Ik ben Willy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam kerssepitje.
Ik ben een vrouw en woon in Veenendaal (Nederland) en mijn beroep is geen...genieten....genoeg.....
Ik ben geboren op 06/10/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: gedichten schrijven en lezen, reizen, amerika.
ik heb twee gedichtenboekjes uitgegeven
Metgezel en Zoektocht
ze zijn te koop voor 6.50 euro p.stuk
heeft u interesse? mail mij....
dan heeft u een prachtig kadootje voor uzelf of voor anderen
Als je aan het einde van een dag nog eens terug kijkt Dan zal je zien dat geen enkele dag op de andere lijkt Soms is het een goede dag, maar soms is het ook mis Besef je dan, dat het zoeken naar geluk overbodig is? Want elke dag hééft zonneschijn, al is 't soms verborgen Open je hart, pluk de dag en voel je in warmte geborgen.
Ik leefde in een leegte, behoedzaam, 'k bouwde een muur om mij heen Ik leefde zonder schittering, zonder passie, een verlangen dat verdween Ik leefde in een grote stilte, ik had mij als een coconnetje ingesponnen Ik stelde geen vragen meer, want de antwoorden hadden al gewonnen
Toen kwam jij: mysterieus en wazig, als een schaduw door de mist Ik hoorde woorden, het waren woorden die ik zo lang had gemist Tot tranen toe geroerd voelde ik een weemoed en een verlangen naar... Ik huilde om wat je zei, want mijn stilte verbreken viel mij zo zwaar.
Ik opende mijn hart en ik vulde de leegte met een liefdevol verlangen Ik moest gaan praten, de stilte bleef niet langer in mijzelf gevangen Jouw woorden braken mijn verzet, om te te durven voelen, om te leven Ik werd verliefd op deze woorden, die naar mij toe kwamen zweven.
Ik kleedde die liefde aan; met tranen, moed, aandacht en verlangen In gedachten strelen je ogen mijn gezicht en strijkt je hand mijn wangen Jij kijkt mij aan en ik zie in jouw ogen de weerspiegeling van mijn dromen Ik voel de warmte en ik voel mijn lichaam en geest weer tot leven komen.
Jouw woorden vielen als zachte dauwdruppels op de bodem van mijn hart Ze brachten mij weer tot leven, maar maakten mij ook kwetsbaar verward Misschien valt de muur om mij heen weg, maar wat het lot ook beslist Ik zal je altijd dankbaar voor je woorden zijn, mijn lieve schaduw in de mist.
Het is al weer vele jaren geleden Dat mijn beide ouders zijn overleden Maar toch doet het nog steeds pijn Dat ik nooit meer het kind kan zijn.
Al ben ik volwassen, toch ging ik nog graag naar mijn ouders; zomaar, of met een vraag En na al die jaren doet het nog steeds pijn Dat ik nooit meer het kind zal kunnen zijn.
Zo lang zij leefden kon ik er altijd terecht En soms werd er liefkozend "kind" gezegd Daarom doet het mij nog steeds zo'n pijn Dat ik nooit meer het kind zal kunnen zijn.
Er zijn soms momenten, dan voel ik mij klein Dan wil ik, volwassen, het kind nog eens zijn Toch is dat voor mij helaas voorgoed voorbij Ik ben de Ouder. Kind geldt niet meer voor mij.
Na het duister van de nacht, komt altijd de schemering van de nieuwe morgen In elke verdrietige periode, zijn daar ook weer vreugde en toekomst in verborgen Ook al zie je nu alleen nog maar duisternis en lijkt je weg oneindig ver en zwaar Een lichtpunt leidt je naar het eind van de tunnel en geluk en zonneschijn zijn daar.
Men zegt tot troost: "de tijd heelt alle wonden" Toch weet ik niet hoe ik verder moet gaan. Ik heb nog nergens rust of troost gevonden. Toen jij wegging, is de tijd stil blijven staan!
Ik verlang zo intens naar het moederschap Maar ik weet dat het er nooit van zal komen Anderen rollen zomaar in een zwangerschap Waarom is aan mij dat prille geluk ontnomen? Soms kan ik de zin van het leven niet bevatten Ergens kondigt zich het zoveelste kindje aan Zij hééft toch al haar handen vol met schatten Had God er niet één aan mij af kunnen staan? Mijn buik blijft plat en mijn handen blijven leeg Het geluk van anderen doet mij ongelooflijk pijn Als ik maar één zwangerschap, één kindje kreeg Dan zou mijn leven zo heel anders kunnen zijn Wat zou ik dan gelukkig zijn, wat zou ik leven Hoe vaak heb ik 't gefantaseerd in mijn dromen Ik heb een hart vol moederliefde weg te geven Waarom, waarom zal het er nooit van komen? Oh God, help mij om het waarom te laten rusten Leer mij, met Uw oneindige liefde, erin te berusten.
Hoe moet ik leven zonder jou? Ik weet het niet Wanneer wordt de hemel onbewolkt en blauw? Ik weet het niet Hoe kan ik ademhalen zonder pijn? Ik weet het niet Wanneer maakt de regen plaats voor zonneschijn? Ik weet het niet Hoe kan ik leven zonder jou, mijn levensgeluk? Ik weet het niet Zonder jou zijn al mijn dromen stuk Dat weet ik wel.
Ongelooflijk kleine knuisjtes in een vuistje geknepen Een pruimenmondje en oogjes die zijn toegeknepen Kleine vingertjes krullen zich om mijn vinger en knijpen Een wonder dat ik met verstand niet kan begrijpen Je sabbelt, drinkt, slaapt en huilt, ja huilt met kracht Zo'n klein mensenkind dat al zoveel vreugde bracht Zelfs als je huilt ben je nog zo bijzonder mooi en lief Zonder het zelf te weten, ben je ons aller hartendief
Mij bekruipt zo'n warm gevoel als ik naar je kijk Jouw komst maakte van ons huis een koninkrijk We zullen je met liefde omringen, een leven lang Wij tonen je het morgenrood en de zonsondergang Jouw leven zullen wij met veel liefde beschermen Mama en papa zullen zich altijd over je ontfermen Jij bent zoals geen ander en daarom zo bijzonder Ongelooflijk mensenkind, jij bent ons grote wonder
Heb ik je wel vaak genoeg gezegd hoeveel ik van je hou? Heb ik je vaak genoeg verteld hoe ons leven worden zou? Heb ik je wel vaak genoeg met liefde bemint, keer op keer? Het zal wel niet zo zijn, want mijn tranen zijn zoveel méér!
Heb ik je wel vaak genoeg gevraagd of ik bij je mocht zijn? Heb ik je vaak genoeg gezegd te willen leven zonder pijn? Heb ik je wel vaak genoeg met liefde omringt, keer op keer? Het zal wel niet zo zijn, want mijn verdriet is zoveel méér!
Heb ik je wel vaak genoeg gezegd wat voor mij liefde is? Heb ik je vaak genoeg gevraagd waarom ik de afslag mis? Heb ik wel vaak genoeg met je gepraat, keer op keer? Het zal wel niet zo zijn, want jij kwetst me telkens weer.
Ik voel mij leeg van binnen en heel koud Ik ben nog jong, maar ik voel mij oud Als ik zie wat een mens van tachtig soms nog kan barst ik van jaloezie; daar droom ik nog slechts van
Natuurlijk moet ik blij en dankbaar zijn Ik heb mijn armen en benen nog, dat is toch fijn? Maar er is zo verschrikkelijk veel wat ik mis Ik had nog zoveel plannen, waar nu geen kans meer voor is
Heel veel normale dingen zijn voor mij taboe Ik moet steeds weer rusten, bij alles wat ik doe Daarom ben ik jong, maar toch al oud Want het is niet normaal als het normale leven ophoudt