene, vulde hij aan. - Ook soms Groene, herhaalde ik, om tijd te winnen. - En de Blauwe? - De Blauwe Mutsen helpen in de keuken, riep ik blij. - Altijd? - Altijd in de keuken. - Hoe weet gij dat. - Omdat Drea het gezegd heeft. Daar moest hij over nadenken. En ik eigenlijk ook.
En LM, ipv me een beetje te helpen met verzinnen zat in spanning te wachten op het vervolg. Grote jongens horen ook graag verhaaltjes.
- Waar wonen de Fumfelkers? vroeg de kleine. - Pfumferkes. - Ja, die, waar wonen die? - Op de suskewietenheide, tussen de purp’ren bloemkes. Weer efkes stilte. - Wij wonen daar ook, zei hij gedecideerd. - Prima! zei ik, dan komen ze bij u ook helpen.
Toen ze hem kwamen halen hebben we eerst nog warme choco gemaakt. - Van de Flumperkes? vroeg hij. - Ja, van de Pfumferkes. Dan was het goed. En toen namen ze onze kleine genodigde mee. Ouders mogen dat. Een halfuur later ging de telefoon, de Papa aan de lijn, tamelijk geagiteerd:
- Zeg m, wat zijn Fluppelkes? - Pfumferkes? - Ja, waarover heeft de Kleine het? - Niet aantrekken Jongen, de Kleine weet het, 't zijn Keuken-Kabouters. - Wablief? Sebiet durft ons manneke de keuken niet meer in! - Jongen, doe gewoon of ge gaat nooit Pfumferkeshulp krijgen in uw keuken.
- Hij is niet mee hé, zei LM. - Nee, hij is niet mee. - De kleine wél hé. - De kleine wel ja.
En gij ook hé, dacht ik. Gij vindt verhaaltjes ook plezant. De Kleine Jongen 5+, mijn Grote Jongen, 65+.
m de naam Pfumferkes voor keukenkabouters is © de Suskewieten, Drea EZW-11/2010, herwerkt
|