Ik had onlangs een vreemde, ja, een absurde droom: Antwerpen, mijn geliefde stad aan de stroom, men had me verbannen uit je beschermende schoot! Ik mocht niet meer gaan over je oude vertrouwde Leien, niet meer staan bij je Brabofontein, noch dwalen over je straten en pleinen, zelfs de Grote Markt was verboden terrein!
Oh, hoe miste ik de Meir en de Keyzerlei met zijn winkels, boetieks, een statig warenhuis, en de oeroude straatjes waarin trams gieren en slieren door scherpe bochten, langs vochtige krochten!
Ik miste de put van Quinten Matsijs, het Vrijdagmarktje en Het Steen, waar Lange Wapper dapper met de handen in de zij hooghartig neerkijkt op alle Sinjoren en de talloze toeristen.
In die stad aan de stroom broeien de bordelen en gloeien de huizen van plezier naast het bruisend café met het schuimend bier dat in koele kelders staat te gisten.
In het hart van die stad aan de stroom verrijst het stadhuis met zijn "schoon verdiep" en ergens in de vele huizen sluimert de kamer waarin ik met mijn eerste liefje sliep...
Ik miste het grijze plein dat Groenplaats wordt geheten alwaar Rubens kwistig door de duiven wordt bescheten maar ook de hoge koepel van het Centraal Station, den Beerschot en zijn lelijk stadion, de slanke toren van de kathedraal, de stompe Boerentoren de Oudaan met zijn oubollig politiebureau! Ik miste alles zo!
Ik miste de Jood met zijn hoed en met zijn ongedesemd brood, de Turk in zijn witte jurk, de Marokkaan met zijn leder vestje aan en te veel gel in het zwarte haar. Ik miste de negerin met haar zwaar achterwerk, de mysterieuze Chinees, de zwijgzame Albanees de Rus zonder werk de luidruchtige Arabier al die mensen zonder papier en papperassen al dat volk al die rassen levend hier op een andere manier en die er toch allemaal op een zekere manier bijbehoren!
Maar boven dat al miste ik je haven waarin een man zich diep wil begraven als in de vulva van een vrouw! De haven waarin krachtige kranen kreunen en steunen tijdens het laden en lossen van zeekastelen rukkend aan zware trossen van dikgevlochten touw.
Ik miste de geur van het zilte Scheldewater dat tegen de sluisdeuren kolkt vermengd met het zweet van de zwoegende man, de havenarbeider, de mens die de dokken bevolkt. Een koppige strijder een kranenberijder die er werkt voor zijn dagelijks brood en zijn toekomst van later!
Ik bad tot alle Goden, Godinnen en heiligen die er maar bestaan van Jezus tot Allah van Mohammed tot Khrisna van Minerva tot de heilige Maria die in de harten van alle Sinjoren troont:
"Oh, breng mij terug naar die stad aan de haven, breng mij terug naar die stad aan de stroom, daar wil ik leven daar wil ik gaan tot aan mijn dood!"
En zie, mijn gebed werd, Goddank, verhoord: ik ontwaakte op mijn geliefde bankje aan de Scheldeboord!
Ik ben Cauwe Marijcke
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is dichteres, schrijfster, astrologe, medium.
Ik ben geboren op 10/06/1936 en ben nu dus 89 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: astrologie beoefenen, met de tarotkaarten bezig zijn, lezen en studeren vooral over de kunst en psychologie, wandelen met de hond, veel in de natuur zijn en natuurlijk....interesse hebben en tijd maken voor mijn 4 kinderen, 4 schoonkinderen en 4 kleinkind.
Ik zou het prettig vinden om met gelijkgestemde zielen in kontakt te komen via dit modern medium.
Verder schrijf ik graag, maak ik af en toe een gedichtje en zou dat graag met mijn toekomstige blogvriendinnen en blogvrienden delen.