In de zomer van '71, toen ik 19 geworden was, heb ik een tattoeke laten zetten.
Ik was pas thuis weg en ik voelde me herboren. Ademlucht. Om dat keerpunt te markeren wou ik iets dat helemaal van mij was want mijn gestalte heb ik van mijn moeder, van gelaat lijk ik op mijn vader en over mijn karakter-&-temperament zwijg ik liever. Wat aan mij was er echt van míj?
Van de kruin op mijn hoofd tot in de tippekes van mijn tenen was er niks van mezelf. Alles wat ik heb of ben werd doorgegeven via die twee sets chromosomen die voorafgegaan werden door eeuwen genetisch materiaal van vroede voorvaderen en -moederen.
Het was werkelijk een beangstigende gedachte dat alle materiaal waaruit ik bestond, zijn oorsprong had in het ontstaan van de mensheid. Van dat besef ben ik weken niet goed geweest.
Maar het gaat beter, dank u.
Mijn navel was geknoopt door een klungel die zichzelf verloskúndig noemde. Kortom, er zat vanalles in mij en aan mij dat van een ander was of kwam.
Mijn namen! De naam heb ik van mijn pa, de voornaam werd gekozen door mijn ma en de afkorting, daar heeft Tina voor gezorgd toen ze leerde praten. Waar was mijn ikkigheid? Besef van identiteit heet dat nu, maar die begrippen moest ik toen nog leren verwoorden.
Het was een existentiële crisis, wist ik achteraf pas, en na vaag overleg met mezelf besloot ik dat er iets moest komen waar niemand anders dan ikzelf zeggenschap zou over hebben : een tattoo.
Die staat er ondertussen al 46 jaar, op de linker bovenarm, tegen de schouder, klein en het ontwerp is helemaal van mezelf.
Van Veen zingt 'alleen mijn kippevel is van mezelf' wat ondertussen óók achterhaald is, maar het nummer blijft een knap filosofietje natuurlijk.
klank aanzetten https://www.youtube.com/watch?v=55AwTenIk7A 01min56
Alleen, ik wou iets meer dan af en toe wat kippevel.
m EZW-11/2011, HiH-11/2014, bijgewerkt
|