Een vos, een haas en een beer waren opgeroepen voor legerdienst. Met z'n drieën zaten ze te denken wat ze zouden kunnen doen om afgekeurd te worden.
De Haas was eerst aan de beurt : "Wat zouden we bij mij kunnen doen zodat ik niet in dienst moet?" De vos antwoordde : "Doe uw oren uit, dan willen ze van u niet weten -een haas zonder oren, haha- die wordt zeker afgekeurd!" De haas ging zonder oren naar binnen. Na een tijdje kwam de haas buiten en met een grote glimlach: "Ik ben afgekeurd!" En hij deed zijn oren weer op.
Toen was de Vos aan de beurt. De beer wist een oplossing: "Haal uw staart eraf. Wat is een vos zonder staart ... niks !" Waarop de ijdele vos : "Tja, 't zal wel moeten. Er is geen andere keus." De vos ging zonder staart binnen. Na een tijdje kwam de vos buiten en riep blij : "Ik ben afgekeurd! " En hij deed zijn staart weer aan.
Als laatste was de Beer aan de beurt. Een beer stelt niet veel voor qua oren of staart ... wat nu? De haas had een voorstel : "We slaan uw tanden eruit -een beer zonder tanden?- haha, nooit gezien. Dan wordt ge zeker afgekeurd!" De vos haalde een honkbalknuppel en sloeg de beer tegen de tanden. De tanden kraakten in stukken, de muil bloedde en de beer strompelde naar de keuring.
Na een tijdje kwam de beer buiten. De vos (nu met zijn staart aan) en de haas (nu met zijn oren op) keken elkaar aan.
De haas riep triomfantelijk over zijn groot gelijk -het was immers zijn idee geweest- : Ook afgekeurd! Hé vriend?" De beer knikte moeizaam. De vos bleef niet achter, hij had het idee immers uitgevoerd: "Ze wilden u niet zonder tanden hé? Hé?"
De beer schudde langzaam de kop en met zijn muil vol splinters & bloed murmelde hij zachtjes : "kwazztedik".
m naar iets van BB, EZW-01/2012, herzien
|