memorie, het kasteel met de duizend kamers
'k Ben al een paar dagen helemaal terug in de schoolsfeer van toen en ik weet niet hoe dat komt. Gisteren vergat ik door te schuiven aan de kassa en in het naar huis gaan voelde de boodschappentas aan als een boekentas, nog altijd even zwaar. Ik liep onze eigen voordeur voorbij want in de jaren '60 woonde ik hier nog niet.
Grote opluchting bij onze benedenbuurman -hij was in zijn voortuin aan het frullen- toen hij me op de hoek rechtsomkeer zag maken. "Verstrooid" zei ik, nog glimlachend om herinneringen. Teksten, herinneringen ... leg dat eens uit. ‘k Begin er niet aan.
"Ja kind, verstrooid, dat begint hé!" constateerde hij. Oei maat, geef me nog een jaar of tien aub! 'k Laat hem maar denken. Het is zo plezierig eens ongestoord en lang te kunnen rondzwerven in de memorie ... het kasteel met de duizend kamers.
Van de lagere school herinner ik me enkel nog de namen van de juffrouwen, niet de gezichten. Wij keken naar het bord, keken naar de kaarten of de prenten die opgehangen werden, keken in ons schrift, in ons boek, om na te denken keken we naar het plafond, bidden gebeurde met gebogen hoofd en tijdens het dagdromen keken we naar buiten. De reprimandes over dat laatste ontvingen we met het hoofd gebogen. Dat was zo wat de standaard houding, lichaamstaal voor berouw-&-spijt: handen ineen gestrengeld op de rug, naar de grond kijken en met één voetje een beetje staan schuiven over te tegels.
Niet dat we de juffrouw niet wilden zien, maar we werden er met een tikje op het bord of op de prent aan herinnerd: "Hiér moet ge kijken!"
De geur van potloodslijpsel, de geur van inkt, de papieren rolstores, het geribbeld houten greepje dat onder aan het touwtje hing ... Hoe maakte men die ribbeltjes? Gewoon op een draaibank weet ik nu en daarmee is de magie er af, van die ribbeltjes.
m EZW- 06/2004, HiH-12/2014, herwerkt
|