Af en toe krijg ik belevenissen van Peter & C° doorgemaild. Hij en Diane en hun twee dochters wonen ver weg. Wij mailen omdat Peter de taal van zijn moeder wil onderhouden. Dat is niet zijn moedertaal. Dit keer gaat het over de kookcursus die hij volgt. Zijn derde jaar, als ik me niet vergis. Het verhaal is van hem, de woorden zijn van ons beiden.
Eind mei is de cursus weer eens afgelopen. Dan krijgen we het overzicht van ons werk tijdens het afgelopen jaar. Het is geen rapport met goede of slechte quoteringen, het is eerder een evaluatie.
De chef gaf ons de opdracht voor die dag, en ze zei erbij dat we de saus moesten afwerken met een houten lepel. Ze herhaalde nog eens zeer uitdrukkelijk : "Met een houten lepel mensen, niét met een metalen lepel en zéker niet met een klopper."
Wij gingen aan de kook en zij ging aan haar tafeltje zitten typen op haar laptop. Af en toe liep ze eens door de keuken, zei hier en daar een kort woordeke en ging dan weer naar haar tafel typen …
Geen kloppers in de saus, had ze gezegd. Waarom? Ik vroeg me danig af waarom en ik bouwde ingewikkelde theorieën op over zuurtegraad en proteïnen en temperaturen en om een of andere reden zou hout dan geschikter zijn dan inox. Maar de sauspan was toch inox …? Er moeten nog cursisten met die vraag gezeten hebben. Na de kooksessie, tijdens het proeven, vroeg iemand haar : waarom houten lepels en geen kloppers?
"Eh, antwoordde de chef een beetje schaapachtig, ik moest de evaluaties nog invullen en daar kan ik het geluid van zestien rammelende kloppers wel bij missen."
Dat vind ik nu eens een goeie zie, een prozaïsch antwoord. Peter met zijn ingewikkelde theoriekes altijd! m – HiH-05/2015, herzien
|