wantrouwen, achterdocht, argwaan
Vertrouwen verdient men en kan men terugwinnen, en dan ebt het wantrouwen weer weg.
Verdenking, beschuldigingen, kan men weerleggen en zo de achterdocht wegnemen. Hoopten we.
Maar argwaan … is een waan. Tegenover argwaan stonden we machteloos.
Toen kwam haar huisarts met de diagnose: dementie. Het vonnis. En bijna als een bevrijding: de oorzaak van haar argwanen was nu gekend. Het was 'maar' een fase van iets dat veel erger was.
Opluchting ook: nu konden we ons concentreren op haar, op haar comfort en op haar verzorging. Haar verdachtmakingen waren 'slechts' een deel van haar ziekte. Alle beschuldigingen waren 'compleet' ongegrond, totaal zonder rede of reden.
Alhoewel? Twijfel.
De twijfel kwam ongevraagd, hij kwam gewoon en bleef een tijdje. Bij elke nieuwe verdachtmaking bleef hij een beetje langer. De dementie had haar verloop, de situatie escaleerde en de warmte trok weg, verdween uit de familie.
Jaren later: af en toe lopen gesprekken vast, vallen er sprekende stiltes... De ontreddering die haar argwaan toen heeft aangericht overvalt ons soms nu nog. Nú nog. Het is voorbij, maar het is niet over. Haar overlijden was genadig. Maar die argwaan, die liet ons in achterdocht en kilte.
m voor wijlen mijn schoonmoeder, een vrouw die ergens in mij een standbeeldje heeft EZW-13/02/2004
|