18h, de avondspits in het huishouden
De dochter probeert haar huiswerk te maken, de papa probeert ongestoord de match te bekijken met het actief wriemelzoontje mee op de sofa en de mama probeert een voedzame maaltijd ineen te boksen terwijl ze de woonkamer in het oog houdt.
- Gaat het meisje? vraagt ze van uit de keuken. - Néé! is het antwoord. - Hoe komt het? - 't Is Engels. - Luc! - Jáá! - Zet die TV eens wat stiller, de kleine moet haar huiswerk maken. - Ik bén geen kleine!, roept de dochter.
Ah nee, iemand die al Engelse taken te maken heeft is geen kleine meer. Er volgt een stilte. De dochter is uit haar concentratie en kijkt van aan tafel wat naar het scherm. Stomme voetbal, denkt ze, dat verpest hier heel de sfeer.
- Papa? - Ja meiske (met een zucht) - Waarom zeggen ze WK? - Dat is een afkorting hé zeg, dat weet toch iedereen. Wereld Kampioenschap, iedereen gebruikt die afkorting. - Iedereen? Écht iedereen? - Ja. Iedereen. - Awel hé, … de Engelsen niet.
Nog voor hij iets kon vragen of zeggen ging ze in de keuken wat staan gniffelen bij haar ma.
m – EZW-06/2014, herzien
|