Natúúrlijk is eigenaardig dat ik een reactie schrijf op een tekst die ik zelf heb samengesteld, maar ik weet niet waar anders ik een PS kwijt kan. Een PS plaats ik pas later, liefst veel later, om de Lezer, de Passant, den Doolaard en de schooiende Scholier niet te beïnvloeden met mijn eigen kijk op de aflevering van Winteruur. Daarom vandaag pas.
Soms vind ik situaties zo naturel dat ik niet merk -achteraf pas valt het me op- dat mensen die ik in stilte hooglijk bewonder dezelfde mensen bewonderen als ik.
Connie Palmen bracht een tekst van Kavafis mee naar Winteruur. Dat zij een tekst van hém gekozen had, vond ik zo vanzelfsprekend dat ik zelfs niet direct besefte dat ik dat vanzelfsprekend vond.
Van Palmen was ik bij de eerste bladzijdes onder de indruk, haar boek De Vriendschap. Van Kavafis ook, een gedicht dat ik niet kan terugvinden omdat ik het toen ooit gelezen heb in een Nederlandse vertaling en het archief van zijn werken gaat over Engelse vertalingen. Maar ik blijf zoeken.
Mijn allereerste kennismaking met Kavafis ging via een correspondent op een schrijvelarijgroep. Die correspondent kan ik niet meer bereiken, door een egocentrische stoorzender die hem daar op 19/03/2014 met een weinig acceptabele reactie op de vlucht gejaagd heeft. Wat mij en nog een aantal mensen verdwaasd achterliet. Compleet Kafka, die situatie toen. En die stoorzender van toen ook.
Palmen en Kavafis, een vanzelfsprekende combinatie. Nu dat gedicht van hem nog. m
27-01-2018 om 10:41
geschreven door maart
|