van hetzelfde laken een broek
Wraak zoek ik niet, ik wacht af. Afwachten is het eigenlijk niet, er is zelfs geen geduld mee gemoeid. Ik heb gewoon geen haast, ik heb tijd. Vroeg of laat biedt zich een gelegenheid aan en meestal moet ik dan geeneens iets doen. 'k Moet niet zelf in gang schieten. Gewoon zwijgen wanneer iets moet bevestigd worden kan al volstaan. Of eens vaag glimlachen wanneer gevraagd wordt naar de geloofwaardigheid of de integriteit van ene XYZ. Of in stilte zeer zachtjes nee schudden wanneer iets gehoopt wordt over iemand.
En wanneer men zich daar dan het resultaat van voorstelt, de twijfel bij de betrokkenen en de vertragingen in de besluitvorming die dat veroorzaakt, dat kan zoet zijn, ja. Maar soms is zelfs dát niet nodig.
Soms verneemt men hoe het iemand vergaan is, natuurlijk in een gelijkaardige context, en dan denk ik : zou dat loontje-boontje dan tóch bestaan.
Het is natuurlijk absoluut noodzakelijk dat het 'malheur' zich in een gelijkaardige context afspeelt, anders is er geen genoegdoening.
Laten we veronderstellen dat ik ben opgelicht voor flink wat geld. Een paar jaren later verneem ik dat de oplichter berooid achterblijft omdat het lief er vandoor is met alles. Dan denk ik 'just-goe'. Moest hij een been gebroken hebben bij het wintersporten, of zelfs twee benen + een paar oorschelpen, dat zou me qua voldoening niet helpen. Het moet van hetzelfde laken een broek zijn.
Stel u niet teveel voor bij mijn voldoening. Zij leidt niet tot uitbundige kreten of wilde feesten. Het blijft bij de vredige innerlijke 'just-goe'-gedachte. In stilte. Dat is al zoet.
m – EZW-07/2011, herwerkt
|