Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK
Er kwamen regenachtige weken. Er kwamen geen kindertjes buiten. Er kwamen geen kaarsjes. Intussen groeide ons kerstboompje stevig vast, dus als er niets gebeurde zou ze moeten blijven staan tot meneer of mevrouw dokter een schop pakte. Als ze dan uitgegraven werd zou ze weer binnen worden opgesloten.
Maar let nu op! Op zekere donkere nacht - die rode ster was steeds helderder geworden – kwam er een geflits en geflikker aan de hemel. Ineens stonden er allemaal groene mannetjes in de tuin van de dokter. Groene mannetjes met vuurrode pruiken. Net zo rood als die ster.
Wie wat van sterrenkunde weet, zal opmerken dat het helemaal geen ster is, die zo helder wordt: het is de planeet Mars die steeds dichter bij komt. Iedereen weet wel dat daar groene mannetjes wonen, en soms komen die op bezoek. Het werd een heel geroezemoes om ons Roodkapje heen.
Eén van de groene mannetjes zag wel wat in haar. Hij trok de stoute schoenen aan. (Dat is maar bij wijze van spreken natuurlijk, want wie de schoen past moet hem maar aantrekken, Marsmannetjes zijn wel wijzer, die houden graag de teentjes stevig in de greep van vader Mars). Nou ja, in elk geval vatte hij moed en sprak:
"Kejje niks zegge? Kom ereis uit die blubber, dan kenne we een dansie make!" Allemaal op zijn Mars', natuurlijk, dus Roodkapje verstond er niks van. We weten ook al dat ze weinig spraakzaam is, maar dat werkte op de ambities van de andere groene mannetjes. De rode pruikjes rezen ten berge, en ze mopperden: "Playing hard to get, are you? We'll teach you a lesson!" en meer onverstaanbaars.
Hoe graag Roodkapje ook gewild had, ze kon niks terug zeggen. De slimste van de groene mannetjes stootte de commandant aan en zei zachtjes: "We moeten het wezentje uitgraven, want ze hoort hier duidelijk niet thuis!" "Wabbedoelie?" zuchtte de commandant die de jaren voelde wegen en bovendien nog hoteldebotel was van het getuimel door de dampkring. "Meenemen naar huis, natuurlijk, edelachtbare sufkop! Ze ziet er net uit als wij, groen met rood vanboven!" siste de slimste, en hij was al op weg naar het schuurtje om te kijken of daar een schop stond.
Voor ze het goed en wel wist was onze hoofdpersoon weer op vrije kluit. Maar ze kreeg geen gelegenheid om rustig verder naar het bos van haar oma te schuifelen, een half dozijn roodpruiken namen haar in een vastbesloten houdgreep en draafde in een snelle dribbelpas de tuin van de dokter uit.
SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
|