Natúúrlijk is eigenaardig dat ik een reactie schrijf op een tekst die ik zelf heb samengesteld, maar ik weet niet waar anders ik een PS kwijt kan. Een PS plaats ik pas later, liefst veel later, om de Lezer, de Passant, den Doolaard en de schooiende Scholier niet te beïnvloeden met mijn eigen kijk op de aflevering van Winteruur. Daarom vandaag pas.
Soms vind ik een situatie zo naturel dat ik niet merk -achteraf pas valt het me op- dat mensen die ik in stilte hooglijk bewonder dezelfde mensen bewonderen als ik. Vanzelfsprekende duos noem ik het verschijnsel nu. Vanzelfsprekend voor mezelf, wil dat zeggen. Brubeck & Miró is zulk een duo.
Zo zijn er al geweest, Connie Palmen met Kavafis - tekst 127. Zo is er ook Hilde Crevits met Fried - tekst 283. Mogelijk komen er nog, het 3de seizoen van Winteruur loopt pas af in april.
Tijdens het zoeken op t Net naar documentatie over Dave Brubeck kwam ik bij een platenhoes uit 1961 waarvoor een werk van Miró uit 1925 gebruikt werd voor een LP met een opeenvolging van jazz-composities.
De keuze voor die hoes was niet zomaar een beslissing van de grafische afdeling van de platenmaatschappij.
Het werk van Miró heeft gediend als basis voor een concept van Brubeck. Voor een suite. Vandaar. Dat Brubeck in 1959/1961 ooit een Miró van 1925 omarmd heeft, maakt dat ik breed zit te glimlachen van contentement. De gedachte is hartverwarmend. En ik ben het maar toevallig aan de weet gekomen. Dat maakt het nóg mooier.
https://en.wikipedia.org/wiki/Time_Further_Out , https://nl.wikipedia.org/wiki/Joan_Mir%C3%B3 , https://nl.wikipedia.org/wiki/Dave_Brubeck
28-01-2018 om 12:41
geschreven door maart
|