kinderjargon
Toppié, de dochter van mijn zus Tina had als kleuter een eigen woordje om ons de ernst van sommige zaken in haar leefwereldje mee te delen. Daarvoor versmolt ze de woorden erg en eng. Sommige dingen waren erng. Ernge dingen gebeurden bij momenten om de haverklap. Dat bracht ze dan met een gewichtig snuiteke : "Dát-ís-érng" Een nadrukkelijk uitgesproken, duidelijke mededeling waar we maar best rekening mee hielden.
Het volgende was dat er gradaties bestaan en dat men die kan verwoorden ook. Zo was er 'dat is erng óór!' Het zinnetje werd uitgesproken op datzelfde nadrukkelijk toontje, nu met bijbehorende blik. Alles duidde op een crisissituatie.
Later kwam ook nog 'éél erng óór'. Dit duidde op een catastrofe.
De termen erng, erng-óór en éél-erng-óór namen wij over natuurlijk en we gebruikten ze onder ons. Als Toppié er niet bij was. We hielden daar mee op toen we merkten dat we die woorden ook tegenover buitenstaanders begonnen te gebruiken.
Vorige zomer werd Toppiéke 44. Dat vond ze niet zo erng oor.
m EZW-02/2012, HiH-11/2014, bijgewerkt
|