Frans leren is al spelend gebeurd
In maart 1959 zijn we daar gaan wonen, vanaf welk jaar we mochten buiten spelen weet ik niet. ‘Buiten’ was buiten de tuin, op straat. Dat zou zomer 1960 kunnen geweest zijn.
We woonden in de westrand van Brussel en hadden daar rustige straten, dus speelden wij allemaal op het kruispunt van die straten, daar konden zij-allemaal van in huis ons-allemaal op straat in het oog houden. ‘zij allemaal’ waren de Moeders, ‘ons allemaal’ de verzamelde kroost. We hadden speelkameraadjes in twee van onze landstalen. We = Tina & ik. 't Was een zeer landelijke wijk.
Wij tekenden met krijt heelder toestanden op de wegbedekking, sinds die er lag, want tevoren waren het kasseikopkes. De upgrading van kasseikoppen naar asfalt hebben we huppelend gevolgd. Wij versmosten er met z'n allen krijt op want wij hadden alle tijd, en alle tijd om Frans te leren want de straat was overdag een verworven terrein, er kwamen omzeggens geen auto's. Enkel 's avonds, de auto's van de vaders en die vertraagden want zij gingen hun eigen nazaten toch niet uit hinkelparken & kastelen en andere krijtlijnen rijden.
Tina en ik leerden dus Frans op straat. Het Frans dat we kenden volstond voor ons leefwereldje van toen. We konden zelfs schelden. Tina veel beter dan ik, maar dat kan ook aan haar temperament liggen. Zij kan het nog altijd vlotter dan ik.
Toen ik in het derde studiejaar met geschreven Frans kennis maakte ging een nieuwe wereld voor mij open : hetgeen er staat hoort ge niet en hetgeen ge hoort staat er niet. En toch klopt alles! Fa-ci-ne-rend.
Drie jaar later kwam Tina in het derde studiejaar en zij voelde zich compleet bedot : hetgeen ge hoort staat er niet en hetgeen er staat is gelijk de katten! ‘-aient’ vond zij kattegejank, ze las wat er stond. Maar 't gaat al vele beter. Zij is nu een zakendame in hartje Brussel. En daar is men meertalig. Par principe.
Tina en ik, wij hebben onze basis van op straat. Voor voetballers klinkt zoiets oké.Voor Dames van 60+ ... iets minder.
Laura hebben we van zodra ze oud genoeg was, continu meegesleurd op driewieler & trottinette. Dat heeft zij overleefd. Maar, ze heeft geen Frans ingelepeld gekregen op straat. Toen ze erbij was, was ze te jong. Toen ze oud genoeg was, waren er geen kinderen van haar leeftijd in het buurtleven en was het straatgebeuren daar compleet over en gedaan. En het is niet terug gekomen: de kinderen waren op.
Met het Frans van Laura is het nooit echt goed gekomen. Andere talen wel, maar Frans niet. Eigenaardig hé.
m EZW-06/2012-HiH-12/2014, herwerkt
|