afl. 037/121 ~ Een vergeten bestaan roept vragen op, veel vragen
Ik ontsloot de deur. Duwde hem bruusk het portaal op en wierp de deur met een smak achter hem dicht. Toen was ik heel alleen met mijn snerpende stilte. Mijn wezenloze leegheid. Mijn armoe. Loog Serge? Knoopte hij Marianne's naam aan een andere? Opzettelijke, kwetsende en schaamteloze fantasie van een gewetenloze bemoeial, die zich alles meende te mogen veroorloven omdat hij priester was, in zijn meute van aartsdomme volgelingen ongenaakbaar, een oppermachtig rechter.
Natuurlijk was het opgemaakt spel. Natuurlijk zat Gerda er tussen. En misschien ook Pat. Natuurlijk hadden zij in de vals-gewillige pastoor Serge de gedroomde go-between gevonden om hun loslopende vertelsels gestalte te geven. En natuurlijk hadden zij erop gerekend dat hun verhaal me knock-down zou slaan. Natuurlijk … Maar … Nu kropen de stekels te voorschijn. Als heimelijke betweters, die weten waar te prikken om pijn en bloed te zien. Die lispelden en hamerden, zongen en schroeiden, doodden om in de smart nog dieper te kerven. Er bestaat geen rook zonder vuur!
Ik had van het begin af aan vermoed, dat Marianne nog tal van andere mannen had gekend. Daarom was zij te stielbedreven, te ervaren in de finesses van un amour parfait. Daarom was ik me eerst domme, overbodige vragen gaan stellen om te besluiten dat, wat voorbij was, geen verschil meer uitmaakte; dat ik maar een geluksboer was, die lekker smulde van wat anderen voor mij vlijtig hadden geprepareerd. Doch de stekels wilden niet wijken. Bleven pijn en bloed zoeken.
Ik herinnerde me dat Marianne heel vaag vertelde over de start van haar loopbaan. Secretariaat op een notariaat, een openbaar ambt dus! Waar, hoe, wanneer precies? Losse antwoorden. Deed er niet toe Begraven tijd. Alleen het nu telde en dat was een hemel … Nee, die angels moesten eruit. Laat ze dan verdomme een vetbetaalde hoer zijn geweest, een sluwe meid, die alleen op poen en heertjes op leeftijd jacht maakte. Laat er haar dan, vóór mij, maximaal van geprofiteerd hebben, tot heil van haar vader (voor wie zij het misschien in de eerste plaats deed), tot heil van een uitpuilende kleerkast, juwelen, een wagen en misschien een wekelijkse peperdure kapper aan het Stephanieplein. Laat haar verdomme ook een suite genomen hebben in het Conradhotel en zich daar enkele uren echt in het zweet getrimd hebben met de een of andere deftig-devoot opgevoede rijkeluisgluiperd, die nu als de eerlijkste en zedigste notaris of advocaat door het leven ging.
Mij niet gezien, verdomme, niet. Het was haar keuze geweest. Even goed een manier om makkelijk aan de kost te komen als de soms bedrieglijke beurstransacties van een gewiekste speculant. Had ik het recht haar daarom ter verantwoording te roepen, haar verleden om te spitten? Nee, duizendmaal nee. Ik kreeg een misselijk gevoel. Het beeld van Serge kwam op mij af als een aasgier, me innerlijk stuk bijtend en dood vretend. Die schoft, want hij deed me dit allemaal aan, maakte me ziek. Het zweet brak me uit. Verdomme, daar waren ze weer, die kolieken. Ik hapte naar lucht, trachtte de pijn in de buik weg te duwen en kwakte mijn ellende, twijfels, angst en zelfs zekerheden als een hoopje groenachtig slijm op het tapijtje in mijn werkkamer. Ik mocht niet toegeven aan de plotse duisternis. Marianne bleef voor mij wat ze was.
Ik kon trouwens niet meer zonder haar. Haar wild lijf was vergroeid met het mijne. Zij kwam mij de poriën uit als een weldoende levensdronk. Ik zou met haar tot mijn honderdste verjaardag kunnen neuken. Feestelijk, triomfantelijk, vreselijk woest en goed neuken. Sedert wanneer hecht jij geloof aan de woorden van een pastoor, fluisterde denkduiveltje. Gebruik je klein verstand! Ben je vergeten dat Marianne de eerste maanden van jullie relatie altijd dezelfde kledij droeg? Oké, ze is een kei in het combineren. Ze kan met een prul de catwalk op. Je weet toch wel dat vrouwen met plezier de inhoud van hun kleerkasten showen, vooral op kantoor? Uitpuilende kasten bij Marianne! Hoe krijg je het in je hoofd! A propos, niet overdrijven, vriend. Je bent wel goed in bed, maar tot je honderdste met een vrouw als Marianne? Met de hulp van een stalen verpleegster, ja!
wordt morgen vervolgd - tekst geplaatst met toestemming van de auteur: http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=120
|