Babbelen noch babelen
Wie houdt niet van een gezellige babbel? Het is een mooi werkwoord: babbelen. Volgens Van Dale betekent ‘babbelen’ zoiets als ‘gezellig praten over dingen van weinig belang, keuvelen, praatjes verkopen’. In het woordenboek vind je tal van verwante uitdrukkingen, zoals ‘zijn babbel houdt nooit stil’ of ‘wat een babbel van een meid’. Dat is dan een ‘babbelkous’ of een ‘babbelmoer’. En van babbelen kan je zelfs ‘babbelziek’ worden. Volgens sommige taalkundigen komt het werkwoord ‘babbelen’ uit de Bijbel, namelijk uit de stad Babel. Daar bouwen de bewoners een bijzonder hoge en trotse tempeltoren, de zogenaamde toren van Babel. Echter, God heeft het niet voor de hooghartige inwoners van Babel. Hij sticht verwarring onder hen. Hij laat hen spreken in zoveel verschillende talen, tot ze elkaar niet meer verstaan. De samenwerking stopt. Mensen roepen tegen elkaar op. Het bouwproject valt stil. De stad valt uit elkaar. Spreken zoals in Babel: dat is babbelen. Met een ‘b’ minder is het duidelijker. ‘Hij babbelt’ betekent eigenlijk dat ‘hij babelt’.
Binnenkort vieren we het Pinksterfeest. Wat op Pinksterdag in Jeruzalem gebeurt, is het tegenovergestelde van wat in Babel gebeurde. Mensen uit vele volken en talen verstaan elkaar opnieuw. Ze horen hetzelfde verhaal en begrijpen het. Rond de apostelen ontstaat - als bij wonder - verbinding en gemeenschap: ‘ze waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: ‘Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden’ (Hnd 2,7- 11). De Heilige Geest ‘babbelt’ of ‘babelt’ niet: Hij sticht geen verwarring, maar verbondenheid. De apostelen ‘babbelen’ of ‘babelen’ niet: ze verkondigen de boodschap van de Verrijzenis van Jezus, rechttoe rechtaan, onverbloemd.
Soms zeggen mensen dat er in de kerk teveel ‘gebabbeld’ wordt. Te veel woorden en te weinig daden. Te veel overleg en te weinig getuigenis. Te veel sfeer en te weinig inhoud. Te veel vergaderingen en te weinig beslissingen. Ze worden terughoudend, zelfs tegenover het synodaal proces bijvoorbeeld, samengeroepen door paus Franciscus. Zal het niet meer verwarring dan verbondenheid meebrengen? Zal het niet eindigen zoals in Babel, in beschouwingen zonder beslissingen? Deze vrees is niet onterecht. Ook in de Kerk kennen we er iets van: gezellig praten over dingen van weinig belang. Terwijl de dingen van groot belang in de koelkast blijven liggen.
De apostelen hebben met Pinksteren geen tijd om te ‘babbelen’ en geen goesting om te ‘babelen’. Ze hebben een boodschap te vertellen. Ze gaan voor een getuigenis. Ze voegen meteen de daad bij het woord. Geen nutteloze vergaderingen. Geen overbodige praatjes. Geen pastorale babbelkousen. Maar onversneden woorden over de kern van de zaak: dat Jezus uit de dood is opgestaan, dat Hij leeft en dat zijn nieuwe weg met ons begonnen is. Moeten wij als christenen meer praten? Ik weet het eigenlijk niet. We moeten vooral zeggen wat moet gezegd worden. Kort en goed. In verstaanbare taal. Dat is de kracht en het vuur van Pinksteren!
+ Johan Bonny Bisschop van Antwerpen
27-05-2023, 09:19
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|