Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK
Het kon natuurlijk niet goed blijven gaan. De volgende morgen werden de dokter en zijn vrouw al heel vroeg wakker geroepen door de dokterskindjes die we om redenen van privacy aan zullen duiden met Ukkie en Pukkie.
"Mam, pap, er staat een kerstboom in de tuin. Met een rode hoed op! Net Roodkapje. Hij is zeker verdwaald! Pap, haal jij hem binnen? en zetten we er dan weer kaarsjes in?"
Pap had er niet veel zin in want hij was er die nacht twee keer uit gemoeten om zieken te genezen en het liefste was hij nog een uurtje blijven doorsudderen, maar Ukkie en Pukkie konden heel volhardend zijn en dan sliep hij toch niet. Omdat er toch nog niemand op was liep hij in zijn pyjama en op sloffen de voortuin in, greep onze hoofdpersoon bij haar stam en bonjourde haar met bekwame spoed om het huis heen de achtertuin in. Daarna onttrok hij zich aan het vervolg der gebeurtenissen.
Ukkie en Pukkie waren intussen aangekleed en kwamen door de keukendeur naar buiten, om lichtelijk onzeker van stemming het aloude "O dennenboom, o dennenboom, wat zijn je kaarsjes wonderschoon" ten gehore te brengen.
Roodkapje was er ontroerd door. Veel verder kwamen ze trouwens niet, want Ukkie onderbrak de uitvoering door naar mama te rennen en te schreeuwen: "Maar er zitten helemaal geen kaarsjes in, mamma! Gaan we kaarsjes kopen?" Mevrouw dokter leidde hem af door hem op alle fraaie versierselen te wijzen, die gelukkig weinig geleden hadden van de voorzichtige manier waarop Roodkapje zich verplaatste. Wat wel flink geleden had was haar kluit. Al het geschuifel had natuurlijk slijtage met zich mee gebracht, zodat ze steeds moeilijker haar evenwicht vond. Ze vond het daarom niet zo erg dat de dokter haar die avond op een mooi plekje in de achtertuin een plaatsje gaf. Zo kon ze wat aansterken voor de rest van haar zware tocht!
SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
|