Een kennis van ons had promotie gemaakt. Een zeer belangrijke promotie, die bepalend was voor de rest van haar carrière. In 2000 was dat. Om het te vieren trakteerde ze zichzelf op een juweel dat ze al lang zien liggen had. Het kwam er maar niet van het te kopen, omdat andere bestedingen telkens voorrang kregen. De prijs was, in BF toen nog, een getal van zes cijfers.
Er waren ook de verbouwingen die geld opslurpten. Maar door de promotie en de fikse bijhorende loonsverhoging, konden een aantal dingen ineens wel, want nu had ze een hogere graad dan haar man en zelfs een hoger loon. Ze kocht dat juweel en haastte zich naar huis om haar man het fantastisch nieuws persoonlijk te vertellen.
Hij sprong een gat in de lucht en kuste haar bijna plat, want hij wist hoe hard ze voor die promotie gewerkt had. Daar moest champagne op gedronken worden. Die avond zouden ze gaan eten, met alles er op en er aan.
- Én, zei ze tegen haar man, ik ben dat halsjuweel gaan kopen. Hij wist direct waarover ze het had. Hij keek haar aan en zei aarzelend : - Maar Meiske, ge weet toch … dat ge dat ding nooit gaat durven dragen? Haar mond viel open, hij kent haar beter dan ze zichzelf kent.
En het is ook zo: ze heeft het ding nog nooit buitenshuis gedragen. Het ligt in de kluis. Want er moest toen ook een kluis komen hé. En in haar juwelenkistje ligt een foto van het juweel. Het is een prachtstuk hoor. Ik heb de foto gezien.
m - EZW-05/2014 - bijgewerkt
|