Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK
Weg waren ze. Na de luidruchtige nieuwjaarsviering hadden ze zich verslapen. Ze hadden ze zich moeten haasten om het vliegtuig te halen...
En daar stond zij nu, met een uitdrogende kluit en vol blingbling. Die ze trouwens deels nog wel leuk vond. Sommige engeltjes, wat onduidelijk kleinvee en een stel boerenjongens met rare jassen. Drie dikke ouwe heren met gouden spikkels op de jas en pakjes aan een touwtje. Een glazen wiegje met een flink uit de kluiten gewassen zuigeling erin. Over kluiten gesproken ... haar wortels begonnen nu toch flink te jeuken. Om over haar verminkte top maar niet te spreken. Met die fonkelrode piek er op … er was een snoeischaar aan te pas gekomen.
Intussen stond ze daar maar. Een beetje wankel, zonder vocht in de kluit om hem zwaar te houden. Ze trok haar wortels een beetje bij zich om de jeuk wat minder te voelen, en ineens merkte ze dat haar kluit verschoven was. In de richting van de kamerdeur, die nog op een kier stond. Ze hoorde de kraan in de keuken druppen en heel langzaam wist ze die kant uit te komen ... zich voorover te buigen naar de gootsteen en een paar druppeltjes op te vangen op een tak om de ergste dorst te lessen. Maar voor de jeuk aan haar wortels hielp dat niet.
Bij een windvlaag klapperde die keukendeur heen en weer. Op de derde januari was ze zo ver dat ze daar tegenaan leunde. Toen de wind weer even met de boomtakken solde stond ze ineens buiten. Gelukkig miezerde het een beetje en na een hele nacht voorzichtig druppeltjes vangen ging het wat beter met de worteljeuk. Intussen had ze de smaak van het kluit-schuifelen te pakken gekregen en langzaam en geduldig trok ze de wijde wereld in.
Natuurlijk moet je als kluit-schuifelende kerstboom de spitsuren van het menselijk verkeer een beetje vermijden en je verdekt opstellen tussen ander straatgerief, maar gelukkig waren er voldoende voortuintjes waar zelfs een volledig versierde kerstboom best kon overdagen zonder al te veel op te vallen.
Er waren wel spannende momenten, natuurlijk. Soms kwamen er jongens langs die kerstbomen verzamelden voor een vuurtje. Als de jongens zagen hoe mooi ze versierd was aarzelden ze toch om haar uit te tuin te plukken waar ze de dag doorbracht. De dag dat de vuilnisauto langs kwam om aan de straat gezette bomen op te halen was het héél spannend. Ook de mannen van de stadsreiniging keken vertederd naar de nog complete versiering, compleet met herdertjes, stalvee en Driekoningen.
Na het laatste kon ze weer een tuintje verder schuifelen. Natuurlijk kwam ze daarbij wel eens een verlate feestganger tegen, die na zo'n ontmoeting voorgoed van de drank af raakte, als hij al niet in de handen van psychische hulpverleners raakte.
Na een tijdje begon ze bomen te herkennen. Niet dat ze uit haar bos kwamen, maar het was toch duidelijk familie. Ze ruiste wel eens om de weg te vragen, want natuurlijk was er maar één bos waar ze zich thuis voelde en bovendien verlangde ze er naar om haar grootmoeder haar prachtige versiering te tonen.
SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
|