Ik ben Willy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam kerssepitje.
Ik ben een vrouw en woon in Veenendaal (Nederland) en mijn beroep is geen...genieten....genoeg.....
Ik ben geboren op 06/10/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: gedichten schrijven en lezen, reizen, amerika.
ik heb twee gedichtenboekjes uitgegeven
Metgezel en Zoektocht
ze zijn te koop voor 6.50 euro p.stuk
heeft u interesse? mail mij....
dan heeft u een prachtig kadootje voor uzelf of voor anderen
Zie de maan schijnt door de bomen En de sterren stralen in het heelal Sinterklaas is weer gekomen Omdat hij kadootjes weggeven zal.
Overal ziet men zwarte pieten gaan In winkels, op straat en op de daken Sint Nicolaas gaat er stevig tegenaan Hij wil heel veel mensen blij maken.
De Sint vind het leuk om jarig te zijn Want sommige wensen zijn origineel Soms ontroerend, van groot en klein Hij bouwt voor ons een luchtkasteel.
Mensenlief blijf alsjeblieft toch trouw Trouw aan vijf december en aan de Sint Bedenk hoe men het echt wel missen zou Dit feest voor volwassenen en het kind.
Ieder voorjaar kijk ik weer met ongelooflijke bewondering. Naar de verandering van de natuur met stille verwondering. De struiken en bomen waren de hele winter dor en kaal. Ineens gaan zij voorzichtig bloeien in volle pracht en praal. Het gras wordt groen; de krokussen en narcissen bloeien. De bloembollenvelden laten hun kleuren overvloeien. Het ontluiken van al dat prille brengt mij in beroering. Ik vind het een wonder en ik geniet met stille ontroering.
Willy Kersseboom uit de bundel Metgezel copywright
Het komt in het leven maar al te vaak hier op neer. Jij verlangt van die ander net dat kleine beetje méér. En als je het zomaar niet krijgt voel je dat als gemis. Dan zeg je dat de mentaliteit aan het veranderen is.
Ja, het is veranderd, maar wie heeft dat gedaan? Met zijn allen zijn wij daar gewoon schuldig aan. Gaf jij aan die ander net dat kleine beetje méér? Of dacht jij ook, zo kan het vandaag wel weer.
Dus kom maar, zet je tijdklokje nu eens even stil. Luister geduldig naar wat een ander vertellen wil. Geeft elkaar wat aandacht en begrip, keer op keer. Dan hebben wij allemaal net dat kleine beetje méér.
Kom, ga met mij mee geef mij je hand dan gaan wij uitwaaien bij de zee en wandelen langs het strand.
Kom, ga met mij mee, kom ik maak me ongerust kijkt toch vooruit en niet steeds achterom wordt je weer van je omgeving bewust.
Kom, ga met mij mee, kom maar ik wil je helpen nee, dat je verdriet hebt is niet raar maar je er toch niet door overstelpen.
Kom, leg jouw handen maar in de mijne geef mij je vertrouwen nee, ik kan je verdriet niet laten verdwijnen maar probeer jij je leven weer op te bouwen.
Kom, ga met mij mee geef mij je hand laten we lachen of huilen of met z'n twee ooit heeft het leven weer een zonnige kant.
Zoals een vogel vliegen kan Zo hoog en laag; zo frank en vrij Zo is het leven; als een vogelvlucht, vliegt 't razendsnel voorbij. Soms vlieg je hoger dan je dacht Maar dan val je laag weer neer Het leven is gelijk een vogelvlucht Voor je het weet, vlieg je niet meer.
Je wilde mij niet voor altijd Ik voelde het, ik raak je kwijt Ik wist niet dat 't zo eindigen zou Mijn hele wezen verlangt naar jou Liefste, was het geen liefde dan? Was hartstocht slechts jouw plan? Mijn hart en liefde heb ik je gegeven Laat mij opnieuw mijn dromen beleven
Hou van mij Eenmaal nog....
Je gaf me hoop en tederheid Ik zweefde in oneindigheid Ik wist niet dat 't zo eindigen zou Mijn tranen van verlangen naar jou Liefste, was het een avontuur? Was er bij jou geen liefdesvuur? Mijn leven wilde ik met jou verweven Laat mij nog een nacht met jou beleven
Hou van mij Eenmaal nog... Misschien voel ik dan jouw bedrog
De liefde in mijn hart kent vele namen En jouw naam staat daar natuurlijk bij Onze vriendschap mocht verduurzamen Wij samen waren het geluk heel dichtbij
Je weet hoe speciaal je voor me bent Zelfs de dood kon ons niet overwinnen Je leeft, in alle dingen, in elk moment Wij zijn voor eeuwig hartsvriendinnen
Ik mis je, natuurlijk mis ik je aanwezigheid We hadden zoveel kunnen doen en praten Maar mijn hart is vervuld met dankbaarheid Aan herinneringen, die jij hebt achtergelaten.
Als ik naar je kijk, dan doet mijn hart pijn Je hebt verdriet, dat kan ik echt wel zien Jij kan al heel lang niet meer gelukkig zijn Dat zeg je niet, want je wilt anderen ontzien
Toch knelt het je vast als een sterke band Je blijft zwijgen, omdat praten zo moeilijk is Pijn en verdriet krijgen langzaam de overhand En zo wordt je gedwongen tot een bekentenis
Je geest sluit zich af voor nog meer pijn Eten wordt een probleem; je geest zegt nee Zo beschadig jij jezelf, maakt je wereld klein En bewust of onbewust, zo werk je niet mee
Het eetprobleem neemt grotere vormen aan Je moet het gevaar nu onder ogen gaan zien Je bent niet voor niets tot anorexia overgegaan Omdat je bang bent voor de waarheid misschien?
Jij voelt zoveel pijn, zoveel verdriet en onmacht Wat je nu nodig hebt is speciale hulp van anderen Je bent bang voor die moeilijke periode die wacht Maar vertrouw dat je samen jezelf kunt veranderen
Je hoeft jezelf niet langer te ontkennen wat er was Ga maar praten; durf je angsten aan en ga ervoor! Als je 't eerst maar erkent, dan verwerk je het pas En dan, dan breekt voor jou de zon weer door.
Eens, lang geleden, waren zij verliefd op elkaar Zij hield van hem en hij hield evenveel van haar Ooit konden zij geen dag, geen uur zonder elkaar Eens, lang geleden, stonden zij voor het trouwaltaar.
Een sprookje begon, hun geluk was meer dan genoeg Er was een tijd dat zij hun kind in haar lichaam droeg Hij vervulde haar wens, nog voor zij ergens om vroeg Geluksgevoel bij de geboorte, dat alle records versloeg.
Maar sprookjes zijn niet echt en blijven niet bestaan Zij wisten niet hoe de werkelijkheid verder moest gaan De liefde was ongemerkt aan hun deur voorbij gegaan Onoplettend hadden zij hun hart niet open laten staan.
Hij werkte en werkte maar en verdiende veel geld Zij poetste en schrobde alsof alleen de buitenkant telt Ze vergaten hoe belangrijk aandacht voor elkaar telt Zo ontstond er een ijskorst, die zonder warmte niet smelt.
Eens, lang geleden, brachten zij samen een sprookje uit Zij hielden van elkaar, van hun lichaam, van hun huid Vele jaren later kwamen zij verdrietig tot het besluit Hun liefde, hun basis van het geluk, hadden zij verbruid.
Je bent zò dichtbij, dat ik je kan aanraken Maar tegelijkertijd ben je zo heel ver weg Mijn woorden laten je gevoel niet ontwaken Het doet er niet meer toe, wat ik ook zeg.
Je zit naast mij, maar de afstand is groot Afwijzend en afwezig ben je doof en blind Je liefde voor mij is afgestorven, is dood Ik schreeuw tegen je, als een angstig kind.
Je bent zò dichtbij, maar je hoort me niet Gevoelens van mij horen er niet meer bij Het raakt je niet, mijn grenzeloos verdriet Voor jou is het over en voorgoed voorbij.
Je bent zò dichtbij, dat ik je kan aanraken Ik ben als een verdwaalde in de woestijn Laat mij uit deze boze droom ontwaken Dit kan alleen maar een vergissing zijn.
Je bent zo dichtbij, zo dichtbij, zò dichtbij Kijk mij nu aan en hou mij weer eens vast Zeg iets, doe iets, maak mijn hart weer blij Bevrijd me toch van deze ondraaglijke last.
Je bent zo dichtbij, ik wil je zachtjes strelen Ik wil je smeken, waarom is je liefde voorbij? Blijf alsjeblieft, blijf je leven met me delen Ach liefste, ga niet weg, niet weg van mij.
Zilveren parels vallen op mijn wangen en als glinsterende diamanten in mijn hand Zo doorzichtig en breekbaar als glas verdwijnen ze even snel als korrels los zand.
De zilveren parels druppen uit mijn ogen en ze bestaan uit warme druppels smart De glinsterende traan is vol emotie en zo verlaat onmetelijk verdriet mijn hart
Ik luister naar de stemmen van de mensen die om mij heen staan Hun woorden hoor ik ver weg want ze zwellen als golven af en aan Ik zie hun ogen, gevuld met tranen en ik zie hun handen bewegen Mijn oren willen het niet horen, maar ik hou de woorden niet tegen
Het doet pijn Het doet verschrikkelijk pijn NEE, laat dit niet waar zijn.
Ik duw de mensen weg die mij troostend willen vasthouden, ga weg! Zij maken mij onpeilbaar wanhopig, verwacht maar niet dat ik wat zeg Ik voel een pijn in mijn borst en een vuist balt zich samen in mijn maag Zij komen dichterbij, maar ik zie hun gezichten nu nog maar vaag
Het doet pijn Het doet onbeschrijflijk pijn NEE, nee, dit zal niet waar zijn.
Ze zeggen....ze zeggen dat ze haar ergens hebben gevonden Ik ben haar helemaal niet kwijt, waarom doen zij zo opgewonden? Ik zag haar net nog, toen hield ik haar handje nog in mijn hand Ze komt zo terug want dan gaan wij samen nog naar het strand
Het doet pijn Het doet ongelooflijk pijn NEE, nee, nee, dit kan niet waar zijn.
Mijn mond opent zich voor een opzwellende schreeuw naar buiten Het doorboort mijn borstkas, ik denk dat ik stik, ik kan het niet uiten Mijn ongeloof vermengd zich nu met een wanhopige ontsteltenis NEE! Ik wankel als ik fluister: "zeg me, zeg me dat het niet waar is."
Willy Kersseboom
voor alle ouders die hun kind op een verschrikkelijke manier verloren en voor alle kinderen die niet meer veilig waren....zelfs niet thuis... wat een ongelooflijk leed mijn hart huilt
Er zijn van die dagen dat het regent Niet buiten op het raam, maar in je hart. Omdat het leven soms zo'n pijn doet En omdat verdriet je geest verward.
Er zijn van die dagen, dat je gedachte Door somberheid, het zonlicht tegenhoudt. Dan kan het licht je bijna niet bereiken En is je hart van binnen leeg en koud.
Maar elke dag, hoe donker die ook lijkt Heeft toch veel goeds; vergeet het niet Er is hoop, als een warme zonnestraal Open je hart, zodat je het zonlicht ziet.
Afscheid is voor mij een ander woord voor nooit meer Nooit meer samen lachen, nooit meer samen luisteren Nooit meer samen vrijen, nooit meer samen fluisteren Afscheid was voor ons gewoon de allerlaatste keer
Ik hou van de Lente, van het prille ontwaken Van de ochtendnevel, als de dag gaat naken Alles wordt groen, de natuur doet wat ze wil Ik kijk, luister, geniet en word stil.
Ik hou van de Zomer, een strak blauwe lucht Een kind dat speelt, in de warme buitenlucht De merel vliegt, hoog en laag, waarheen ze wil Ik kijk, luister, geniet en word stil.
Ik hou van de Herfst, van de onberekenbare wind Van regen tegen de ruit, van de bomen in herfsttint De wind waait op 't strand, blaast waarheen ze wil Ik kijk, luister, geniet en word stil.
Ik hou van de Winter, van sneeuw en ijskoude vorst Van rijp aan de bomen en van boerenkool met worst De koude oostenwind komt en gaat wanneer ze wil Ik kijk, luister, geniet en word stil