In de kathedraal van Antwerpen hangt tijdelijk een kopie van De Schreeuw, een lithografie van de Noorse kunstschilder Edvard Munch (1863-1944). Het is een schreeuw van onmacht, boosheid, frustratie, radeloosheid, eenzaamheid, tegen een kille achtergrond. Alleen het ijzige geluid ontbreekt om helemaal echt te zijn. Hoeveel mensen en volken schreeuwen het vandaag niet uit! Ze schreeuwen onder de blote hemel, tussen vernietigde woningen, op een verlaten strand, of met een stervend kind in de handen. Ze schreeuwen tegen het onrecht, het kwaad en de dood die hen worden aangedaan. Ze schreeuwen tegen ‘het doen’ van de enen en tegen ‘het laten’ van de anderen!
Hun schreeuw is dubbel. ‘Waarom toch doen jullie ons dit aan?’, schreeuwen ze tegen de enen, die in hun agressiviteit van geen ophouden weten. En ‘Waarom laten jullie dat gebeuren?’, tegen de anderen, die zich amper laten zien of horen. Maar wie hoort hun schreeuw? Het is als met de litho van Edvard Munch in de kathedraal: beeld zonder klank. Je ziet iemand schreeuwen, maar je hoort hem niet. Want als je zijn schreeuw hoorde, in de rauwheid van zijn stem, zou je niet langer rustig kunnen toekijken. Je zou moeten reageren. Iets doen. Uit je sloffen schieten. Actie ondernemen. Je handen uit de mouwen steken. Je rustige bezoek aan de kathedraal zou snel afgelopen zijn.
De jaarlijkse veertigdagentijd komt eraan, een tijd van bekering en verzoening. Welke schreeuw mag hoorbaar tot ons doordringen? Wat kunnen wij veranderen ‘in doen en laten’? Zo immers begint de verrijzenis: die van ons en die van anderen.
Ik wens je een gezegende bezinnings- en vastentijd.
Johan Bonny, bisschop van Antwerpen