lumbale ellende
Een aantal jaren geleden had LM een nieuwe laptop nodig. De oude had het plots begeven. Op het meest onmogelijk moment natuurlijk, we stonden op vertrekken voor een contract van vier maanden. Daarom wilden we een model dat in voorraad was, dat we direct konden meenemen want een exemplaar met leveringstijd was geen optie.
In het dorp achter ons was toen nog geen computerboer dus reden we efkes naar de Bredabaan, 974 de keten van het huishoudelektro, die met hun Akte van Vertrouwen. Het filiaal dat dicht bij de splitsing met de Kapelse steenweg ligt. Want er is er nog een filiaal op Bredabaan nr 891 ook.
De verkoopbalie voor de meeneemartikelen staat vlak bij de inkom. Daar zegden we dat we kwamen voor een laptop.
O, dan moet u bij Lina (of Gina?) zijn, deed degene die ons te woord stond en hij wees vaag naar links waar we een dame in een donkerrood vestje naar achter zagen verdwijnen. Hij riep haar en gebaarde naar ons. Lina gebaarde naar achter. "Ze komt zo terug" zei de jongen.
LM en ik slenterden haar achterna, denkende dat ze naar een klant geroepen was om uitleg te geven over een artikel, maar ze liep door naar het Witgoed (die hebben een eigen balie met eigen personeel) en verdween in een deur tussen twee koelkasten.
Sanitaire pauze dachten wij. Moet ook gebeuren hé. Twintig minuten hebben wij daar rondgedrenteld.
Ondertussen stond mijn rug in brand van het rondslenteren en het staan wachten want er was nergens plaats om te gaan zitten. Oja, aan de tafels bij het Witgoed stonden wel stoelen, maar daar wilden ze me niet hebben omdat we voor een laptop kwamen.
Na 20 minuten rechtstaan en slenteren, toen Lina-Gina eindelijk tevoorschijn kwam van tussen de koelkasten, bleek dat ze een koffiepauze met rookstop gehouden had.
Mijn lumbalen stonden in brand van het slenteren en stilstaan zonder te kunnen gaan zitten en ja, ik had platte schoenen aan. Altijd wanneer er moet gewinkeld worden.
Gina-Lina verkoos een pauze boven een mogelijke verkoop. Als die laptop niet zo dringend geweest was …
Ik heb jaren geholpen in de winkel van mijn pa. De klant ging voor. Wij lieten vallen-wat-valt wanneer we de winkelbel hoorden, koffiepauze, middagpauze, rookpauze, plaspauze … de winkelbel was ongeveer heilig.
Tot de volgende namiddag was ik geen mens meer van de rugpijn en lag ik op de sofa, op van de zenuwen ook want een tanker wacht niet. Eigenlijk moest ik bagage maken ipv rugpijn te hebben.
Twee dagen later stond ik toch mee in de luchthaven, mét de bagage min of meer komilfoo -maar ik weet niet meer hoe- klaar voor een lange vlucht. Die ik overleefd heb. Ik weet niet meer hoe. ‘k Had één geluk: het schip waar we naar toe moesten lag niet aan de boei of op anker. Het lag tegen de kaai. Ik ben aan boord geraakt. Maar ik weet niet meer hoe.
Na een week platte rust was ik er door. Tien dagen lumbale ellende door één ongeïnteresseerde verkoopster. Ze heette Gina, men zegge het voort. Of Lina.
m EZW-07/2012, HiH-01/2015, bijgewerkt
|